HET MASKER

DOOR

HELENA EIP.

Bont vlinderden de paren dooreen, kleuren vloekten brutaal of harmoniëerden oogen-streelend.

De feestgewaden, sierlijk slepend, kronkelden zich sehuifelzacht over den parketvloer of fladderden soepel en luchtig om danslustige voetjes.

Hel plonste het licht uit de plafondomamenten, als witte zonnen aan den blauwen zaal-hemel, neer op de kapsels en pruiken der dansenden. Het levendig tango-rythme huppelde door de ruime vertrekken en verlokte zelfs een Perzische schoone, een bergère met wijd rokkengedof tot hypermoderne elegance.

De maskers glansden zijig in diverse kleuren, als hard geverfde gezichten, monotoon door béte vorm met den breed-platten neus en de nauwe spleten, waaronder de oogen lachten en tintelden, als zon-belichte vensters in doodsche huizen. Als groote zwarte raven bewogen zich de figuren, omhoesd door donkere domino's tusschen het kleurengewirwar, en star grijnsden de krijtwitte maskers zorgvuldig dekkend blozende wangen en kersroode mondjes. Dureau stond met zijn dame, een Egyptische koningsdochter in haar vorstelijke vreemde tooi bij een der buffetten en beiden hieven hoog de wijnglazen, schitterend rood als robijnen, fonkelend in den vollen lichtgloed der candelabres. En terwijl ze dronken, vorschten zij in elkanders blik

Voor hen uit lag de zaal, als een tuin vol bonte bloemen, bedwelmend door zijn kleuren, aanlokkelijk door zijn aanblik van rustige zitjes onder wijdvingerige palmgroepen.

— Mag ik u nog om dezen dans verzoeken, schoone dochter van den Nijl?

— Ge zijt ondeugend vreemdeling, bedenk, gij kent mij wel,