Wanneer zal eens uw scepter zinken
En neemt uw overmoed een end?
Zoodra slechts ware dichters blinken
En onzin niet meer wordt geprent.
Gij zangers, would-he nachtegalen ,
Begraaft uw luite toch in ’t stof;
Of voert ze per wat „ manestralen
Of blixemfiits “ naar ’t hemelhof!
Blijft zelf gij met nw geestverwanten,
Op de aarde ’k heb er vrede meê.
Gaat in uw tuin salade planten,
En eet ze met uw kroost in vreê.
En jeuken u de stijve knokken,
En moet ge dichten, hoort mijn beê:
Bekrabbelt kip- en duivenhokken,
Maar denkt aan geen verguldj’ op snee.
Gij zult ons véél verdriet besparen,
V zelf den naam van gek of dol,
En vindt uw vaars na luttel jaren
Niet om wat zeep of krentenbol.
A. W. B,
Utrechtsche studenten almanak voor .... Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUTRA01:001340001:00013