KRONIEK DER LETTEREN

vreemd er tegenover komen te staan. Dat de schrijfster zelf met het slot geen raad heeft geweten, blijkt wel, als ze er plots een brand bij fantaseert, die aan Stephan en zijn verhouding tot Martha een meer radicaal einde maakt, dan haar pen vermocht te doen. Tevens krijgt ze daarbij gelegenheid nóg een spiegelbeeld te laten zien (haast hadden we gezegd: nog eenmaal haar stokpaardje te berijden) en wel het beeld van een overigens zeer achtenswaardig man, die bij den brand omslaat in een bijkans wild dier! Stephan daarentegen offert zich bij zijn reddingspogingen grootmoedig aan de vlammen op!

Jammer van dit einde, 't Geeft een indruk van onmacht, hetgeen het overigens lang niet onverdienstelijk geschreven boek niet ten goede komt.

C. S.—L.