VERZEN
Alom werd het wakker En riep, en al zwakker Werd 't water gehoord Van 't kleine fontijntje, Dat midden op 't pleintje Murmelde voort
NA DEN REGEN
Kom na den regen nu naar buiten En luister naar het eerste fluiten Van vink en lijster; zie hoe in Het druipend gras de zonne-stralen In ied'ren droppel blijven dralen Als in den dauw bij dag-begin.
Kom, laat ons langer nu niet wachten; Wat is er schooner, dan de zachte Schemer van licht na regen-val! Het is als een opnieuw ontwaken En langzaam mensche' en dingen raken Vertrouwd met wat weer komen zal;
En toch blijft de verwachting hopen
Op iets: de heem'len bloeien open
En elk verwachten is vervuld;
Een stroom van licht volgt de eerste stralen
En weide en akker, berge' en dalen
Zijn in een zelfden glans gehuld.