678

BRIEVEN ZONDER ANTWOORD

destijds in Bandoeng ontmoet had, en die nu in Batavia moesten zijn. Daarna over het kind, dat ziek was geweest, toevallig had zij een dokter geconsulteerd, die tot mijn persoonlijke kennissen behoorde. Wat haar plannen waren, vroeg ik. Och, zij bleef nog een paar dagen hier, dan ging zij een tijdje logeeren bij een vriendin, die getrouwd was met een administrateur in de suiker, dicht bij D jok ja, en

daarna dat wist ze niet. Ze zou maar naar Holland

teruggaan. Ze moest nog wennen aan de positie van gescheiden vrouw, zeide zij glimlachend. Ik lachte ook, klopte het kind eens even op z'n bol, en nam afscheid met een: »Ik hoop u dezer dagen toch nog wel eens te zien, Mevrouw Meerkamp." De kennissen met wie ik eten moest, waren al aan de hors d'oeuvre begonnen. Een van hen, oud-Hagenaar, zeide: »Die Heleentje Meerkamp blijft toch altijd even mooi; is het waar dat zij eindelijk van dien vlegel van Hasling gescheiden is? God bewaar me, hoe houdt een vrouw het nog zoo lang met zoo'n vent uit! Enfin, de Haagsohe meisjes uit dien tijd laboreerden allemaal zoo'n beetje aan uniform-fetischisme, wat zeg jij?« Ik antwoordde, dat ik het niet wist, want dat ik Amsterdammer was. Maar het gesprek over Heieen Meerkamp was mij onaangenaam. Ik voelde een onredelijke jaloezie op haar heele verleden, en een neiging om haar te verdedigen, ja zelfs om het voor Hasling op te nemen, want hij was toch immers haar keuze geweest. Maar ik wist me te beheerschen en bracht het gesprek op een ander onderwerp. Alleen herinner ik me dit nog: later gingen we een whisky-soda drinken in den tuin van de Harmonie. Hoe het gesprek daarop kwam, zou ik niet meer kunnen zeggen, maar een van de tafelgenooten zeide: »Zoo'n jonge, ongetrouwde bankdirecteur als meneer Elbronner kent al de mooie vrouwtjes van Indië. Zóó komt hij een eetzaal binnen, zóó maakt hij er een praatje mee.« En die banale opmerking was me niet onaangenaam, ik was zelfs gevleid! Daarna.... daarna ontmoette ik Heieen meermalen. We gingen samen naar de bioscoop, naar den schouwburg, we maakten 's Zondags wel eens autotochten. Zij ging toen naar Djokja, logeeren bij die vriendin. Wij corres-