DE ENGELSCHE PRE-RAPHAËLIETEN

gen. Omdat nu in Engeland de machine het eerst en het compleetst de maatschappij veroverd had, kwam daar ook natuurlijkerwijze het eerst de terugwerking in den vorm van een nieuwe kunstnijverheid, als gevolg der PreRaphaëlietisohe beweging.

Hoe gingen nu Morris en zijn volgelingen te werk? Na rijp beraad werd in 1861 de firma Morris, Marshall, Faulkner & Co. opgericht. Een circulaire werd de wereld ingezonden, bevattende de plannen der firma, die bijna uitsluitend uit kunstenaars bestond. Het waren Ford Madox Brown, Dante Gabriel Rossetti, Burne-Jones, de architect Philip Webb, Marshall, Charles Faulkner, een ingenieur die de zaak financieel beheerde en William Morris, die de artistieke leiding had. In de circulaire noemden zij zich »Fine Artworkmen in Painting, Carving, Furniture and Metals«. Ze zouden zich bezig houden met het decoreeren van muren, met houtsnijden, glas branden, bewerken van metalen en sieraden, het maken van meubelen en van alle soorten gebruiksvoorwerpen. In 1862 kwam daar bij het ontwerpen van behangselpapier en beschilderd aardewerk. Men heeft de Morris-groep wel verweten, dat zij niet alleen uitging van de gothiek der middeleeuwen, maar dat haar producten niet veel meer dan imitaties waren van toegepaste kunst uit dien tijd. Haar standpunt is echter zeer begrijpelijk en was misschien het meest juiste, dat ze, gezien de tijdsomstandigheden, kon innemen. Morris beschouwde de gothiek als de laatste periode, waarin de eigen kunst en het handwerk in deze Noordelijke landen tot vollen bloei was gekomen. Om nu tot een eigen nieuwe kunst te geraken moest men, met negatie der tusschenliggende cultuurperiodes en ook der kunstloosheid van eigen tijd, aansluiting zoeken bij het in zijn soort zoo volmaakte kunstambacht der laat-gothiek. Met hun liefde voor het goede en schoone handwerk is hun afkeer van de moderne machine, die naar hun meening slechts wanproducten te voorschijn kon brengen, zoo goed te verklaren. Eerst nadat zij met handenarbeid weer hadden getoond, hoe gebruiksvoorwerpen en meubelen ook een harmonische schoonheid konden bezitten,