DE VERRE PRINS

bruinwollen mantelpak met den sealskin kraag, het moccakleurig reishoedje. Maar Amke kan vooral haar oogen niet van den man afhouden. Hij heeft veel weg van Bergsma. Een woeste, onberedeneerde jaloezie doorvlamt haar als de man zich tot het vrouwtje overbuigt, en tegelijk een woede tegen zichzelf. Ze wil nu niet aan Bergsma denken, ze wil niet naar binnen zien, ze wil als Guido het leven genieten, het genot inzwelgen: hij heeft het haar beloofd het haar te leeren. Elke zieleleegte wordt er mee gevuld.

Amke kijkt door de coupéruit naar de kale bouwlanden met de paarse wegen en de wolkenstoeten er boven, die in legers met den trein optrekken. Ze zijn de Rietlanden bij den Moerdijk genaderd. Het Hollandsch Diep ligt leikleurig neer met grijze en zilveren vakken, heeft alleen wat witte zeiltjes aan den horizon.

Al dat grijs en wit en zilver stemmen een verdrietig hart aangenaam. Amke's aandacht wordt van haar zelf afgeleid. Ook de eerste dagen in Brussel is het gevoel van eenzaamheid verdoofd door de talrijke nieuwe indrukken, die ze opdoet.

Overdag zwerven ze, na een laat ontbijt, door de bovenen de benedenstad, 's Avonds leven ze het boulevardleven en slenteren van het eene koffiehuis naar het andere. In Metropole, waar ze logeeren, wijden ze het Reveillon in met een copieus diner, rijkelijk besproeid met wijn. Voor den avond zijn plaatsen in het Alhambra besproken.

Ze zitten er vlak bij het orkest en moeten hoog naar het tooneel opkijken. Met een onbewogen gezicht laat Amke spel, zang en dans aan haar aandacht voorbijgaan. De artisten zijn bijna naakt, ze dansen leelijk en zinnelijk. Er b iets in Amke verhard, niets kwetst haar, ook het heimelijk fluisteren en het elkaar aanstooten van Koen en Guido niet. Tot diep in den nacht fuiven ze in een nachtgelegenheid na, een zaal vol sigarenrook en demi-mondaines, waar met serpentine en confetti gegooid wordt.

Den middag van Tweeden Kerstdag verdwalen ze door een toeval in het Vlaamsche Huis op de Grande Place. Koen heeft dadelijk zijn bekomst en dringt er op aan, een gezelligen bar op te zoeken. Hij vindt de zaal met haar een-