WAT NIET MEER KON

„Ik heb ik heb Tante geslagen." Het handje, dat lag

op Hermiens arm, bewoog zenuwachtig. „Maar vrouwtje!"

Hoe berispend klonk het. Fransje zuchtte beklemd. „En Tante was altijd even vriendelijk voor jou. ..." „Ja," zei Fransje zacht.

„Dat is toch zoo?" vroeg Hermien. Twijfel kwam bij haar boven, of het kind haar wel alles had durven schrijven.

„Echt " Fransje keek haar vol aan. „Tante was altijd

lief."

„Ja," zei Hermien. O, natuurlijk had Tante Sofie het altijd goed gemeend; er waren alleen maar oogenblikken, dat zij het kind niet begreep. Want hoe eenvoudig zat dit nu niet in elkaar.... Ze zou 't straks uitleggen.

Opgelucht nu ze gebiecht had, en verder geen brommen volgde, huppelde Fransje aan haar moeders arm voort. Ze was er trotsch op, dat ze haar bij Opa Ouwerhand mocht brengen.

Moeke drukte maar handen. Van Opa en van Oom Joost... ., en Gijs en Klaartje en hun vader en moeder , en van Tante Martha en Oom Bert Ze lachte

maar, en zei, dat ze het zoo prettig vond, hen weer allemaal te zien, en hen te kunnen bedanken, dat ze zoo lief waren geweest voor haar dochtertje....

„Je bent weinig veranderd," zei de oude boer. Hij trok eens aan zijn pijp en keek met welgevallen naar het knappe gezicht der jonge vrouw.

„En u ziet er nog zoo goed uit...."

„Wat schat je me?"

„Zestig," lachte ze. Ze wist wel beter.

„En tien er bij " Zijn blauwe oogjes glommen van

pleizier.

Net een kind, dacht ze. Blij keek ze rond. Het was toch heerlijk weer eens terug te zijn. Vaak was ze hier met haar moeder geweest, vroeger....

Ze knikte naar Martha, die naast haar zat. Een jong meisje was dat, toen ze haar den laatsten keer gezien had, met een lange vlecht op den rug. Nu was ze getrouwd.