DE AVONTUURLIJKE JEUGD VAN LAUZUN

tegen elkaar aangeleund, wanneer de vloot der bewimpelde en met bloemen versierde scheepjes in zee stak, zacht over de blauwe, diep-glanzende baren, langs de zilveren rotskust glijdend, of over de grijs-groene wateren van de Bidassoa, in de zoelte van een helderen Meimorgen vol loomheid. Tusschen de golvende bergruggen van de Pyreneeën, arm aan arm, lip tegen lip, zijn zij door den Zuidelijken avond gewandeld, frisch van dauw, luw van verlangen — terwijl de muziekinstrumenten en de lichtguirlandes van het bal van uit de verte vruchteloos de minnaars wenkten, voor wie de stilte en de eenzaamheid van den nacht altijd verkieslijk zijn.

Tijdens de huwelijksplechtigheid, op 9 Juni 1660, te SaintJean-de-Luz, stapt Puyguilhem aan den rechterkant van den Koning, met in zijn hand den blauwen staf, die van zijn waardigheid als hoofd der koninklijke lijfwacht het eereteeken is, 't Is daar, in den vorstelijken trouwstoet, dat hij voor 't eerst door Mademoiselle de Montpensier opgemerkt is geworden, welke als nicht van den Koning een eereplaats bij deze ceremonie innam. Daar zij een heel scherp geheugen bezat, dat haar toeliet de geringste bizonderheden te onthouden, en daarbij — omdat ze rotsvast geloofde aan het superieur belang van alles wat het Hof aanging — stipt genoeg was om de luttelste voorvallen uit het koninklijke midden in hare gedenkschriften op te teekenen, weten wij, leeken, dat Lauzun, commandant van de eerste compagnie, met den markies de Humières, commandant van de tweede, om een kwestie van voorrang twist kreeg, wat niet naliet een zekere opschudding te verwekken; op slot van rekening kreeg Lauzun gelijk, en mocht bij de eereplaats innemen. Zoo viel het onverschrokken, kitteloorig ventje haar op, tijdens een van de vele kibbelpartijen van zijn bestaan, terwijl zij nochtans met veel bitterheid in 't hart, de feestelijkheden van een huwelijk medemaakte, dat voor haar de verijdeling beteekende van al hare eens zoo trotsch gekoesterde plannen, om met den jongen Koning, haren kozijn, in den echt te treden. Zij was trouwens niet de eenige om op Puyguilhem te letten: nog andere, nog veel andere vrouwen-