PETERKEN

kwijt je je van je plicht Dat is zoo triestig, zie je

zoo schrikkelijk triestig...."

Hij hield op, staarde droef voor zich uit. Medelijden welde in haar op. Had hij geen gelijk? Kon ze haar liefde dan niet deelen? Hoe was het mogelijk dat hij haar toewijding op prijs stelde, en haar het gebrek aan liefde verweet?

„Weet je, Lily," ging hij voort, „als student heb ik al zoo naar het huwelijk verlangd, omdat ik behoefte aan liefde had. Mijn kost juffrouw deed haar plicht, bracht mij zeer punctueel mijn ontbijt, mijn twaalfuurtje, mijn middageten en mijn thee. Er was niets op aan te merken — absoluut niets. Ze kweet zich op een bewonderenswaardige manier van haar plicht. Nooit was de soep aangebrand, nooit waren de aardappelen te flauw, nooit was het tafellaken onfrisch. Ze deed haar plicht. Ze snoepte uit mijn kast en kreeg procenten van de rekeningen die ze voor mij betaalde, waardoor deze veel te hoog werden. Maar dat is het goed recht van een kostjuffrouw. Ze deed haar plicht — heel nauwgezet, zooals een goede kostjuffrouw betaamt. Maar dien plicht werd ik beu. De liefde ontbrak mij. Ik had behoefte

aan een andere verzorging aan een verzorging die met

plicht niets te maken had....

„Ik droomde van een vrouw, die van den ochtend tot den avond aan niets anders dacht dan aan mijn belangen.... aan de behoeften van mijn innerlijk leven.... aan mijn geluk. Ik ging van die vrouw houden en dacht dikwijls aan haar, hoewel ik nog nooit getracht had, mij eenige voorstelling van gelaats- of lichaamsvorm te maken. Ik droomde van die denkbeeldige vrouw, die voor mij het symbool van de vrouw werd.... al liefde.... al genegenheid.... geheel en al wegcijfering van het eigen ik met als eenig doel: het geluk van den ander."

Hij slikte, trachtte zijn ontroering te verbergen. Wat was dat een gelukkige tijd geweest! Hoe heerlijk-maagdelijk had hij toen tegenover het begrip liefde gestaan.... hoe had hij toen gebouwd op wat hij nog van 't leven dacht te kunnen verwachten.... en hoe triestig had de realiteit hem ontnuchterd.

Teeder legde ze haar hand op zijn hoofd. Voor elk ander