Woningwet ; waarbij als bijlage is gevoegd de tekst der Gezondheidswet (wet van den 21sten Juni 1901, Staatsblad no. 157, houdende regeling van het staatstoezicht op de volksgezondheid)
voor: wordt gelezen:
Artikel 12, eerste lid: „regter- „regterlijke ambtenaren of de lijke of geneeskun- ambtenaren van het Staatsdige ambtenaren", toezigt op de volksgezondheid",
Artikel 16, „aan de geneeskun- raan de ambtenaren van het dige ambtenaren en Staatstoezigt op de volksgede commissiën uit zondheid"
den geneeskundigen raad"
Artikel 19, eerste lid: „door den „door den hoofdinspecteur" inspecteur"
Artikel 22, tweede lid: „door den „door den hoofdinspecteur", inspecteur".
Artikel 22, derde lid: „aan den „aan den hoofdinspecteur" inspecteur"
Artikel 24, „door commissiën uit „door den inspecteur", den geneeskundigen raad".
Artikel 25, eerste lid: „de in het „den hoofdinspecteur en den vorigartikelgenoem- inspecteur".
de commissiën, den inspecteur en den adjunct-inspecteur".
Artikel 26, eerste lid: „dan „dan maakt de inspecteur" maken zij die het onderzoek doen"
Artikel 26, tweede lid: „door „door hem"
hen"
Artikel 26, derde lid: „den in- „den hoofdinspecteur", specteur",
„hen die het onder- „den inspecteur"
zoek deden",
Artikel 26, vierde lid: „den in- „den hoofdinspecteur", specteur".
Artikel 27, eerste lid: „door eene „door of van wege den hoofdcommissie uit den ge- inspecteur".
neeskundigen raad".