PETERKEN

in tarting op hem gericht. Met haar arm om den hals van 't kind stond ze als symbool van verzet. Toen bracht ze 't kind naar boven

Op een middag, toen Daan niet thuis was, kwam zijn moeder. Lily was juist bezig iets aan Peterkens kleeren te herstellen, toen de moeder binnenkwam, breed en statig, met rood hoofd en opgewonden oogen. Blijkbaar was ze zeer geagiteerd. Met haar ruischende kleeren deed ze denken aan een fregat, dat met volle zeilen de haven binnenzwaait.

Verwonderd om het zoo vroege bezoek borg Lily haar werk weg, schoof toen een stoel bij. De ander negeerde haar gebaar.

„Ik kom eens naar je kijken, kind," jaagde ze nerveus.

„Ik kom eens met je praten 't wordt nu toch wat te

gek...."

Hij heeft zich beklaagd! schoot het door haar heen. Hij

heeft zich beklaagd Er kwam'wrevel in haar om de

bemoeiingen van de ander, die ze als indringerigheid beschouwde. Heel haar wezen verzette zich daartegen. Hun moeilijkheden moesten tusschen hen blijven — in Godsnaam alléén tusschen hen....

„Wilt U een kopje thee?"

Nee nee — straks," weerde de ander nerveus.

„Straks! Ik kom met je praten. Ik wil eens verstandig met je praten Ik ben ouder dan jij, en heb ook meer ervaring. Zooals dat tegenwoordig tusschen jullie gaat, daar kan niets goeds van komen. Dat loopt verkeerd! Dat loopt verkeerd, zeg ik. Groote god — wat 'n hooge trap! Dat valt niet mee, als je een benedenhuis gewend bent! Ik zeg, dat loopt verkeerd! Vader en ik hebben ook wel eens iets gehad, maar weken blijven koppen — nee! Dat kennen wij niet! Ik begrijp Daan beter dan jij: daar krijgt hij genoeg van! Dat houdt hij niet vol! Daan is een goeie jongen en een harde werker en hij heeft alles voor jou en 't kind over,

maar hij laat zich niet als een hond behandelen "

„Wie behandelt hem als een hond?" barstte ze los. Haar