DE GESCHIEDENIS VAN EEN BROODTROMMELTJE.
slapen was. Ze keerde zich met den rug naar het licht — ze sliepen in de keuken, en Moe zette altijd op het keukentafeltje een glas met een drijvertje neer — en ze begon heel zachtjes te huilen. Het was zoo'n teleurstelling voor haar geweest. Ze had er zooveel dagen te voren plezier van gehad. En Zus had ook wel wat gegeven, en dat was toch ook niet van haar geweest. En weer begon Willie te huilen, heete tranen.
m.
EEN NARE NACHT.
„Gelukkig, dat Pa niet weet, dat ik op het ijs geweest ben," dacht Willie, toen haar tranen gedroogd waren en ze nog maar niet slapen kon. Ze was altijd zoo bedroefd als haar vader boos op haar was. Ze schrok er van toen ze aan de geschiedenis van het trommeltje dacht. Ja, dat zou nu ook wel uitkomen! En Pa zou niet weten, dat het eigenlijk maar bij ongeluk was gebeurd. Of
Berken, Tine van, "Na schooltijd : -". Becht, [1915]. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB02:100006674:00009