hachelijke tocht te kunnen beginnen. In 1895 stak hij van Boston naar Gibraltar over, koos toen koers naar Brazilië en bereikte via Straat Magelhaes Australië .. .
Ik schrijf dit neer, of het een reisje via Zwolle naar Groningen betrof. Maar wie durft de moeilijkheden en gevaren van deze stormachtige tocht schatten...?
Van Australië stak kapitein Slocum de Indische Oceaan over naar Zuid Afrika. Weer maakte hij de grote sprong over de Atlantische om via de noordkust van Zuid Amerika en West Indië New York te bereiken. Hij heeft drie jaar over de tocht gedaan.
Een stoutmoedige, om niet te zeggen uiterst roekeloze tocht, ondernam J. C. Voss met zijn Indiaanse kano „Tilikum", die van een dekje was voorzien en wat versterkt was. Voss zette er drie mastjes op. Het ding had een diepgang van 60 c.M.
Met een journalist als passagier vertrok hij in 1901 van Vancouver. Het vreemde, onhandzame vaartuig bereikte via Penrhyn-eiland en Samoa Australië, deed Sydney en Nieuw Zuid Wales aan en vertrok naar Nieuw Zeeland. Vandaar ging het over Thursday-eiland naar Zuid Afrika en kwam op 2 September 1904 via Sint Helena, Pernambuco en de Azoren in Engeland aan. De kano had 40.000 zeemijlen afgelegd.
In 1938 ging Voss met de 10-tons sloep „Xora" de Cocos-schat zoeken, maar slaagde niet. Evenmin had hij succes, toen hij in 1912 Yokohama verliet met zijn „Sea Queen", een vaartuigje van acht meter lengte. Een typhoon vernielde bij de Bonin-eilanden zijn hele tuig en na een gevaarvolle drijfpartij kwam Voss in Japan terug.
In 1923 werd een nieuwe zeiltocht over de wereldzeeën geregistreerd. Nu was het de Ier Connor
Kuyt, J.G., "De "Holland" : Zaandijk-New York v.v., reisverhaal". Van Kampen, [1939]. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB06:000000333:00009