DE VERRE PRINS

voudig beschoten wanden niet luxueus genoeg en somber. Ferrati acht de mogelijkheid niet uitgesloten, hier in een hinderlaag gelokt te worden. Hij bespot de vergeelde platen en de reproductie van Rembrandts zelfportret. Amke luistert nauwelijks naar hun gezwets; ze is in een van de hooge, breede eikenhouten vensterbanken geklommen en kijkt door de kleine, in lood gevatte ruitjes naar het plein, waar eens het schavot voor Egmond en Hoorne stond opgericht en waar nu vredig oude moedertjes zitten bij haar wagentjes vol escargots en groote, kleurige parasols zich breiden over nog kleuriger bloemenmanden. Er is een geur van geschiedenis in het oude huis; een fluïdum van romantiek verleden waart over het plein. Het fijne, steenen kantwerk van 1'Hotel de Ville en La Maison du Roi steekt als zwart filigraan af tegen de al verbleekende, strak-blauwe vrieslucht. De gouden belijning en jaartallen op de bekoorlijke trapgevels van de gildehuizen zijn ééns zoo goud in de dalende zon. Het kleverige, het zwoele van de laatste dagen glijdt van Amke af; het is alsof ze iets weervindt, dat ze lang heeft gemist. Op weg naar het hotel is ze stil en in zichzelf gekeerd.

Na het souper gaat ze naar haar kamer en draait de deur op slot. Ze schopt haar grijze peau-de-suède schoenen uit. ze ergeren haar. Het is door de bevroren, in de stad gesmolten sneeuw beter met baggerlaarzen te loopen Ze ergert zich ook aan den Parijschen hoed, die aan den kapstok te pronken hangt en die haar volgens Guido zoo chic staat. Ze ergert zich aan haar glacé handschoenen; die een chic toilet volmaken en die hét middel zijn tegen een gezonden bloedstroom. Er is niets, waar ze zich niet aan ergert.

,,Ga je mee, naar Palais d'Eté," zingt Ferrati luid en galmend op de gang en hij trommelt er indringerig bij op haar kamerdeur. Hij gaat met haar om alsof hij alle rechten op haar heeft. Koen denkt ook niet anders, of ze zijn het volkomen met elkaar eens.

„Dank je wel," antwoordt ze spottend. „Ik zal vanavond mijn hoofd eens koel houden." Ferrati begrijpt haar plotselingen ommekeer niet. Totnogtoe is ze net als de man-