Ï4& de BRIEF van PAULUS
Cap.XV. gefchreven is: Daarom zal ik u loven onder de Heidenen, en u ter eere lofzangen
10. zingen; en op eene andere plaats ftaat: Verblijdt u , Heidenen l met zijne natie;
11. en op eene andere: Alle Heidenen looft den
12. Heere \ alle de natiën prijst hem ; en weer elders zegt Jefajas: "Er zal de ftam van Jesfai zijn, en die opfaan zal om de Heidenen te regeren ; op hem zullen
13. de Heidenen hun hope feilen. Voords fchenke God, die de hope geeft en vervult, u lieden alle blijdfchap en vrede in 't gelove , op dat gij fteeds den besten moed moogt hebben door de kragt van den heiligen Geest.
Bijluit. 14. Voor 't overige ben ik, waarde Broeders!
zelf overtuigd , dat gij niet alleen met alle deugden begaafd zijt; maar ook allerleie
kuri-
ven is : Daarom zal ik u belijden onder de Cap.XV. ip Heidenen, en uwen naam lofzingen ; en wederom zegt hij: Weest vrolijk gij Hei-
11. denen met zijn volk; en wederom, Looft den Heere alle gij Heidenen, en prijst hem
12. alle gij Volken; en wederom zegt Efajas: 'Er zal zijn de ftam van Jesfe, en die opHaat om over Heidenen te gebieden; op
13. hem zullen Heidenen hopen. De God nu der hope vervulle ulieden met alle blijdfchap en vrede in het gelove; op dat gij overvloedig moogt zijn in de hope, door de kracht des Heiligen Geests.
14. Voords y
"De brieven van den apostel Paulus. : EERSTE DEEL". Allart, Johannes Amsterdam, 1773-1811, 1794. Geraadpleegd op Delpher op 20-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:9337:mpeg21:0003