DE ENGELSCHE PRE-RAPHAËLIETEN

dan op dat der schilderkunst. Ook ziet Hunt niet de noodzakelijke evolutie, de noodwendige verandering, welke de idealen van den kunstenaar persoonlijk en die van een groep of natie in den loop der jaren, ondergaan. Hunt beschouwde de prestaties der kunstenaarsgroep omstreeks het midden der eeuw als een min of meer volledige uitdrukking van hun kunstbegrippen en hij ging na, hoe die idealen zich handhaafden en anderen tot navolging brachten. Maar hij had geen oog voor de bevruchtende, stimuleerende kracht van het Pre-Raphaëlitisme, die van zulk een vérstrekkende beteekenis geweest is, in het bijzonder op het gebied der kunstnijverheid. Want de belangrijkheid dezer kunstrichting is, dunkt ons, niet zoozeer te vinden in de producten, die de jonge enthousiaste nieuwlichters hebben voortgebracht op picturaal gebied, maar eerder in de omwenteling, welke door hun ideeën in de kunstnijverheid is tot stand gekomen. Alvorens den omvang van dezen invloed te bepalen, zal het zijn nut hébben, eerst in breede trekken het ontstaan der P. R. B. na te gaan en te zien, welke denkbeelden de Pre-Raphaëlieten voorstonden en in hoeverre zij iets nieuws brachten.

In het begin der 19de eeuw was in Engeland de schilderkunst doodgeloopen in een star conventionalisme. Met uitzondering van Turner, die door John Ruskin met recht de voorlooper der Pre-Raphaëlieten genoemd werd, is het moeielijk, onder de begin 19de eeuwsche schilders in Engeland een werkelijk oorspronkelijken geest aan te wijzen, die zich niet tevreden stelde met imitatie van hetgeen vroeger of wat elders beter gedaan was. Twee jonge schilders, Holman Hunt en Millais, kwamen in opstand tegen de code van artistieke principes, volgens welke er door Raphaël's navolgers tot in hun tijd geschilderd moest worden. Eens, toen Hunt met zijn medestudenten sprak over het conventioneele en het vasthouden aan een bepaalden vorm van compositie sedert Raphaël, merkte een van hen schertsend op: »Then you are a Pre-Raphaëlite«. Jammer genoeg is deze naam door de tijdgenooten dikwijls zóó begrepen, als zouden Hunt en Millais zich de voorgangers van Raphaël