Marineblad jrg 9, 1894/1895 [volgno 7]
346 MARINEBEGROOTING VOOR HET DIENSTJAAR 1895.
f 6 307 805 voor 1894 toegestaan. Dit verschil, voor elk artikel in den toelichtenden staat nader verklaard, is een gevolg van lagere raming van :
Art. 14. Aanschaffing enz. van geschut enz., met ƒ 823 850
Art. 15. Aanschaffing enz. van torpedo's enz., met 203 240
Art. 17. Aanschaffing van steenkolen, met 3 000
Art. 20. Bezoldiging van de bemanning der werkvaartuigen, met .... 825 Art. 22. Onderhoudswerken, met. . 1 550
Totaal minder ... ƒ 1 032 465
waartegenover hoogere raming van:
Art. 12. Aanschaffing van materialen, met. . . f 121 350
Art. 13. Aanbouw bij particulieren, met . . . 744 500 Art. 16. Aanschaffing enz. van scheepsstoom-
werktuigen, met 13 400
Art. 18. Kosten buitenslands voor herstelling
van schepen, met 4 000
Art. 19. Arbeidsloonen voor's Rijks werven, met 6 660
Art. 21. Bouwwerken, met 2 100
Art. 23. Aanschaffing enz. van werktuigen voor
de werven, met 15 300
Totaal meer . . . f 907 310 Blijft minder . . . ƒ 125 155
Uit het vergelijkend overzicht betreffende de sommen voor deze afdeeling thans aangevraagd en voor 1894 toegestaan, als bijlage A bij deze Memorie gevoegd, blijkt dat:
voor aanbouw, tuigen en uitrusten van nieuwe schepen, daaronder begrepen de artillerie- en torpedobewapening, wordt gevraagd f 3 419 450, zijnde f 23 800 meer dan voor 1894 werd toegestaan ;
voor herstelling en uitrusting van schepen in en buiten dienst f 1 120 550, zijnde f 102 350 minder dan voor 1894 werd toegestaan;
voor conservatie van reserveschepen en hunne uitrustingsgoederen f 154 000, zijnde gelijk bedrag als voor 1894 werd toegestaan;
voor aankoop, aanmaak en herstelling van materialen, goederen en voorwerpen voor den voorraad f570 100, zijnde f 11700 meer dan voor 1894 werd toegestaan;
voor aanschaffing, wijziging en herstelling van geschut, affu-