DE ZILVEREN MAAN

DE MODERNE TOOVENAAR. Ja, Attie.

ATTIE.

Moet u haar nu terug hebben, of mogen we haar behouden?

WALLY (vleiend).

Toe, lieve Toovenaar....

WIL.

We wilden zoo graag....

WALLY.

0 ja, dat wilden we zoo graag

ATTIE (haastig).

Die kinderen begrijpen dat nog niet goed, mijnheer Toovenaar, maar ze wilden....

DE MODERNE TOOVENAAR.

Stil, kinderen. Ik weet al wat je wilt, zegt het maar niet. Je moogt met de Maan doen wat je hart je ingeeft,

WALLY (danst van blijdschap).

Heusch waar, mijnheer Toovenaar? DE MODERNE TOOVENAAR.

Als jullie maar nooit vergeet dat de Maan van allen en vóór allen is. Wat je er mee doet, moet ten nutte van allen strekken. Zullen jullie daar altijd aan denken? (Verdwijnt plotseling.)

WALLY.

Hij is weg. WIL.

Hij kan niet weg zijn. Hij heeft zich natuurlijk achter een boom verscholen.

ATTIE (loopt om den boom heen).

Nee, toch niet. Hij zit misschien in den boom. (Klopt er tegen.) Nee, die is niet hol. Hij is echt foetsie.