MINIATUREN

schaffen, die niemand had en ooit bezitten zou. Om zijn vrouw, wier zucht naar weelde soms buitensporig was en die maar één kant van het leven kende, genot te geven!

,,Is het iemand, dokter," vroeg ze heel schuchter, „die het goed weet te dragen, bij wie mijn werk tot zijn recht komt? Neemt u mij mijn misschien wat onbescheiden vraag niet kwalijk, maar als u die dame kent, zou ik dat zoo graag van u weten."

„Het is een heel jonge en heel mooie vrouw, die er altijd weer opnieuw van geniet en die uw werk heel hoog stelt," zei hij overtuigend.

Maar het was hem alsof elk waardeerend woord over die draagster zijn schuld, zijn medeplichtigheid verzwaarde.

Dan, zich haastend om aan het zoo pijnlijke onderwerp een einde te maken, besprak hij vlug nog eenige dingen omtrent de behandeling, die hij zich voorstelde.

„Over veertien dagen verwacht ik u terug, juffrouw Lytton, dan zullen we verder zien. Maar nu reken ik op uw volle medewerking."

Ze knikte en ging de kamer uit.

Met een zucht van verlichting hoorde hij de straatdeur achter haar dichtvallen. Goddank, het was alsof er een druk van hem afgenomen werd.

Idioot! schold hij zich zelf met een sentimenteel schuldbesef.

Dadelijk daarop kwam zijn vrouw bij hem binnen. Jong, mooi, elegant en stralend-gelukkig.

En alles vergat hij, toen hij haar in zijn armen nam en hartstochtelijk zoende.