4

DE BASTAARD VAN BARON

in zekeren zin de hoogepriester was in het hart — tempel van hoogheid, rouw en verloutering — van de hooge vrouw op wier komst men niet eens ongeduldig wachtte.

Waartoe overigens ongeduld? De trein, wist men, was in aantocht. Voor Versailles mocht hij eenig oponthoud ondervonden hebben, daarna had hij zijn spoed versneld. Dit even talrijke als voorname gezelschap, waarin ieder de(n) ander kende en met zulk een verheugend doel hier bijeen, vond het wel leuk elkaar vooraf nog even de hand te kunnen kussen of drukken met een woord van welkom. verrassing of vertrouwdheid: „gaat 't goed, waarde?" — „U ziet er verrukkelijk uit, lieve." — ,,Ha, daar is die uitmuntende de Prague ook! Alles in orde? Geen akelige »baisses«?"

Het antwoord werd niet eens afgewacht, soms slechts door handdruk of gevat woord gegeven. De kruiers, blauw van kiel, rood van gezindheid, zwart van haar en knevels, waren niet zoo bolsjewistisch gezind, of al die fijnheid: manieren, woorden, kleeding, geuren, schonk hun of verlevendigde in hen ook iets van de oude wellevendheid, het Fransche volkskarakter eigen, al zijn «blague» en al zijn republikeinsche overleveringen ten spijt.

Niet slechts, dat zij met hun ijzeren rolwagen een ronding trokken om de groep heen met een verwijdering, waardoor zij onwillekeurig eerbied te kennen gaven, schoon er niet het geringste gevaar bestond, dat een dier dames en heeren door zulk een gemeen ijzeren gevaarte verpletterd, of zelfs maar besmeurd zou worden» Onder het voorbijgaan klonk hun geroep steeds:

y>Attenüon, dam' — messieu!« — wMet Uw verlof, mevrouw!« — »Als U 't goed vindt, mon prince!«

Natuurlijk lette het gezelschap niet op die vuil-gekielde petmannen met vervaarlijke knevels deze en gene: goedaardige bietebauwen, onwelriekend van olie en nog iets onbepaalbaars, waarin een minder hoog geborene allicht den reuk der menschelijke uitwaseming had herkend. Maar hoe zouden deze uitverkorenen der weelde ooit geleerd hebben den eigenaardigen geur der menschelijke uitwaseming te onderscheiden, hoewel sommigen toch uit de Fran-