UIT DEN OORLOG.

251

En daar vonden zij dan den wacht weder, een grooter, krachtiger man dan het manneke dat hen gebracht had, en ook deze had de bajonet op het geweer.

„Willen de heeren maar met mij mede gaan naar het station", noodde de wacht stroef.

De deur sloot zich achter hen en zoo liepen zij dan opnieuw langs de zonnige Lei, waar hu meer wandelaars kwamen in dien onwaarschijnlijken gloed van de vele groote, rood geel zwarte vlaggen. Maar het was alsof zij al wat zij nu ontwaarden op straat slechts ten deele in zich opnamen, zoozeer vervuld waren zij nog van wat zij in het schemerige vertrek bij den notaris hadden ondervonden. Echter zij spraken daarvan niet, want zij begrepen dat alles wat zij zeiden door hunnen geleider werd afgeluisterd. Daarom deden zij hem een paar onnoozele vragen: Hoe laat/de processie hegonnen was, hoeveel menschen hij dacht dat er wel in meegeloopen hadden, hoeveel inwoners Turnhout telde; of de speelkaartenindustrie vooruitging.

De wacht antwoordde bondig en met een strak gezicht. Hij stapte voort 'met fermen tred en zij bereikten al spoedig het station, waar zij dra voor den luitenant stonden.

Deze vraagde kortaf: „Gij zijt bij den heer De Swerte geweest" ?

„Ja, wij hebben ons bezoek gebracht", antwoordde Vervoort.

„Wij zouden nu gaarne nog wat in Turnhout rond kijken", voegde Marius er aan toe.

„Dat moet ik u ontraden", antwoordde de luitenant.

„Gij zijt vreemdelingen, en de bevolking is zeer onrustig. Gij kunt gaan waar gij wilt, maar ik weet zeker dat gij dadelijk een oploop zult verwekken en de gardes zullen u telkens weer naar deze kamer opbrengen. Daarom, gij kunt naar buiten gaan, maar dan is u in overweging gegeven, niet verder dan het stationsplein te wandelen",

De luitenant fluisterde nog even een der wachten toe. Deze noodde een derde in het gesprek en dra staken allen weder fluisterend de hoofden bijeen, zij onderhielden zich in het Eransch en herhaaldelijk hoorde Marius de woorden: „Non! Non! impossible" wanneer de wachten even hun geheimzinnigheid lieten varen en bij aanduidende handbewegingen luider spraken.