PETERKEN

Hij kwam dichterbij, ging op den rand van baar stoel zitten, streelde baar blonde haar.

„Lily — zou je niet een klein beetje van mij kunnen houden?"

Ze glimlachte weemoedig. „Je doet als een verliefde jongen, Daan! Je verdient het, dat ik van je houden zou! Maar je zei het eens zelf: de Natuur is sterker dan wij. Ik weet dat je goed bent, en ik merk ook aan alles dat je van mij houdt! Waarom kan ik je liefde dan niet beantwoorden? Moet men leeren lief te hebben? Of komt het misschien, doordat ik een te idealistische opvatting van liefde heb? Heeft men in liefde gradueele verschillen? Ik weet het niet! Zou een andere vrouw, wat ik voor jou voel, voor liefde houden? Ook dat weet ik niet! Ik weet alleen, dat ik me ongelukkig voel! Misschien ook eisch ik te veel van 't leven! Ik heb een man die van me houdt, een mooi, groot huis met

voldoende personeel, een financieel-onbezorgd bestaan

Misschien is dat geluk! Waarschijnlijk heb ik een te kinderlijke opvatting van geluk, doordat ik nog te veel aan jongemeisjes-idealen vastzit....

En aan je ondervinding in het liefdeleven! flitste het door Daan heen. Maar hij klemde zijn tanden opeen en zei niets.

,Ik moet je iets zeggen " ging ze door. „Het zal je

wel erg verwonderen ik heb zoo gedacht misschien

is 't wel goed en jij hebt het altijd gewild "

„Wat?" vroeg hij verschrikt.

Ze kleurde. Met haar linkerhand streelde ze zijn haar. „Jij hebt het toch altijd verlangd," fluisterde ze. „We zullen een kindje krijgen "

„Lily!" bracht hij verschrikt uit.

„Waarom verbaast je dat zoo? Jij hebt het toch altijd gewild? En misschien heb je gelijk! Misschien brengt dat ons dichter bij elkaar "

Ze liegt! raasde het door hem heen. Ze liegt! Daarom is het niet! Alleen omdat ze Peterken niet meer heeft! Omdat ze toch ergens met haar liefde heen moet! Omdat ze niets; maar dan ook niets aan mij schijnt te hebben! Dan was wat ze met een gebaar van opoffering bood, niets dan grove leugen! Dan heeft het haar gespeten, dat ik de geboorte van