WAT NIET MEER KON

bidden, dacht Fransje vol ontzag. Maar één man keek over zijn pet heen, zijn oogen dwaalden door de kerk. Hoe schijnheilig, was haar scherpe kritiek.

Een eindje van den preekstoel af was een soort houten muurtje. Er was een deurtje in.

,,Wat is daar achter, Tante?" fluisterde ze.

„Daar zitten de diakenen en de ouderlingen," was het antwoord.

„O...." Fransje was nog niets wijzer. „Wat doen die dan?"

„St!" zei Tante. „Je mag niet praten in de kerk."

Het orgel dreunde zwaar door de beperkte ruimte. Het rammelde in je ooren, soms was het net, of er iets knapte, dacht Fransje. Hè, 't moest nu maar beginnen. Daar kwam iemand. Het orgel hield op. Was dat de dominé? Neen toch.... Het hoofd van den man stak uit boven den houten muur. Hij stond achter een lessenaar, en öp den lessenaar lag een bijbel....

Hij zei: »De gemeente wordt verzocht te luisteren naar hetg een er voorgelezen zal worden uit....«

Wat beteekende dat, de gemeente? Bedoelde hij daar het dorp mee? Elke provincie had een heeleboel gemeentes ...

Zoo leerde je het in de aardrijkskundeles Nu las hij

een vers, de menschen zochten het op in hun boekje. Tante Sofie niet. Kende die het alles uit haar hoofd? Waarom had ze het dan meegenomen? Het was prachtig, met een goud slootje....

Hè.... Een schok voer door haar heen. Het orgel had ingezet. Nu begonnen ze te zingen. Fransje trachtte mee te lezen bij haar linker buurvrouw, maar ze kon het niet zien. Waarom zocht Tante 't niet even voor haar op?

Ze strekte verlangend de hand uit naar het boekje in Tante Sofie's schoot. Deze scheen het niet te merken. Fransje dorst ook niets vragen.

Wat gebeurde er nu? Er ging iemand naar den preekstoel toe. Een jonge man. Dat kon toch ook de dominé niet wezen....

In Fransje's hoofdje had zich het begrip «dominé» tot een