44

TWEEDE VROUW.

hakken van haar schoentjes op de steenen, daar trippelde ze door de kamers, wel nietig moest haar figuurtje verzonken zijn in die ruime vertrekken! En boven, de kleine kamer, dat was haar heiligdom geweest daar had ze gezeten, de lange zomeravonden, en met haar tengere vingers de toetsen gedrukt dat de dorpsmenschen luisterend toeven bleven en opblikten naar het open venster. Dan was Her bij haar komen staan, en had ook aandachtig toegeluisterd, zijn donker hoofd aan den wand geleund, als

toen, dien zondagavond En later die twee samen voor het

raam, schouwend hoe de schaduwen van den nacht zich breidden over den slapenden tuin. En nog later....

Heet steeg het bloed Josien naar de wangen, ze moest zich bedwingen, niet op te springen en Herman te wekken. Hoe rustig ademde hij Zou hij ook eens zoo met de eerste vrouw zijn geweest als nu met haar haar gekust hebben, genoemd met

dezelfde lieve namen ? Natuurlijk had hij dat, niet eens,

maar honderd, duizend maal ! Hoe zou dat anders kunnen?

Eustig en scherp trachtte ze dit vast te stellen als een waarheid, een feit, onomstootelijk: vóór haar had Her een ander liefgehad, al wat hij haar gaf had ook die andere van hem ontvangen.... En tegelijk gevoelde ze, hoe in haar groeide een afkeer tegen die vrouw, hoe de gedachte aan haar elke vreugde verdrong.Gesmoord kreunde ze, de oogen star in het nachte-zwart. O, kwam ze tenminste maar niet in datzelfde huis, waar elk meubel, elke plekje

gedachten opwekte aan die andere ! Werden enkel slechts de

kamers verwisseld, dat ze niet hoefde te slapen waar eens de eerste vrouw zich had uitgestrekt naast hem, dat ze niet hoefde te huizen tusschen voorwerpen die elk voor zich een herinnering bewaarden! Zóó kon 't niet, ze wilde 't niet. Als Her zelf niet begreep hoe haar dat kwetsen moest, als hij zoo weinig fijngevoelig bleek, dan diende ze 't hem ronduit te zeggen... Morgen al.

En nu hiertoe besloten, voelde ze zich kalmer gestemd. Lang nog lag ze wakker, luisterend naar zijn regelmatig ademhalen. Viel het eigenlijk wel te verwonderen, dat hij weinig begreep van vrouwengrillen, hij zoo vast, zoo zeker van zichzelf ? Ze peinsde erover na, 't leek haar alles toch zoo erg niet.... Ze voelde zich wat moe, opgewonden door de vele nieuwe indrukken. Later, als ze aldoor naast hem leefde, werd ze stellig anders, even rustig