Het is mogelijk om uw bekeken objecten te bewaren. Ga naar instellingen om deze optie in te schakelen.
Geen zoekvraag opgegeven
- office casemate" genomen proeven verwijzen wij naar het bovenaangehaalde werk. Vijf verschillende, minder zware pantseringen werden daar uit de Engelsche 7-, 'J-, 10-Mic/i kanonnen en het i^-inch Rodman-kanon beschoten ; terwijl het 7-inch kanon niet in staat was ze te vernielen, waren zij tegen de schoten uit het [Q-inch kanon niet bestand. (1) Hut Amerikaansche 20-inch kanon, waarmee de lezerS van Sp/clatov reeds bekend gemaakt zijn , moet echter niet vergeten worden. (2) Lettende op de uitkomsten vermeld op blz. 122 van dezen jaargang, toen telkens zooveel bouten bij het treffen der projectielen losraakten en achteruitvlogen, schijnt de hier opgegevene wijze om de schroefbouten te bevestigen , ook zeer navolgenswaardig. De rechtstanden van liet gewelf der door het schild beveiligde kazemat waren in tegenoverstelling niet die der Plymouth-kazemat, inet dat schild verbonden. Evenzoo vindt de lezer in deze bladzijden eene meer uitvoerige beschrijving van de genoemde vuurmonden, van de bijbehoorende affuiten, projectielen en van de bediening, en een tableau, dat een overzicht geeft van hel vermogen van een 14-tal in Europa aangenomen of in beproeving zijnde getrokken vuurmonden van de grootste kalibers De schrijver eindigt met als zijne meening op te geven: »que la solution de la queslion des canons rayés de gros calibre est »dans Ie chargement par la culasse avec projccliles forcés et charges de poudre «lente et dans l'emploi, pour la fabrication des pièces, d'un acier fondu, jouis»sant des propriétés de 1'acier-Krupp". Dit laatste, omdat het Firlh staal, waarvan in Engeland de binnenste buizen der gecercleerde Armstrong- en Fraser-kanonnen van groot kaliber gemaakt zijn , door de beschadigingen , die zij ondergaan hebben , gebleken is op verre na niet de goede hoedanigheden van hel Krupp-staal te bezitten. De schrijver is ook bij zulke zware vuurmonden een groot voorstander der kulaslading ; omdat er het snelst mee gevuurd kan worden , de bediening veel minder is blootgesteld en minder diepe kazematten vereischt worden. Buitendien is het aantal voor de bediening vereischle manschappen ook geringer. Terwijl het Engelsche 9-inch kanon 13 kanonniers vereischt , worden er bij een kulasladcr van hetzelfde kaliber slechts 8 of 9 gevorderd, en de schrijver heeft zelfs in Pruisen zulk een vuurmond zeer goed door 7 manschappen zien bedienen, De Engelschen verkiezen tot dus verre de vojrladcrs , omdat de sluitstukken van Akmstrong niet goed voldaan hebben ; daarentegen hebben de jongste, in Rusland genomen proeven duidelijk aangetoond, dat hierin voorzien kan worden. Rusland , Frankrijk , Oostenrijk , Holland (1) en Turkije hebben dan ook voor de vuurmonden van zulke groote kalibers de kulaslading verkozen. De vier platen verhoogen ten slotte zeer de waarde van dezen verdienstelijken arbeid van den kapitein Nicaise. (1) Niet onze zeemacht. IIET MEIWE WAPEN DER INFANTERIE IN DENEMARKEN. In de twee jaren, die verloopen zijn, sedert het achterlaadgeweer »la question bruiante" van den dag werd , zijn de meeste slaten zoover gevorderd, dat zij geheel of gedeeltelijk hunne oude geweren naar een of ander systeem , in achterlaadgeweren veranderd hebben. Daarentegen vindt men nog slechts in weinige legers een geheel nieuw geweer , dat aan alle nieuwere vereischten van den tijd voldoet, en vele staten hebben nog niet eens eene keuze gedaan. Alleen Frankrijk, onder den indruk van de overwinningen, die de Pruisen met het naaldgeweer behaald hadden, nam dadelijk het Chassepotgeweer aan, zonder zich tijd te geven te onderzoeken of het niet door andere in vele opzichlen overtroffen werd (1). Nietlegenslaande de verzekeringen van den Maarschalk Niel , die beweert, dat het Chassepotgeweer hel beste infanteriegeweer is, is het toch zeker, dat het overtroffen wordt door bijna al die wapens, welke de gasafsluiting door koperen patronen bewerken , omdat het sluitingsmechanisme veel eenvoudiger wordt en meer bestand legen de ruwe behandeling , waaraan het geweer steeds in den oorlog blootgesteld is. Door de treurige ondervinding in 18154 opgedaan, is zeker Denemarken een van die staten, welke het eerst er op bedacht zijn geweest eveneens een achterlaadgeweer bij het leger in te voeren. Het heeft daarom dan ook meer tijd gehad alle mogelijke wapens te beproeven en bij tijds eene keuze te doen. Gedrongen door de noodzakelijkheid om zich steeds op nieuwe aanvallen van Pruisen voor te bereiden, heefl het zich niet lang bedacht, maar is reeds nu in staat het grootste gedeelte van het leger met een geheel nieuw wapen te voorzien , dat in weinige opzichten voor eenig ander behoeft onder te doen. Daar Nederland, voor zoover ons bekend is, nog geen besluit genomen heeft met welk geweer voortaan de infanterie gewapend zal worden , kan het misschien van belang zijn de aandacht op het Deensche Remingtongeweer te vestigen en de proeven mede te deelen, die met dit geweer genomen zijn. Hel Remingtongeweer is genoegzaam bekend (2), zoodat ik mij met de beschrijving daarvan niet behoef op te houden. Het laden geschiedt in de volgende tempo's. Eerst den haan spannen , het sluilsluk openen , eene nieuwe palroon inzetten, het sluitstuk neerlaten, en men (1) Bij de proeven in den zomer van 186G door eene Commissie tot onderzoek van het beste, achterladingsgeweer genomen, werd slechts het Chassepotgeweer onderzocht. (2) Zie over dit geweer blz. 35, van den voorg. jaargang. is gereed lot schieten. Het geheele sluilingsslelsel is dus zeer eenvoudig, en voor ongeoefenden is het mogelijk 18 scholen in de minuut te doen , wanneer de patronen gemakkelijk Ie nemen zijn. De loop van hel geweer is van gietstaal, heeft een kaliber van 11,44strepen en is voorzien van 5 trekken, 0.18 streep diep, die een spoed van Ü.70G cl hebben. Het geweer is lang, zonder sabelbajonet 1.282 el. » " » » met » 1.851 • o ' weegt zonder o 4 I2.'i pd. » » » met » 4.867 » Al de geweren zijn door de fabriek van den Heer Rf.mington in Amerika geleverd , legen een prijs van f 45.— het sluk , zonder de bajonet, die in Solingen vervaardigd is. Natuurlijk heeft men zich van de deugdzaamheid van het nieuwe wapen in alle opzichten willen overtuigen, waarom in den loop van den winter onder anderen de volgende proeven genomen zijn. Met een zelfde geweer werden , zonder het schoon temaken, 100 scholen gedaan met eene lading van 5.46 wichtjes en twee punlkogels, wegende elk 26 8'J wichtjes. Ofschoon 20 der patronen in den rand scheurden , had dit in het geheel geen schadelijken invloed op het mechanisme, dat even goed als gewoonlijk behandeld kon worden. Eene andere proef bestond daarin , dat men bet geweer twee dagen aan den regen blootstelde, waardoor het sluitstuk en de haan veel van roest geleden hadden. Behalve dat de haan de eerste keer wal moeielijk te spannen was , werkte de sluiting even goed als vroeger. Evenmin werd het geweer tijdelijk buiten dienst gesteld dooi' hel in den modder te werpen en daarna alle sluitingsdeelen te bestrijken met vuil en zand. Men behoefde slechts de kamer zooveel schoon Ie maken, dat eene patroon er in geplaatst kon worden, om weder te kunnen schieten en daarmede zonder sloornis voort te gaan. liet blijkt hieruit genoegzaam, dat het geweer in alle opzichten bestand zal kunnen zijn tegen de onvermijdelijke nadeclen , waaraan het in lijd van oorlog steeds is blootgesteld. Dat het C.hassepolgeweer, aan dezelfde proeven onderworpen , verre ten achteren zou staan bij het Remingtongeweer, is duidelijk genoeg. Na 100 scholen zonder schoonmaking, zou zelfs bij de beste gasafsluiling de spits der naald zoo vuil zijn geworden , dat die niet goed het zunderlje zal kunnen doorhoren. Het schot zou dus meermalen niet afgaan, terwijl er dan ook veel lijd verloren gaat met de onbruikbare patroon er weder uit te nemen. Modder , vuil en roest zal het wapen nog minder kunnen verdragen. Een groot voordeel levert het Remingtongeweer nog in dit opzicht op, dat het zeer gemakkelijk uit elkander genomen kan worden, om het slot te reinigen en in te smeeren. Het in elkander zeltcn is even gemakkelijk. Wij gaan nu over tot het mededeelen van de baüstische eigenschappen van hel wapen, zooals die dezen winter bij hel inschieten gevonden zijn. Men moet bierbij in aanmerking nemen , dat de proeven in een ongunstig jaargetijde plaats gehad hebben , en dat in de onderstaande label bet gemiddelde van 5 geweren genomen is. De kogelbanen zijn berekend voor toenemende afstanden van 100 Deensclie el (83.7 pas), nadat men met ieder geweer op eiken afstand 20 schoten gedaan had. De patroon, waarop wij later terug zullen komen, is eene eenheidspatroon van metaal met randontsteking, die eene kruidlading van 5.91 wichtjes en een kogel van 25 wichtjes bevat. . Bestrekene ruimte (1) Verheffing der kogelbaan boven de vizierlijn in Afstand *n Passen. ellen op in Elevatie. passen. " " ~~~~~ ~ — voor. achter. sJ^n 83.7 167.4 231.1 334.8 41S.5 502.2 585.9 669.6 753.3 857 920.7 1004.4 pass. 83.7 0" 33' 39'' geheel 152.3 236 0 167.4 42 4 I geheel 117.2 28'i.6 0.16 0 251.1 52 32 geheel 92.1 343.2 0.34 0.34 O 334.8 1" 3'12" geheel 77.8 412.6 0.53 0.75 0.56 0 418.5 14 41 83.4 58.6 144.0 0 75 1.16 1.19 0.85 0 502.2 27 61.1 46.9 108.0 0.97 1.60 1.8S 176 113 0 585.9 40 7 46 38.5 84.5 1.19 2.10 2.60 2.70 2.29 1.44 0 669.6 54 4 37.6 33 5 71.1 1.44 2.60 3.5ö 3.73 3.64 2.95 1.79 0 753.3 2° 8'49'' 31 28.5 59.3 1.73 3.14 4.17 4.80 4.96 4.27 3.67 2.17 O 837 24 23 25.1 24.3 49.4 2.01 3.70 5.02 5.93 6.37 6.28 5.68 4.46 2.54 0 920.7 40 46 21.8 21 42.8 2.32 4.30 5.93 7.12 7,88 8.10 7.72 6.8'i 5^4 2.98 O 1004.4 57 58 20.1 19.3 39.4 2.64 4.93 6.87 8.41 9.44 10 9.96 Ü.07 8.10 6.12 3.45 O I (I) Bij de berekening der hestrekene ruimte heeft men aangenomen, dat men richt op het midden van een man , dus 0.83 el hoog. Uit deze opgaven blijkt genoegzaam , dat het Remingtongeweer ten opzichte van de raseerende baan ver boven het getransformeerde oude geweer staaU Zoo is bijv. voor het Nederlandsche kamerlaadgeweer, volgens Swdeb, op een afstand van 250 pas deze ruimte geheel bestreken en daarachter 05 pas, te zamen 515 pas, wanneer het mikpunt 0.8(5 cl hoog is; maar reeds op d30 pas is de geheele hestrekene ruimte slechts 110 pas en nog 410 voor het Remington- ^ Vergelijkt men het echter bij het Chassepotgeweer, dan heeft dit laatste een niet gering voordeel, zooals uit volgende opgaven blijkt. Afstand Geheele beslrekcne in Visierlioek. ruimte. passen. 200 S' 59" 527.1 passen. 300 14' 20" 597.7 » 400 24' 28" 468.0 » 500 36' 3" 135.S » 600 49' S" 99.5 • 800 1° 19' 30" 60.4 • 1000 1» 55' 44" 40.8 » De grootste verheugen boven de vizierlijn zijn voor de twee wapens de volgende : Afstand. 200 500 400 600 800 1000 pass. Chassepot.. 0.16 cl. 0.58 el. 0.82 el. 2.50 el. 4.86 el. 8.83 el. Remington . 0.19 • 0.60 • 1.19 » 2.89 . 3.80 . 9.98 - — De grootere, bestrekene ruimten van het Chassepotgeweer ztjn een g volg van de rroote lading, die men bij dit wapen bezigt, namelijk 8, wichtje, wenschelijk hel ook kon zijn bij hel Remingtongeweer dezelfde lading te gebruiken , is dit toch niet goed mogelijk. Eene zwaardere lading vordert noodzakelijk eene sterkere huls om tegen de grootere spanning bestand e zijn , en tevens zou de patroon zoo lang worden, dal men de huls na het schot moeielijk zou kunnen verwijderen. Daarom heefl men zieh mei de kleine, e lading .moeten tevreden stellen, die het projectiel eene aanvankel.jke snelheid van 08 d De'mfkans van het nieuwe wapen is daarentegen in alle opzichten bevre- Nadat deze nu van olie door benzin en liet koken in soda gezuiverd is, wordt het fulminant, dat uit slagkwik, chloorzure polasch en glas beslaat, in den rand gedreven. Daarna wordt aan de hulzen eene kegelvormige gedaante gegeven , ten einde gemakkelijker in de kamer van het geweer gebracht Ie kunnen worden en voornamelijk, omdat de huls dan na het afgaan van hel schol zeer los zit en gemakkelijk uitgetrokken kan worden. De middellijn der huls wordt dan van voren, in plaats van 12.78 a 12.69 12.50 strepen , hetgeen door middel van eene eenvoudige machine geschiedt. Een stempel, die inwendig juist de kegelvormige gedaante der afgewerkte huls heeft, beweegt zich op en neer. De hulzen worden op eene schijf gezet, die ronddraait en achtervolgens voor eiken slag van den stempel stilstaat, waarbij eene huls daaronder komt. Bij het verder ronddraaien der schijf valt de afgewerkte huls door een gat naar beneden. De verdere bewerking, die eerst den volgenden dag geschiedt , wanneer het fulminaat droog is, is zeer eenvoudig De lading bedraagt 5.91 wichtjes nieuw buskruit, en nadat hel projectiel in de huls gezet is, wordt deze door handmachines om den kogel gewurgd, zonder het kruit samen Ie persen ; zoodat de patroon den op Plaat, 7 aangeduiden vorm krijgt. Het gewicht bedraagt 54 70 wichtjes. Ten einde zich van de deugdzaamheid der nieuwe patronen te overtuigen , heeft men de volgende proeven genomen. In een trommel, voorzien van scherpe punlen, werden meerdere patronen gedurende 24 uren rondgewenteld, zonder dat eene ontplolling plaats had. Zij werden daarna afgeschoten en er deed zich geene enkele weigering voor, zoodat het fulminaat nog even goed vast zat. Verder wierp men twee patroonkislen van eene hoogte van 120 voet op de straatsteenen, zonder dat eene enkele ontplofte. Die, welke niet misvormd waren , of nog in het geweer pasten , werden allen afgevuurd. Andere patroonkislen, blootgesteld aan het geweervuur op 20 el afstand, werden niet anders beschadigd dan dat de getroffen patronen explodeerden, en eindelijk vond men dat patronen niet geleden hadden na 24- uur onder water gelegen te hebben. Van groot belang was het te zien, in hoeverre de hulzen slerk genoeg waren en in dit opzicht kan men de beste verwachtingen koesteren , daar tol nog loe geene randscheuringen zijn voorgekomen. Weigeringen hebben ook maar zelden plaats en van 16000 beproefde patronen zijn slechts 5 niet ontstoken kunnen worden. Er blijft dus nog over te onderzoeken , hoe lang de patronen in de magazijnen opbewaard kunnen blijven, zonder dat hel fulminaat gedekomponeerd wordt. Ondervinding over een lang tijdperk heeft men in dit opzicht nog niet. De oudste hier gemaakte patronen zijn slechts IJ jaar oud. Deze hebben echter niets geleden en in allen gevalle kan men zich legen dit nadeel verzekeren, door de patronen niet geheel af te maken, maar de hulzen le voorzien van fulminaat en gevernist in voorraad le hebben, en eveneens de projectielen. Hel patronen maken kan dan zeer spoedig geschieden. Uit deze opgaven blijkt duidelijk dat het aangenomen stelsel van randont- steking goede uilkomsten opgeleverd heeft en vele voordeelen bezit boven eenig ander stelsel. De fabricatie is zeer eenvoudig en baart weinig moeielijkheden ; de gasafsluiting is volkomen en geene randscheuringen komen voor Heeft er geene ontsteking plaats, dan behoeft men de patroon slechts even te draaien om bijna zeker van de ontsteking te zijn; terwijl de patronen waterdicht zijn en ten slotte de prijs zeer laag. Wanneer men alles in rekening brengt, komt het millioen op ƒ 43.000. Daarvan komen ƒ IS.000 voor de hulzen, ƒ 20.000 voor het werkloon en de materialen op hel laboratorium (kruid , lood , slagkwik, enz.) en f 10.000 voor gebouwen, machines, herstellingen enz., welke laatste som echter moeielijk te bepalen is. Op dit oogenblik worden er dagelijks over de 50.000 goede patronen afgeleverd door 172 man, bijna uitsluitend burgerlijke werklieden. Zeker heeft het stelsel mei centraalontsteking zijne voordeelen en vooral zou het een voordeel zijn , dat men de huls meermalen kon gebruiken ; inlusschen is dit slechts in vredestijd het geval , en wordt dit voordeel door de meerdere kosten opgeheven. Trouwens kan men er niet aan twijfelen, of de hulzen voor Remingtonpalronen kunnen even goed weder gebruikt worden, hetgeen nu beproefd zal worden. Koppenhagen , Juni 1868. P. N. Nieuwenhuis , 1 sle Luitenant der Artillerie. EEN OPEN BHIEF. Waarde vriend ! Gij doet mij, ten aanzien van de door ons gestichte Vereeniging van Ollicieren tot onderlinge ondersteuning bij overlijden, verscheidene vragen, met verzoek die voor het publiek te beantwoorden. Gaarne wil ik daaraan voldoen. In de eerste plaats, waarom wordt deze zaak door mij zoo ijverig voorgestaan ; len tweede, waarom is het reglement niet vollediger, en van waar ontslaat de tegenstand van sommigen tegen de Yereeniging. Op het Iste punt zal ik u zeggen, dat het bij mij, reeds als kind, de verontwaardiging heeft opgewekt, dal bij begrafenissen de nagelatene betrekkingen van de overledenen zoo uitgezogen en geplukt worden door de Vampyrs, die op den dood van een mensch azen, even als de vliegen op honig, «die van den dood van den mensch leven" , als daar zijn : lijkbidders , timmerlui, doodgravers , dragers, en hoe die verdere onheilspellende stoel moge heelen. In geval men veel geld bezit, is het al stuitend en hoogst onaangenaam , dat die menschen alle gevoel missen en niets eerbiedigen ; hoe veel te meer dan daar , waar de middelen schaars zijn. Is men gehuwd en deelgenoot van de weduwen- en wezenkas en komt de man te sterven —de vader, veelal de steun van het gezin — dan kost die begrafenis op eenvoudige wijze, al naarmate van de plaats waar men zich bevindt, ƒ 200.— a ƒ 300.— , zoodat de weduwe of de kinderen beneden de 18 jaren direct moeten bijpassen. Kinderen boven de 18 jaar, al zijn zij moederloos, krijgen bij overlijden van hun vader niets uit de weduwenkas. «Voor jonge officieren'-, schreef ik nog dezer dagen aan een vriend die toegetreden is, »is het niet alleen om hunne begrafenis te bekostigen, waarvan • hel rijk zich niets aantrekt (sommigen meenen ten onregle dat die door hel rijk «betaald wordt), maar ook om eenige kleine loopende schulden le kunnen afdoen , • die ieder officier zonder fortuin heeft, zelfs bij den meesten regel en de grootste »orde op zijne zaken; de Vereeniging strekt dus om te zorgen dat zoo'n officier «niet bij openbare inschrijving in het garnizoen of regiment behoeft begraven »te worden, of wel van den arme onder den grond te worden gestopt". Nu is er gelegenheid om dit te voorkomen , en die deze niet aangrijpt, begaat eene onverantwoordelijke, onbedachtzame daad tegenover zijn persoon , en tegenover den eervollen slund, dien hij bekleedt. 2°. Het Reglement ? Ja, waarde kameraad ! ik moet erkennen daar zijn gebreken in, maar er zijn ook vele kleingeestige bezwaren tegen dat Reglement geopperd. De hoofdzaak was, de vereeniging tot stand te brengen; er is geene menschelijke zaak, of zij is voor verbetering vatbaar; zoo ook dit Reglement. Dat daartoe de gelegenheid bestaat, wijzen art. 12 en §§ c en d van art. 13 aan; diegenen, die zich met het hoofddoel vereenigen, achten wij verpligt zich aan ons aan te sluiten en toe te treden , daarbij over de kleine bezwaren heen te stappen , dewijl zij juist door hunne toetreding de gelegenheid hebben de leemten van het Reglement in de algemeene vergadering aan te toonen , het van de bestaande gebreken te zuiveren en alzoo een deugdelijk Reglement te helpen daarstellen. Adieu waarde vriend ! Utrecht, Hartelijk gegroet, den 26. Julij 1868. t. a. V- Met de plaatsing van vorenstaanden brief zal de redactie van den Spectator zeer verpligten haren Dienslw. Dienaar , Herckenbatu. BOEKAANKONDIGINGEN. 1°. Proefnummer. hars, Tijdschrift vour hel Indische leger. Samarang 17 December 1 867. 2°. N°. t , 1 868. F.ersle jaargang. Mars, Tijdschrift, voor het Indische leger. De abonnementsprijs bedraagt f 12,— per jaar. [Iet tijdschrift verschijnt tweemaal per maand. Artikelen voor »Mars" bestemd, adresscre men aan den Heer C. E. van Kesteren, die tot waarborg voor de schrijvers, van de ontvangen stukken Kopiën aan de Uedaclie zendt. Samarang 9 Januarij 1868. Zoker heeft in üe eersle plaats niets meer bijgedragen om langzamerhand in verschillende skaten den toestand van het krijgswezen te verbeteren, dan de algemeene belangstelling in dit opzicht door de officieren , elk in hunnen werkkring , betoond. Maar toch zal ook niemand , die eenigzins bekend is met de groote vorderingen , gedurende de laatste jaren in de middelen van aanval en verdediging gemaakt, durven ontkennen, dat de bijna overal wortel geschoten publiciteit een zeer krachtige hefboom is geweest. De vele werkplaatsen van naam in verscheideno rijken in Europa en in zoovele plaatsen van Noord-Amerika , een Armstronu, Brown , Krcpp, Petir en Gaudet—om zooveel anderen .niet te noemen — , leveren de bewijzen , dal ook de niet-militair door zijne kennis en fortuin met vrucht meegewerkt heeft , om het krijgswezen in de verschillende staten met reuzenschreden vorderingen te doen maken. Wenschelijk is dus eene krachtige samenwerking van volk en krrjgsbestuur. En wat ze vermag , dat leert ons hel tegenwoordige Engeland met zijne vele uitvindingen op militair gebied , met zijne vrijwilliger-korpsen. Wat ze te voorschijn kan brengen , dat leert ons voorat de jongste oorlog in Amerika, toen legers geschapen moesten worden, toen in het onderhoud en in de verpleging dier talrijke krijgsscharen moest worden voorzien, toen in Europa berichten van daar geleverde zeegevechten overwaaiden , welke in die dagen ons min of meer fabelachtig toeschenen, maar welke wij thuns bewaarheid zien , in onze monitors en rammen , in ons verbeterenJ torpedowezen , enz. Maar zal die samenwerking werkelijk kunnen bestaan , zal zij goede vruchten kunnen dragen; dan moet er. zoo als wij zoo even -«reeds aanhaalden, publiciteit zijn. Het wetenswaardige , dat bij het eene dienstvak van het leger door studie en vernuft geschapen wordt , moet geen geheim zijn voor een and r onderdeel van kustbatterij , omdat de monitors in massa een concentrich vuur op de batterij kunnen richten en het gevecht naar willekeur kunnen afbreken. 7°. Het weerstandsvermogen van ijzeren koepels en geschutstanden wordt door eene er voorliggende borstwering van zand zeer verhoogd. Die zandmassa mag echter nooit de beweging van den koepel hinderen. 8°. Kustbatterijen alleen zijn niet voldoende om te beletten dat eene vijandelijke vloot het vaarwater forceert. Hiertoe worden buitendien versperringen in de bruikbare vaarwaters vereischt. O. a voorbeelden kan als bewijs dienen het opvaren van de Mississippi door den admiraal Fabragüt , niettegenstaande de rivier daar ter plaatse door de forten Jackson en St. Philip verdedigd werd, alsmede door een eskader kanonneerbooten. De Noordelijken verloren slechts één schip. 9". De versperring dient, om de vijandelijke vloot onder het vuur der kustbatterijen op te houden. De kus!batterijen dienen : a. om do vijandelijke vloot zóóver van de ankerplaats, de arsenalen enz. te houden, dat deze voor een bombardement gevrijwaard zijn; b. om door een krachtig vuur te beletten, dat de vijand de versperring opruimt; c. om eene landing van den vijand tegen le gaan. ■10. Terwijl hooggelegen kustbatterijen in staat zijn een krachtig vuur (doorborend) op de dekken der pantserschepen te openen , is het toch altijd goed lage batterijen (van minder kommandement) er aan toe te voegen , waaruit op de schroeven , het roer en den spiegel der pantserschepen kan gevuurd worden. 11. Ver vooruitgeschovene , geïsoleerde batterijen moeten tegen nachtelijke aanvallen met sloepen door eene afzonderlijke versperring beveiligd zijn. Als voorbeeld van zulk een gelukte aanval kan dienen het vernagelen der 6 vuurmonden op de batterij N\ I bij het eiland N°. 10 in den Mississippi, April 1862. Drijvende friesche ruiters zouden voor zulk eene versperring gebruikt kunnen worden. 12°. Versperringen en torpedo's. Alleen van touw gemaakte versperringen, en dat nog wel alleen die in de haven van Charleston , hebben zich tot nu toe goed gehouden. Kettingen , drijvende balken en vlotten raken door den stroom te spoedig los. Het zinken van schepen maakt veeltijds de vaarwaters te lang onbruikbaar. Versperringen en torpedo's moeten , zoo mogelijk , niet beletten , dat de scheepsmacht van den verdediger op geschikte oogenblikken weer tot den aanval overgaat. 13. De verlichting van het vaarwater tot op 2000 a 3000 pas van de batterijen wordt vereischt , zoowel om nachtelijke aanvallen te keeren , als om te beletten , dat de vijand 's nachts de versperringen beschadigt of opruimt, zooals o. a. met de iouwversperring tusschen de forten Sumter en Moultrie geschiedde. Of daartoe calcium-licht, magnesium-licht of electrisch licht gebruikt moet worden , kan eerst door proeven uitgemaakt worden. Hel overlijden van kapitein Blakeley. Hij is 3 Mei 11. te Lima (Peru) gestorven, werwaarts hij zich begeven had , om den toestand der door hem aan het Peruviaansche gouvernement geleverde vuurmonden na te gaan, die in het gevecht met de Spaansche vloot zulke goede diensten bewezen hadden. OVERZICHT VAN RUITENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. —-«oflgo ■ — Le Spectateur Militaire, 43ième Année, 58ième Livr. , 15 Aout 1868. Militaire overpeinzingen. 1. Dc wetenschappelijke opvoeding-, C'est une encyclopédie a elle seule que la science militaire. 2. Stellingen. Veldslagen. Terugtochten. Niettegenstaande het snelvuur der nieuwere wapens moet men toch de tactische grondbeginselen van den oorlog bestudeeren ; deze zullen slechts weinig gewijzigd worden door die nieuwe uitvindingen. De veldtochten der generaals van Lodewijk XIV, van Fredeiuk II en van Napoi.eon i hebben bewezen , hoe eene goede keuze van stellingen invloed kan uitoefenen op den gang der operatiën en op den voorspoed der legers. Tegenwoordig moet een slagveld voldoende ruimte opleveren om er de noodzakelijke bewegingen op ten uitvoer te kunnen brengen en moet dc terugtocht verzekerd zijn. Tijdens den slag is de toestand van den bevelvocrenden generaal tegenwoordig door de zooveel grootere getalsterkte der legers veel moeielijker dan vroeger ; hij moet tegeuwoordig veel meer aan zijne onderbevelhebbers overlaten. De loop van een veldslag wordt beschreven. De verschillende omstandigheden , waaronder zich terugtochten kunnen voordoen. ^ roeger liep elke terugtocht op eene bijkans gcheele vernieling van het leger uit; maar tegenwoordig heeft een terugtocht , waarbij men in 's vijands handen geen vaandel, geen geschut , geene bagage , geene gevangenen achterlaat , evenveel waarde als eene overwinning. Denkbeelden en overpeinzingen over de bewegingen der iiedendaagscue tactiek. Gunstige beoordeeling van het onlangs verschenen werk van Karel XV, Koning van Zweden en Noorwegen. De elementaire tactiek der infanterie in verband gebracht met de verbeterde wapens. [Vervolg.) Beschouwingen over de wijze van instructie der infanterie. Onze reglementen behelzen niets betreffende de gevechtsrcgels. Analytische beschouwing betrekkelijk het algemeene rapport over de manoeuvres der infanterie in december 1867. [Wordt- vervolgd.) Historische schets betreffende het achtereenvolgens bij het Fransche leger aangenomen bruggeniiateri\al. Pontontrein onder Lodewijk XIV. Rollende bruggen in 1761. De pontons van Gribeauval. Pontontrein tijdens de oorlogen onder de republiek en het eerste Keizerrijk, De ondervinding, opgedaan in de oorlogen van af Lodewijk XIV lot aan het einde van het eerste Keizerrijk, had aangetoond, dat dikwijls de lichte pontons niet gebruikt konden worden en dat de grootere pontons, die men vervaardigd had, te weinig beweegbaar waren. De pontons van 1822 en 1829, waarbij men van de stelling uitging, dat bij het leger slechts eene soort in gebruik moest zijn. Pontons voor de voorhoede, voorgesteld in 1831, 1835 en 1839, voor bruggen lan» 40 4 SO el. Ponton in 1853 voorgesteld. Ponton voor een leger in 1806 voorgesteld". Ofschoon de voertuigen wel veel gemakkelijker te bewegen zijn , kunnen zij de batterijen 4-fters nog niet bijhouden. Beschouwingen over genoemde pontons. Zeer lichte pontons. Niettegenstaande de grootere snelheid , waarmee tegenwoordig een pontontrein zich kan bewegen , hebben de groote rivieren nog steeds eenen grooten invloed op do militaire operaliën. De kleinere rivieren hebben echter tegenwoordig veel minder waarde. De spoorwegen uit een militair oogtunt. (Vil hel Duitsch. Naar de officieele voorschriften in Oostenrijk. Vervolg (1)). Beschikkingen om de werkzaamheden te beveiligen. Algemcenc grondbeginselen. Arbeiders. Regeling en leiding der werkzaamheden, om een spoorweg buiten dienst te stellen. De spoorwegingenieurs, de gebruikte arbeiders bij het leggen der rails , de in dienst zijnde werktuigkundigen van de groote herstellingswerkplaatsen zijn de geschiktste personen om de werkzaamheden te leiden , daar zij o. a. hel best er voor kunnen waken , dat gecne onnoodige schade wordt toegebracht. De afdeelingen werklieden moeten zooveel mogelijk beslaan uit geniesoldaten en pionniers onder de bevelen van hunne onderofficieren en officieren. Als algemeene regel moet echter de opleiding der werkzaamheden worden toevertrouwd aan een officier van den generalen staf, van de genie of van de pionniers, die eene speciale kennis van spoorwegen bezit. Vernieling van spoorwegen. De eleclrische telegraaf moei eerst het laatst vernield worden. Het vernielen van tunnels, bruggen , viaducten en steunmuren, van ingravingen en ophoogingen, van den weg, van de spoorwegstations met bare bijgebouwen , van het rollend materieel. Vernieling van spoorwegen met het doel om te beletten , dat zij door troepen gebruikt worden als gewone wegen en als stellingen bij tactische operaties. Het ten dienste van militaire doeleinden herstellen van vernielde of builen dienst gestelde spoorwegen. De oorlog in 1866. Critisciie beschouwingen over de veldtociiten in Bohbmen , Italië en aan de Main. (Vit het Duitsch. Vervolg.) Journal de 1'armée beige; 5iième volume, 4ième livraison. N°. 202. Bibliographie. Aankondiging van hel werk: L'armee Prussienne, son organisation , ses différents services, par van Ludingiiauses , capilaine el directeur d'une compagnie do cadets , traduit et annoté par F. Timmebhans , lieulenant adjudant-major d'infanterie. { Vervolg.) Onderzoek van eenige tactische grondbeginselen in gebruik bij de veldartillerie. (Slot ('2).) De reserve- en divisiebalterijen moeten hoofdzakelijk de aanvallen der beide andere wapens voorbereiden. Het is een verkeerd denkbeeld , dat ten gevolge van de groolere schootsverheid der getrokken vuurmonden de artillerie zich niet meer snel op hel slagveld zal behoeven te bewegen , om gunstige opstellingen te kunnen kiezen. Te Sadowa hebben de batterijen van de Hde divisie en van de Pruisische garde verscheidene mijlen in draf moeten afleggen, om zoo spoedig mogelijk den rechter vleugel der Oostenrijkers tc kunnen bereiken ; en dal niettegenstaande de paarden door langdurige marscben veel geleden hadden. De schrijver bestrijdt de stelling dat de artillerie met nieuw aangeschafte paarden te velde kan trekken. De linicslclling is de eenige geveclilsorde voor de artillerie. Opstellingen der artillerie , «Is die te Cblum en Lipa zijn uitzonderingen. Grondbeginselen van de evoluticn me! batterijen. Revue de technologie el d'url militaires, lre Livr. du lor Vol. T Année. De veldtocht in Italië in 1839. (Vil hel Engelscli met 6 kaarten.) In de inleiding worden de redenen vermeld, waarom deze veldtocht zoo bijzonder belangrijk is. liet 1ste gedeelte bevat een algemeen verhaal van den veldtocht. De slagen van Magenta, 1'alcstro en Solferino worden uitvoerig beschreven. In het 2de gedeelte , wordt een critisch overzicht van de handelingen der beide oorlogvoerende partijen gegeven. Kort overzicht van de militaire ingenieürwetknschap op de algemeene (1) Zie Mil. Speet., blz. 382, van dezen jaargang. 12) Dit is een vervolg van het daaromtrent voorkomende in N°. 20(1 i> in Essen, liet Pruisische granaatgeweer. Petroleum als verhittingsmiddel. Tegenwoordige toestand van de vulkanische uitbarsting op Santoi'in, Ken Oostenrijkschb gewonds onder 1'ruisiscue verpleging te Nachod in 1866. ftlEDEDEEI.lNGEN UIT DE AFDEELING vooll DE KRIJGSWETENSCHAPPEN VAN HET »Ml- litür-Casino" te Weenen. Algemeene vergadering op den 23slen April 1868. Verkiezing van een nieuw bestuur. Verslag van de , in de vergadering van den 2den April 1868 gehouden voordracht van den kapitein van den gcneralen staf Hotze : «Over den kleinen oorlog in Mexico", waarvan het vervolg in het volgend nummer. Oesterreichische Mililarische Zeitschrift, IX. Jahrgang. VI. Heft (Juni). ABYSSiNië. De veldtocht in Abyssinië IV. Over het koopen van paarden. Raadgevingen, aanwijzingen , kenteekenen enz. bij het koopen van paarden in acht te nemen. mededeelingen uit de afdeeling voor de krijgswetenschappen van het »Mllitür—Casino" te Weenen. Ecnige woorden over de aanwending van vluchtige verschansingen te velde (voordracht van den kolonel Pidoll van de genie, gehouden in de 4de vergadering van April jl). Vervolg van de voordracht »Over den kleinen oorlog in Mexico". MILITAIRE BIBLIOGRAPIIIE. Nieuw verschenen Engelsche, Fransche en Hoogduitsche werken. F. A. Gmffitiis. The artillerist's Manual and British soldier's compendium, lOtii. edition in-12°. Loudon , Clowes, 7 S. 6 D. Von Sciieliiia. Treatise on coast defence , based on the experience gained by officers of the corps of Engineers of the Army of the Confederate States and compiled from official reports of officers of the navy of the United States, made during the late North American War, from 1861 tot 1865. Royal 8°. (Spon). 30 Sh. A. VV. Kinglake. History of the invasion of the Crimea with numerous tnaps , plans and diagrams, vol. 3 and 4 in-8°. Lond. , Blackwood. 34 Sh. Idem, Tauchnitz Edition, 2 vol. in 16°. f 2.— H. L. Abbot, siege Artillery in the campaign against Richmond in-8°. New-York 1868. 15 Sh. J. D. Mc Cabe. Life and campaigns of General R. E. Lee. in-8°. Atlanta 1868. 16 Sh. Lieut.-Gen. sir S. Cotton. Nine years on the nordwest frontier of India, from 1854 to 1863. in-8°. London, Bentley. 14 Sh. Ed. de la Barre Dcparcq. Des rapports entre la richesse et la puissance militaire des états. in-8°. Paris, Tanera. f 1.40. Leroy-Beaulieu. Les guerres contemporaines (1853—1866). Recherches statistiques sur les pertes d'hommes et de capitaux. in-18°. Versailles. 50 Ct. Aide-mémoire de 1'officier d'état-major, principalement en ce qui concerne le service en campagne, par le colonel de Roovre. 3e édition. in—18°. Paris, Dumaine. 5 Fr. Armée de la confédération du Nord de l'Allemagne. Organisation , effectif, apercus généraux sur les manoeuvres de 1'infanterie et de la cavalerie. in-8°. Paris, Dumaine. 2 Fr. Von Ludingiiausen. 1'Armée Pruissienne, son orgnnisation , ses différents services. Traduit par F. Timmerhans. in-8°. Paris, Dumaine. 6 Fr. VV. Reymond. Les Prussiens, leur gouvernement, leur politique , leur armée, leur capitale. in-8°. Paris , Faure. 3 Fr. E. Verstraete. Histoire militaire du territoire actuel de la Belgique. in-8°. Brux., Muoüardi. La livraison: 1 fr. 75 c. C. Idéés et réflexions sur les mouvements de la tactique moderne. iQ-8°. Paris 1868, Tanera. 85 Ct. C. J. Tacrels. Armes de guerre. Etudes pratiques sur les armes se chargeant par la culasse, les mitrailleurs et leur munition. in-8°. Paris 1868, Tanera f 4.40. 1'Artillerie de campagne francaise. in-8°. Paris 1868, Tenera. 85 Ct. L. Monterey. Armes de guerre. Etudes sur le chargement par la culasse. in-8». Paris, Duquesne. 1 Fr. Le Boulangé. Etudes de balistique expérimentale. Détermination au moyen de la clepsydre électrique , de la durée des trajectoires. Expériences exéoutées avec eet instrument. in-8°. Bruxellcs, Hayez. 1868. Retraite de Moscou. Notes écrites au quartier de 1'empereur , par le général de Paixiians. in-8°. Metz. F. Steenacker. 1'Iuvasion de 1814 dans la Haute-Marne. in-8°. Par., Didier. 3 Fr. Les luttes de 1'Autricbe eu 1868. Rédigé d'aprè» les documents officiels, par 1'Etat- major Autrichien. Traduit de 1'Allemand par F. Crousse T. 1'. in-S°. Paris , Dumaine. 7 Fr. 50 c. Le Prince de Joinville. Encore un mot sur Sadowa in-8°. Bruxelles. Muquardt. I Fr. R. ne Trobiand. Qualro ans de campagnes k 1'armée du Polomac. 2 vol. in-8°. Bruxelles, Lacroix. 13 Fr. A. de Solis. Histoire de la conquète du Mexique, trad. par de Foulza. in— 12°. Paris , Faure. 3 Fr. E. Walton. Souvenir d'un officier beige au Mexique, 186 4—66. in-S". Paris, Tanera 1868 f 1,40. J. Marnier. Souvenirs de guerrc en temps de paix. in-8°. Paris, Tanera 1868. 5 Fr. W. Rustow. Die Grenzen der Staaten. Eine militarisch-poütische Untersuchung. in-8". Zürich , Sciiulthesz , 1 868. f 0.90. H. Meynert. Gesohiohte des Kriegswesens und der Heerverfassungen in Europa bis auf die Gegenwart. Lief 1. 2. Wien , Beck 1868. Militarische Betrachtuugen aus Frankreich im Sommer 1867. Von einem Nordd". Offizier. in-8'. Berlin , Mittler. 10 Sgr. H. Pfister. Das franzbsische Heerwesen. Eine ausführliche Schilderung naoh ambtliche französischen Quellen. in-8°. 3 Abth. Kassei, Luckhardt. 2 Th. 10 Sgr. M. v. K. Betrachtungen über die Französ. Armee, mit besonderer. Berücksichtigung des moralisohen Elements. in-S°. Wien, Seydel. 20 Sgr. Meinecke. MililSrische Federzeichnungen aus Frankreich , oder das Leben der französischen Offiziere und Soldaten und der innere Dienst der franz. Infanterie, in-8°. Darmsiadt, Zernin. 18 Sgr. J. Dwyer. Militarische Federzeichnungen aus Groszbrittannien, oder das Leben der Englischen OfTiziere und Soldaten. in-8\ Darmstadt, Zernin, 1868 f 1.05. Feliimarschall von Hesz. Der praktische Dienst im Felde. Als Handbuch , in 4 Abtbeilingen bearbeitet, Ste verb. Auflage. in-8'. Wien, Mesciiitiiar. 1 Thlr. 10 Sgr. A. von Crocsaz. Die Organisation des Brandenb und Preusz. Heeres van 1840—1 865, 2ter Th. 1°. Abth. 1840—1858. in-8°. Anklam , Dietz. 1 Thlr. 5 Sgr. Die geschlossene und zerstreute Fechtart der Inf. Naoh dem Kon. Pr. Reglement. 1'. Abth. in-8°. Stutlgart , Lindemann. 15 Sgr. W. Siegmann. Gedanken über einige kavaleristische Angelegenheiten. in-8°. Leipzig, Winter. 24 Sgr. Studiën uber die fortschreitende Entwickelung der Infanterie-Taktik , in spezieller Berücksichtigung der Preuszischen Armee von einem Preusz. Offizier. in-8°. Berlin, Mittler 1S68. 10 Sgr. Dieckmann. Der Unteroffizier der Festung-artillerie. Ein Handhuch zur Benützung im Yortrage der Avancirte der Festung-aitillerie zusammengestellt. in-8». Berlin , Mittler. 1 Thlr. 10 Sgr. C. von Elgger. Die Kriegsfeuerwaffen der Gegenwart. Ihr Entstehen und ihr Einfluss auf die Taktik der Inf. , Art. und Reiterei. iu-8°. Leipzig , Brockiiads. 22/3 Thlr. W. von Breithaüpt. Der Entwickelungsgang und die darauf gegründete Syslematik des Sundwesens so wie das einheitliche Sprenggeschossfeuer. in-8°. KasseU868. H. Meinecke. Das Chassepot-Gewehr der französischen Infanterie. in-8°. Darmstadt, Zernin. 6 Sgr. Q. Leiiner. Die Waffensammlung des österreichischen Kaiserhauses im K. K. Artillerie-Museum in Wien. gr. Folio. Lief. 1.2. Wien, Martin. 12 Thlr. C. Duncker. Die Zugscbule für Fusstruppen. Leilfaden zur Ausbildung des Zuges für das Gefecht. in-8". Wien, Tendler. 15 Sgr. Die Torpedo's. Ein Vortrag gehalten von einem lngenieur-offizier. Mit 2 Taf. in-8\ Berlin , Mittler. 12. Sgr. H. Blankenburg. Der Deutsche Krieg von 1866. Historisch, politisch und kriegswissenschaftlich dargestellt. 2 Halfte. in-8". Leipzig, Brockhaus. 1 va Thlr. SCHETS VAN DEN OORLOG DU DE REPUBLIEK DER VEREEMGDE STATEN VAN NOORÜ-AMERIKA. (Vervolg van N°. 8, Hlz. 463). XL1II. Inval van Hood in Tennessee: slag bij Franklin en bij Nashville. Inval van Price in Missouri. Gebeurtenissen in Oostelijk-Tennessee en Westelijk- Viryinié'. Nadat Hood, die op den rechter oever der Tennessee nabij Florence stond , was versterkt geworden door liet 9000 man sterke cavaleriekorps van Forrest, — dat door liet beschieten van de magazijnen, transportschepen en kanonneerbooten te Johnsonville, de Noordelijken had genoodzaakt, deze, Ier waarde van anderhalf millioen dollars, te vernielen om ze niet in zijne handen te doen vallen, — rukte hij den 19den November met de korpsen van Lee, Stewart, Cheatham, Dick Taylor en Forrest, le zameu 56.000 man , noordwaarts in de richting van Lawrenceburg. Thomas gelastte daarop aan zijne te Pulaski en Lynsville aan den spoorweg van Decatur naar Nashville opgestelde troepen onder Schofiei.d, namelijk het 23ste korps Cox en hel 4de Stanley , om niets beslissends le wagen, maar tijdig op Nashville terug te trekken, waar de verschansingen werden verbeterd en de bezelling versterkt. De bezettingen van Athens, Decatur, Huntsville, enz. moesten op Stevenson terugtrekken, en zich vandaar, met achterlating van de bezelling dier plaats , per spoor over Murlreesboro naar Nashville begeven, alle bezeltingen langs dien weg, behalve die van Murlreesboro, meevoerende ; uil deze troepen werd een korps van 5000 man gevormd onder Steadman. III. S. 13. D. N\ 9. 1 haven van Wilmington te hebben gebracht, vernielde zij in korlen tijd 35 koopvaardijschepen , en wist ondanks alle vervolging weder inet eene belangrijke lading te Wilmington binnen te loopen. De vermeestering van den niet minder bertichlen kaper, de Florida, door de Wassuchets in de Braziliaansche haven Bahia , maakte groot gerucht. Charleston bleef zich nog altijd verdedigen , en het met langere of kortere tusschenpoozen volgehouden bombardement van die stad had weinig uitwerking. De stand van zaken op het eind van 1864 was, vooral sedert Lincoln op den 8sten November tot President was herkozen met eene veel groolere meerderheid dan hij bij zijne eerste verkiezing verkreeg , van dien aard, dal er voor de Zuidelijken niets anders overbleef dan zich te onderwerpen en de afschaffing der slavernij toe te lalen. Ware Mac Clellan, de candidaat der Democraten , verkozen geworden , dan hadden zij nog op een voordeeligen vrede kunnen hopen, doch nu hel Noorden op nieuw onherroepelijk had besloten tol de volledige onderwerping van het Zuiden, was hei voortzetten van den krijg, dien zij toch niet meer met voordeel konden voeren, onnoodig. Ondanks de grootspraak van J Davis in zijne boodschap van den 8sten November aan het Congres, wisten de soldalen, dat zij voor eene hopelooze zaak streden, en al gehoorzaamden zij nog aan stoutmoedige bevelhebbers als Lee, Johnston , Beauregard, Hardee, Earley en anderen, de geestdrilt en het zelfvertrouwen hadden hen begeven. De Z. Confederatie beschikte nog over 200.000 man, maar zij hadden niets meer te verliezen, wanl de bevolking was zoo uitgeput, dat J. Davis zich op den 8sten November genoodzaakt zag, om machtiging te vrairen tot de versterking van het leger met 40.000 slaven. Die strijdkrachten waren verdeeld als volgl : Lee stond met de korpsen Longstreet , Hill , Gokdon en Andersom en het cavaleriekorps onder F. High Lee, te zamen 38.000 man, in de stelling Bichmond— Petersburg; Earley en Breckenridge stonden met 12 000 man in VV. Virginië en in het zuiden van het Shenandoah-dal; B. Bbagg had in Noord-Carolina en in het zuidelijkste gedeelte van Virginië 20.000 en Beauregahd in Zuid Carolina en in Georgië 40 000 man; Hoou, Forrest en anderen hadden in Alabama 50.000 man • ten westen van den Mississippi stonden 30.000 man; 10.000 man waren hier en daar verspreid. De Noordelijken hadden 4 a 500.000 man te velde, waarvan 100.000 onder Meade en Ord tegenover Lee ; 50.000 onder Sheridan in het Slienandoah-dal ; 20.000 man onder Hancock tot dekking van Washington ; 60.000 man onder Sherman in Georgië; 20.000 onder Foster in Georgië en Zuid-Carolina ; 40,000 onder Canry in Louisiana ; 50 000 onder Thomas in Tennessee ; 50.000 onder Curtis en Rosecrans len westen van den Mississippi en 60.000 hier en daar verspreid ; buitendien waren 150.000 man in de hospitalen, met verlof of vermist. Hunne vloot was met 52.000 koppen bemand; op hunne werven werkten 17.000 menschen ; zij hadden sedert 1861 400 schepen gekocht en 200 op hunne maritieme werven gebouwd. De schuld der Noordelijken bedroeg 2200, die der Zuidelijken 1550 millioen dollars. De laatstgenoemden hadden echter noch binnen noch builen 's lands krediet, en konden aan hunne verplichtingen niet meer vol doen ; zij lieten zelfs de krijgsbehoeften onbetaald. In het najaar van 1864 werden 48.000 gevangenen ingewisseld, welke inwisseling geheel in het voordeel der Zuidelijken was, daar deze de bij de Noordelijken uitmuntend verpleegde gevangenen onmiddellijk weder tot den dienst dwongen, al was hun diensttijd verstreken, terwijl hel Noorden zijne manschappen mishandeld en uitgemergeld terugkreeg. (Wordt vervolgd.) BESCHOUWINGEN OVER HET ONDERWIJS BH HET LEGER IN NEDERLANDSMDIE (ingezonden.) VOORWOORD. De beschouwingen, die wij heden ler publicering aanbieden, werden gerniinen tijd geleden door ons ter neergeschreven. Wij achten 'l niet noodig daaraan iels toe te voegen of te veranderen; die moeite kunnen we ons besparen , door eenvoudig te wijzen op den datum van publicering tegenover dien van zamenstelling. 1868. j. Toen wij laatstelijk, ten gevolge van het, in N*. 6 der Militaire Courant voorkomende sluk — »Eene oude maar belangrijke kwestie" ons gedrongen gevoelden de pen op le vatten, geschiedde dit niet om partij te trekken voor eene zaak, die door den schrijver werd aangevallen; maar wel, omdat die aanval op onjuiste gronden rustte. Het geschiedde om den schrijver aan le loonen , hoe verkeerd hel is , de algemeene aandacht te vestigen op een zoo gewigtigen lak van de militaire dienst, als 't onderwijs, en den gretigen lezer niets anders le leveren dan een onnoodig en onjuist vergelijk lusschen twee gedeelten van het officierskorps , die ge• ■ (1) Door gebrek aan ruimte is het aan de redactie tot dus verre onmogelijk geweest, aan deze ingezonden beschouwingen eene plaats in het tijdschrift te verleenen. Zij doet zulks nu'in het belang der zaak, ofschoon zij niet genoeg bekend is met den toestand van het onderwijs ln Indie, om er een oordeel over uit te spreken; zoodat zij deze beschouwingen geheel ter verantwoording van den inzender laat. Wat de in enkele regels besproken Militaire Akademie betreft, schijnt vooreerst de in Indie gevestigde schrijver nog onbekend te zijn geweest met de plaats gehad hebbende veranderingen; maar buitendien deelt de redactie ook geenszins de omtrent die inrichting geuite meeningen. Trouwens zal ieder, die maar eenigszins met de Mil. Akad, bekendis, inzien dat die regels weinig of geene waarde hebben. (Redactie.) zamenllijk één zeilde doel moeten voor oogen hebben; die elkander wederkeerig achting verschuldigd zijn, die steeds hel oog moeten gerigt hebben op beider doel en toekomst, zonder terugblik in het verledene, daar, waar die blik niet strekt lol beider nut. Wanneer er ook al eene kleine klove tusschen beide deelen mogt bestaan, dan zal zulk geschrijf als in N°. 6 der voormelde courant geenszins strekken, om die weg ie ruimen; maar wel om die le verbreeden. S had beier gedaan het voorbeeld van geachte personen, stellig beter bevoegde beoordeelaars, te volgen, en hel doorhem ingezonden stuk niet moeten vervaardigen —laat slaan — inzenden. Zijn schrijven loch lokt wederschrijven uil, en 't natuurlijk gevolg daarvan zal wezen, dal die kwestie noodeloos opgehaald en weder opgehaald wordt , en vooral, dat uit het herhaald vergelijken en weder vergelijken , eene minder goede verslandhouding zou kunnen ontslaan tusschen de officieren van de Akademie herkomstig, en die uit het leger gelrokken. Welligl ware 't dan ook beter, zijn schrijven daaromtrent stilzwijgend Ier zijde te leggen; — doch, bij de kwestie van het onderwijs bij t leger in zijn geheel, waarvan wij de bespreking voorwaardelijk beloofden, zal de Akademie natuurlijk , even goed als elke andere inrigting van onderwijs , ter sprake komen. Wij zullen ons echler bij die bespreking op geheel neutraal gebied plaatsen , en onbevooroordeeld onze opiniën blootleggen; terwijl we ons daarbij zells niet laten afschrikken door de vrees, dat men ons verkeerd, opzettelijk verkeerd zal verstaan; eene vrees die, wij betreuren 't, eenmaal bekende schrijvers heeft teruggehouden, van hel ontwikkelen hunner denkbeelden omtrent de Akademie. Wij betreuren dit te meer, daar wij ihans met eenige angstvalligheid den slip zullen moeten opligten van den mantel, door hen, te edelmoedig misschien, er over gespreid. De wederinstelling der Militaire Akademie, na hare ontbinding in 1851 , had primitief tot doel, om aan het leger een zoo groot mogelijk getal wetenschappelijk gevormde officieren le schenken. Daartoe werd aan het hoofd dier inrigting een man geplaatst van algemeen erkende militaire verdiensten en begaafd met eene uitgebreide kennis, met eene voorbeeldige beschaafdheid en eene groote male van menschenkennis : een man in één woord, ten volle berekend voor de zoo gewigtige taak hem opgelegd. Het onder zijne bevelen gestelde personeel was alleszins waardig hem in zijn uitgebreiden werkkring ter zijde le staan ; en ieder, die toenmaals de Akademie gekend heeft, zal ons toegeven, dat, is hel ooit mogelijk hel volmaakte te bereiken, de toenmalige bestuurders en onderwijzers ranlen voor den officiersrang; maar daar waar 'l algemeen belang,wordl beoogd, moet dal der individu's ter zijde staan. Eene vergelijking toch bovendien van het kader in Indië met. dat in Nederland, valt zoo ongunstig uit voor hel eerste, dat wel niemand de vor