De wilde wingerd en andere gedichten
Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar
IK WILDE BIDDEN EENS 'NEN KEER
Ik wilde bidden eens 'nen keer en dichtte toen, tezaam met mijn gebed, den lieven Heer iets wonders op zijn naam.
Wat was het toch? Ik weet het niet zoo vreemd geleek het mij... Was 't een gebed? Of was 't een lied? Of was het allebei ?...
Want in 't begin en op het end herzegde ik 't wondre woord, als hadde ik anders niets gekend en anders niets gehoord.
Ik zei maar „Jezus, Jezus" steeds en kon niet verder gaan dan 't ééne zoete woord, en reeds was 't met mijn lied gedaan.
92