DE DERDE FIRMANT

door

E, VAN LIDTH DE JEUDE

Een tijdje geleden zat ik eens, na beurstijd, met John Berny, van Berny, Bendot & Co., een kop thee te drinken in een Bodega aan het Damrak, toen we Pollens zagen langs loopen, die ook van de beurs kwam. En toen zei ik onwillekeurig: „Hoe is het toch mogelijk, dat jullie dien vent in je firma houden?"

John Berny roerde eens glimlachend in zijn kopje thee, terwijl hij antwoordde: „Ja, zoo denken er meer over, Om de waarheid te zeggen moet ik bekennen, dat ik er vroeger zoo ook wel eens over heb gedacht. Maar nu — neen, ik zou hem voor geen goud meer willen missen,"

En terwijl hij zoo sprak, keek hij vol verteedering Pollens na, die het Damrak af sjokte in de richting van hun kantoor.

Pollens is lang en mager. Hij doet mij altijd denken aan sommige komieken uit operette of revue. Hij heeft hoeden, die hem een maat te klein zijn en die vreemd boven op dat hoofd met hoogblond haar staan. Zijn broek is te hoog opgehaald, en de mouwen van zijn jas schijnen te kort. Hij