ENGELSCHE BOEKEN VAN HEDEN

van deze brochure is een jong student met een zeer goeden kijk op den huidigen politieken toestand. Hij is niet zoo hoopvol als Einzig en ziet in menige wolk, die over den politieken horizon hangt, een aanwijzing voor een mogelijke uitbarsting. De jonge generatie van heden is echter, volgens hem, tegen oorlog; de idealen van thans zijn niet meer de idealen van het begin dezer eeuw. Overal broeit het weer: in Duitschland, waar men zich maar niet bij den vrede wil neerleggen, in Hongarije, waar men, evenals in Oostenrijk, ook al geen vrede met het verdrag van Versailles heeft; in de kleine Entente; en vooral in de staten rondom Rusland, waar men een tweeden Balkan heetf geschapen, alsof wij aan dat eene broeinest van politieke narigheden in het Z.0. van Europa al niet genoeg hadden! Ook Mussolini en diens agressieve politiek komen op het tapijt en juist nu de Duce onlangs van die redevoeringen hield, die de Keizer hem niet zou hebben kunnen verbeteren, vol van pantservuist en zwaardgerinkel, verdient een opmerking als deze van de Chaire wel de aandacht: »Het zijn mannen als Napoleon en Mussolini, die geschiedenis maken«. Van de eindelooze reeks conferenties is Frankrijk ook de dupe geworden; tot heden heeft het slechts een luttel bedrag aan herstelschadevergoeding ontvangen, veel minder dan waarop het aanspraak zou kunnen maken volgens het verdrag van Versailles, hetwelk volgens dezen student slechts poover maaksel is, dat aanleiding zal geven tot zeer veel narigheid, welke misschien weer tót een oorlog zal leiden. Wij moeten de kleine naties in de gaten houden, want juist in vele kleine naties ligt de kiem voor groote conflicten; men denke maar eens aan Servië! De Volkenbond kon wel zijn wil doorzetten als het om kleine naties ging, maar als de groote heeren tot de orde geroepen moesten worden, pakte men ze met fluweelen handschoenen aan. — Ten slotte vergast de Chaire ons op een toekomstbeeld: Komt er weer een oorlog, dan zal Engeland waarschijnlijk aan de zijde van Duitschland staan en als er dan vrede komt, zal waarschijnlijk Briand's denkbeeld van de Vereenigde Staten van Europa verwezenlijkt worden. Een hoopvol boek!

Aan den afgeloopen oorlog herinnert nog Ferdinand Tuohy's »The Battle of Brains« (Heinemann). Wij vinden hierin bijeen eenige korte verhalen over spionnage gedurende den oorlog en halen in dit verband nog even aan het boek van Lüdecke, dat in de September-aflevering 1929 van dit tijdschrift hebben besproken, en het bekende boek van Von der Goltz: »My Adventure as a German Secret Service Agent« (Cassell). Tuohy is oorlogscorrespondent geweest en bij denzelfden uitgever kwam verleden jaar van zijn hand uit: »The Crater of Mars«, waarin hij zijn avonturen aan het front beschrijft. In dit werkje licht hij een tip op van den sluier, die over de vele geheime agenten