HET BEZETEN HUIS

geachte buurman ook verdwenen?.... Zijn stoel leeg?.... Dat had ik eveneens wel gedacht.

(Hij gaat rustig naar de tafel en zet zich hij de lamp, om de daar verspreid liggende drukproeven ter hand te nemen.)

Laat 's kijken, waar was ik gebleven met de correctie van de geschiedenis der Bronokhorsten?.... (lezend:) »Het optreden der graven van Gelre«.... Juist. Het voorlaatste hoofdstuk van m'n boek. (Zich geheel verdiepend in de proeven, zacht lezend:) »Na de, in het licht van vroegere eeuwen geziene, gebeurtenissen op »De Bronckhorst« scheen de klove, welke de beide geslachten reeds gescheiden hield, in de toekomst niet meer te kunnen worden overbrugd ....«

NOTARIS (haastig van rechts binnenkomend, blijft verbaasd staan, als hij baron Van Bronckhorst daar alleen aan tafel ziet zitten): Ben je eindelijk wakker geworden, Van Bronckhorst?

GROOTVADER (onbewogen doorlezend): Ja, ik heb 'n heerlijk uiltje geknapt! Op mijn leeftijd! En dan al die voorgaande emoties!.... Die zullen jou toch ook niet in je koude kleeren zitten? Want zoo jong ben jij evenmin.

NOTARIS: Ik sta vrijwel buiten al die beroerdigheid hier in huis.

GROOTVADER: Je hebt er anders toch je aandeel aan genomen, notaris. En daarvoor kan ik je niet dankbaar genoeg zijn.

NOTARIS (om zich een houding te geven): Ben je weer aan je boek bezig? Midden in den nacht?

GROOTVADER: Ja, ik moet enkele noodzakelijke aanvullingen in mijn boek maken. Er zijn sommige passages, die nog niet heelemaal naar m'n zin loopen.... Vooral die verhouding tusschen de Bronckhorsten en de Van Gelre's; dat moet in het laatste hoofdstuk veranderd worden.

NOTARIS: Je schijnt volstrekt niet overstuur door alles wat hier om je heen gebeurd is. En nóg gebeurt.

GROOTVADER: Heelemaal niet; ik wacht zelfs, en niet zonder zekere belangstelling, op de laatste spookverschijnselen eer de klok één uur slaat.

NOTARIS: Bereid je dan voor op een nieuwe mededee-