DE TERUGKEER

verteld had, dat hij een moord op zijn geweten had en dadelijk moest vluchten, wilde hij niet in handen van de politie vallen.

God ja, ze was eerst verstard geweest van schrik, maar hij had haar ruw bij den arm gegrepen en haar toegeschreeuwd, dat ze niet moest staan suffen, maar gauw een bundeltje maken van wat ondergoed en brood om mee te nemen.

Terwijl zij half versuft door die verschrikkelijke bekentenis met bevende handen zijn kleeren bij elkaar zocht, had hij zich in de deuropening geposteerd en zoo, telkens zich zelf onderbrekend om angstig te luisteren of hij niet achtervolgd werd, had hij verteld wat er dien avond in de kroeg van het dorp voorgevallen was.

Eerst had hij met drie anderen wat zitten kaarten en daarbij natuurlijk ook veel gedronken en toen had hij per ongeluk — hóórde ze wel — per ongeluk een kaart laten vallen en er toevallig zijn voet op gezet. En omdat hij nu dien heelen avond zoon beestachtig geluk had gehad, beschuldigde Geert van den hoefsmid hem van valsch spelen en smeet hem de kaarten in het gezicht. Doordat ze al een beetje opgewonden waren door het spel en den drank, was hij zelf ook opgestoven en had Geert met een stoel op zijn rooien kop getimmerd, tot deze plotseling languit op den grond viel om niet meer op te staan, terwijl het bloed hem uit een wond aan den slaap liep. Hij dacht wel, dat hij dood was, want hij lag zoo erg stil. En in de algemeene herrie, die er toen ontstaan was, had hij zich stiekum uit de voeten gemaakt en nu was hij hier, maar hij moest dadelijk weg, wilde trachten naar Amerika te ontvluchten.

Zonder tranen had ze hem aangehoord en ook huilde ze niet, toen hij het pakje van haar overnam, haar vluchtig kuste en in de duisternis van den nacht verdween, na haar verzekerd te hébben, dat hij haar niet vergeten zou en terug zou komen, als zijn misdaad verjaard zou zijn.

Lang had ze toen in de donkerte naar buiten gestaard, met droge, brandende oogen. Het wilde nog niet goed tot haar doordringen, dat die laatste vreeselijke oogenblikken geen angstige droom waren geweest, waar een geruststel-