AF....

dat hij zijn hoed afnam, wat hij anders nooit deed, en toen gingen ze ieder hun eigen kant uit.

Haar hoofd bonsde en ze voelde haar oogen weer vol schieten.

Op den hoek keek ze haastig om. Hij stapte stevig door en zwaaide met zijn wandelstok.

En toen, ineens, wist ze, dat hij zich opgelucht voelde nu het afscheid achter den rug was en omdat het gegaan was zonder pijnlijke scène. Zelf had hij niet eens den moed gehad er over te beginnen, maar door zijn voortdurend zwijgen had hij haar het initiatief opgedrongen. Het was nu een pak van zijn hart, dat alles zoo goed was gegaan.

Laf was hij, de moeilijke dingen in het leven dorst hij niet aan.

Dat ze dit nu pas inzag! Dat ze dit al niet eerder had begrepen, als ze eens met voor haar gewichtige problemen bij hem was gekomen en hij steeds had gezegd, dat je de dingen niet al te zwaar moest opnemen.

Hij nam zelf niets zwaar op, dat begreep ze nu wel, ook niet wat ernstig opgevat moést worden. Hij ging de al te ernstige dingen liefst uit den weg en als hij ze toch ontmoette, durfde hij zelf geen moeilijkheid op te lossen, maar bleef afwachten of een ander dat misschien voor hem zou doen.

Even moest ze bitter glimlachen om de snelheid waarmee haar voorstelling van Frans zich ineens had gewijzigd

Het schrijnende verdriet in haar had plaats gemaakt voor doffe berusting.

Met hoofdpijn kwam ze thuis en ging naar bed, en met vage verbazing merkte zij, dat ze niet eens meer huilen kon.