mm

VILLA MORGENROOD

'k Word tipsy. Denk er om, 'k moet nog spelen en ik kan toch niet over het tooneel tollen, zooals een zeker iemand, die ik niet zal noemen, gebeurde.

— Succes zou je hebben.

'k Twijfel geen oogenblik. Maar dat zal je toch niet

zien, Bart je.

— Menschen, de glazen vol, we moeten Sonja bedrinken. Dat ze nog lang mag leven! Sonja, daar ga je!

Allen hieven de glazen. — Sonja .. . nog honderd jaar ... Gezondheid, Sonja!

Sonja knikte de rij langs. — Dank je, dank jullie hartelijk!

— Lang zal ze leven, zong Piet Segaer en allen vielen bij. Henk nam de mandoline van de wand, klimperde mee,

maar ras hield hij op. Tegen zooveel gerucht werd de muziek toch niet gehoord.

— Hoe voel je je nu, ouwetje, met je vier kruisjes, vroeg lachend Jenny.

Sonja knikte haar toe. — Zoo jong, Jenny, o zoo jong.

't Was al over vijven, dus werd er aan heengaan gedacht. De meesten moesten die avond optreden en dienden nog te eten. Maar Sonja moest nog eerst behoorlijk toegezongen.

— 'k Ben kapot, getuigde de jarige, toen de gasten met handdruk en zegenwensch waren heengegaan. Ze liet zich op de divan neervallen. — 'k Ben kapot.

— Miep en Jenny lachten. — Je bent maar eens jarig, Sonja.

— Ja, spotten jullie maar. 't Moest een leugen zijn nog te moeten spelen,

— Ja, was 't dat, verzuchtte Jenny zachtjes. Heel de dag door hield ze zich groot, leed ze met een lachje om de lippen, dat toch niemand zou merken, dat ze iets had. Sonja 't allerminst mocht vermoeden, hoe toegetakeld ze was. Tegen de avond zag ze op. Hoe moest dat gaan? Zou ze wel kunnen dansen? Ze verbeet zich. 't Moest gaan ent zou. Door h'r pijnen heen danste ze met een glimlach op de lippen.

Maar aan 't slot kon ze niet meer. — O, Miep, verzuchtte ze.