PETERKEN

voor 't kind zou ze willen sterven. Het kind wat zon in 't triestige leventje te kunnen brengen, beteekende voor haar het meest verheven ideaal. En nu werd haar verweten dat ze met haar liefde voor den stumper coquetteerde!

Ze kon niets zeggen. Ze kon geen enkel geluid uitbrengen. Haar zenuwen hadden haar haar stem benomen. Tijdelijk? Voorgoed? Ze vermocht er zich geen rekenschap van te geven. Werktuigelijk opende ze de deur.

De ander begreep. Ruischende daalde ze de trap af.

Beneden viel de buitendeur in 't slot.

Hij had dus al naar een advocaat -willen gaan! Dat beteekende dat hij er al geweest was! Dus zoo ver was het nu al tusschen hen gekomen! Het liet haar volmaakt onverschillig. Tegenover Daan had ze steeds haar plicht gedaan, en meer behoefde ze hem niet te geven. Nu hij meer was gaan eischen, zou hun huwelijk stranden. Even voelde ze het als een opluchting. Dan was ze vrij! Dan was ze uit die stemming van gedruktheid.... weg onder de verwijtende oogen van zijn moeder weg uit dat huis, dat getuige was geweest van hun slechte huwelijksleven! Dan was ze weer alleen voor Peterken.... dan kon ze hem weer geven wat hem toekwam....

Peterken.... De gedachte aan hem bracht haar tot de werkelijkheid terug. Dan zou ze hem wel aan liefde, maar niet aan verzorging kunnen geven wat ze hem nu gaf. Dan zou ze zijn dure lessen niet kunnen betalen.... de hooge doktersrekeningen niet meer kunnen bekostigen, dan.... dan was er geen enkele kans meer, dat Peterken ooit weer normaal zou worden....

Moedeloos zonk haar hoofd in de handen. Waar ze ook keek — ze zag geen uitweg. Het leven sloot haar van alle kanten in. Haar huwelijk was een misstap geweest — een misstap, die haar duur te staan zou komen....

Toen Daan even later thuiskwam, vond hij haar bij 't raam voorover gezakt, het goud-omkransde hoofd zachtschokkend.

Het werd onhoudbaar. Hoewel Daan begreep dat het een