VRIJ EN ONVRIJ

En nietig voorval uit zijn jeugd kwam dikwijls als een vreemd raadsel lichtend uit de vaagheid van zijn leven naar voren. Eens had zijn vader, die hem achterop liep, gemerkt, dat hij naar de stallen keek en thuis hem schetsen laten zien van Breitner, vaders vriend en van Verster, schetsen van paarden, die werden geroskamd. En toen hij die schilderijtjes mooi had gevonden, was hij door zijn vader op de knie genomen en die had hem, wat nog nooit gebeurd was, een zoen gegeven. Die zoen: een onverwerkte kinderervaring was in zijn geheugen gebleven als iets buitengewoon belangrijks.

Aan de cavalleriekazerne wist dan Huibert volkomen, dat zijn thuiskomst voldongen was. De tram stopte; hij vergat er uit te gaan, sprong toen, strompelde, kwam weer op, zijn jas over den arm slierde langs den grond. De conducteur van de tram schudde zijn hoofd, hij kende hem nog: een onverschillige, 'n student,

In de lichte, rechte Celebesstraat trok de tram zich aan de rails in een keurige lijn verder; zelfs de tram leek hier braaf,

„Walgelijk," mompelde hij; het was het stopwoord, waarmede hij vóór de groote vacantie uit Delft vertrokken was. Niemand wist van zijn thuiskomst op dit uur en dat onzekere stemde wonderwel samen met het gevoel hier als terloops aanwezig te zijn. Ja, heel die blanke kleur van stad-aan-zee, die hem na zes weken afwezigheid sterk trof — Weissenbruch had die kleur — leek in deze straat een koele nuchterheid, die hinderde, immers opriep heel dat jeugdleven, dat nooit bij hem had gepast. En toen hij even daarna kalm de bel deed overgaan en dien zoo vertrouwden klank hoorde, was het met een gelaten glimlach, dat hij aan den Berlijnschen tijd dacht, den tijd, dien hij zoo dicht aan zijn wezenlijken aard voelde gebonden.

Met de zekerheid van iemand, voor wien het innerlijk besluit van een afscheid reeds vaststaat, doch die nu nog wat uitstel neemt, trad Huibert zonder deelneming op de huisgenooten toe. Wel merkte hij: hij zag ze anders. Juffrouw van Heusden was eigenlijk iemand, die je graag terugzag, zag er erg jong uit, was toch al zoo oud, bijna veertig, dacht hij. Zijn zuster Jet, die was hem bepaald antipathiek met dat