BRIEVEN ZONDER ANTWOORD

kantoor, die mij lang aan den praat hielden; daarna was er een middagreceptie bij een consul, waar ik heen moest, en na den Zondag volgden er twee dagen, dat ik hier zat en mezelf vroeg: »waarom schrijven?« Dat is een ontzettend woord in het mensc'helijk leven: «Waarom?» Waarom moest ik je schrijven en je, tot mijn eigen wreed genoegen, nog eens vertellen, wat die paar avonden in het laatst van mijn verlof voor mij zijn geweest; waarom? En daarbij bedacht ik ook, dat het er weinig toe deed of ik vandaag schreef, of morgen, of heelemaal niet. En misschien is het beter alles op te schrijven, als ik dat dan niet laten kan, maar het je niet te zenden. Want het geeft immers allemaal niets. Het kan niet, het kan nooit, tenzij...., maar neen, zooiets mag een mensch niet denken. Dat is bijna moord, Annie, en hoe zou ik jouw eerlijke jeugd kunnen liefhebben en tegelijk moordenaarsgedachten hebben? Liever wil ik mij nog troosten met het noteeren van de heerlijke herinnering. Het is vroeg in den middag, ik kan lang genieten! Wakkers, de brave oude, keek zoo juist om den hoek van mijn deur en vroeg: »Heb jij nog iets bizonders te doen, anders rijd ik straks zoo ver met je mee, want mijn chauffeur heeft vanmiddag permissie gevraagd om een familielid te begraven«, en ik antwoordde: »Het spijt me, maar ik heb nog iets te doen, dat noodzakelijk af moet. Neem straks mijn wagen om naar huis te rijden, en stuur hem dan hier terug. Ik heb zeker tot half zeven te werken.« Wanneer de zuinigheid van Wakkers niet zijn nieuwsgierigheid verre overtrof, zou hij zich zeker hebben afgevraagd, wat ik nog te werken had, waarbij zoo'n haast kon zijn. Wakkers is namelijk heel zuinig, bij gierig af. Het komt misschien doordat hij uit een heel eenvoudig gezin komt, zijn vader was nog brievengaarder in een klein dorpje in het Noorden van ons land. Hij schaamt er zich niet voor, en tegen jonge employé's zegt hij nog wel eens: »Bij mij thuis, toen ik nog een jongen was, daar wisten ze wat een cent waard was. En wie de waarde van een cent niet kent, zal ook nooit de waarde van tien gulden leeren kennen.« Het is een type, die Wakkers. Hij