EMMA, DE BRUID

— Maar twee meisjes alleen....

— Waarom twee meisjes niet en twee broers wel?

— Ja.... eigenlijk....

— O! hoe ouderwetsch! Stel u voor, dat twee broers wèl op zichzelf en elkaar kunnen passen, en twee meisjes niet....

— En vindt uw Papa....

— Papa vindt alles goed wat we doen.

— Dan is uw vader wel zeer tolerant.... voor 'n vader.

— Niet tolerant, maar onverschillig. Ja, wat wil je er aan doen!

De heer van Wesendonck begon.... iets van bewondering. ... èn iets van medelijden te voelen voor dit dappere, onafhankelijke ding.

Wat een toestanden tegenwoordig Och, op zichzelf

beschouwd, was er natuurlijk niets in, dat twee zusjes gingen samenwonen, maar....

Hij hoorde al, hoe zijn vrouw smalen zou:

— Geen omgang meer voor fatsoenlijke menschen. Zelfs 't bohemianisme heeft z'n grenzen.

En zijn bewondering en zijn medelijden steeg zoodanig, dat hij zei:

— Kindje, ik begrijp, dat je je graag vrij wilt voelen. Maar.... in de maatschappelijke wereld kan je nu eenmaal niet alle banden afschudden. Geloof me, 't zou beter wezen, iemand bij jullie te nemen, al was 't alleen maar voor de schijn.

Door dat hartelijke »kindje« werd van Wesendonck Ips opeens zeer sympathiek.

— Ik dank u voor uw belangstelling, zei ze spontaan. Maar, voegde zij er ondeugend bij, zelfs al zouden we willen, dan nog zou 't niet gaan, we hebben eenvoudig geen plaats. Weet u wat, zei ze gastvrij, komt u morgen maar 's bij ons koffiedrinken, dan kunt u u overtuigen!!

— Ik dacht, dat u er nog niet woonde?

— Neen, maar zoo af en toe gaan we er toch wel teaën en lunchen, als 't zoo te pas komt. 't Dejeuner zal heel eenvoudig zijn: 'n terrine foie gras, 'n beschuitje met Brie.... en wat vruchten.