DE ZILVEREN MAAN

DE VROOLIJKE MAN.

Hoofd öp, den moed niet opgeven. Altijd maar hopen eenmaal breekt de zon weer door. Je leven is niet bijzonder gelukkig geweest tot nu toe, maar des te meer heb je er nog van te verwachten. Je moet het geluk een beetje tegemoet komen.

DE ERNSTIGE MAN.

Begrijp me niet verkeerd. Ik vertelde je mijn geschiedenis om me te beklagen, noch om jouw troost te bekomen. Louter omdat ik je in geen tien jaar had gesproken, wou ik je, zooals vroeger, weer eens alles toevertrouwen. En.... ik wou daardoor zelf nog eens het relaas van mijn ellende hooren.

Overigens ben ik niet zoo alleen en verlaten als je uit mijn woorden opmaakt. Ik heb een vriendin, die ik alles vertellen kan en die mij ontegenzeggelijk trouw is.

DE VROOLIJKE MAN.

Jij oolijke guit! Waarom vertel je me dat niet direct... .

DE ERNSTIGE MAN.

Je begrijpt me verkeerd. Ik ben geen guit en mijn vriendin is geen vrouw....

DE VROOLIJKE MAN.

Een interessante vriendschap en een interessante vriendin. DE ERNSTIGE MAN.

Ze is méér dan interessant. Ze is oppermachtig en onbegrensd goed. Ze is licht en liefde. Ze verlicht de duisternis van den nacht en troost de slapeloozen. Ze hoort al hun weeklagen en zuchten met oneindig geduld aan, of ze vorst, millionnair of bedelaar zijn. Haar lach is voor allen, zonder bevoorrechting. Ze is verheven boven elke kleinigheid.

DE VROOLIJKE MAN.

Een wonderbare, een bovenmensohelijke. Wie is ze? DE ERNSTIGE MAN.

Mijn eenige en waarachtige vriendin is de Maan.

v 3