BRIEVEN ZONDER ANTWOORD

689

ik het dan volkomen over iets eens zijn, dan zal het toch ook wel in orde zijn, denk je niet?« Ik wilde nog meer zeggen, ik voelde dat ik jou wilde verdedigen en mijn liefde voor jou, maar ik kon niet. Ik vond Frans een zakkigen, onbegrijpelijken vent, het speet me dat ik met hem mee was gegaan en dat ik met hem gesproken had over dingen, die hij toch niet kon begrijpen. Als je zelf ook getrouwd bent met zoo'n kwaaddenkend, tiranniek vrouwspersoon als zijn Kathe!

Den volgenden morgen ben ik alleen teruggereden. »Tot ziens, waarde Brutus!« zei Frans goedig, terwijl ik wegging.

En nu is het een jaar geleden, dat ik je voor de eerste maal schreef. Ben ik in dat jaar beter, verstandiger geworden, of alleen maar ouder? Ik geloof wel, dat ik veel rustiger ben geworden, minder opvliegend, minder hatelijk, minder gauw kwaad. Jouw beeld is zoo dikwijls naast mij en voor mij, en zoo vele malen denk ik: »dat zou zij niet willen«. Verder voel ik vooral op dezen dag heel sterk de nutteloosheid van dit alles. Het zal nooit gebeuren, er zal nooit iets zijn. Het zal alles blijven zooals het was, om de redenen die jij kent, omdat ik alleen maar een bijbelsche ploert en geen wereldsche ploert ben! Ik verlang er soms naar te hooren, dat je getrouwd bent. Ik lees sinds eenigen tijd met groote belangstelling in alle Hollandsche kranten, die ik op kantoor krijg, de rubriek «Familieberichten»:. Verloofd ondertrouwd getrouwd....

Uitstekend is dat om zoowel den ondertrouw als het huwelijk te adverteeren. Wanneer ik je dan soms gemist mocht hebben bij de ondertrouwberichten, dan vind ik je toch in elk geval bij de huwelijken. Soms zie ik in zoo'n lange lijst een naam, die lijkt op de jouwe, dan schrik ik toch even, en ik denk: als ze het eens was! Als je het was, dan zou dat beteekenen: rust. Want dit is nog altijd rusteloosheid. En als ik dan maar wist dat je heel gelukkig was....

(Wordt vervolgd.)

VI