Rede, uitgesproken door A. Rodrigues Pereira Sz. bij zijne installatie als opperrabijn der Ned. Port. Isr. gemeente te 's-Gravenhage op Zondag 11 Tamoez 5660 ( 8 juli 1900)
ï N L E I D ] N G.
'jïN'ir omy nzn ^mici -put n-fc* l*nu3»o isrtp nn
"' " llVI" Uw.. .ij
l'"-1 "" I'^d naar ,|en l„„'
« "" >»'iiim»ki.I i'ii naar
«Ollillnri, t
Mijne Broeder» en Zusters!
een "7r"",r' treff"nde' b0elen<le «"'«"„ingen, 700 h ■ V' g< l0UWe' heldere afspiegelingen van hetgeen zoo hevig beweegt het gemoed, van hetgeen 700 n„ t * doorkmiof 1. * v, "«i/geen zoo onstuimig
- r, >jz;:
Op .Ie vleugelen zijner rijke verbeel(,„l(, « "**»•
«Lt°":Z' ae W'" "6,rtKOninklljke ~ naar eene' 11 eek aan de overzijde van den .Tordi-m ,1
daar met hem zijn aangekomen, dan zet i.y Viéh n^it-7
"C Zijn denk den, zlnnenduni »e ■
SC.V.T ï"* "0V"M
ziend, l,em bllikba?
h > em blijkbaar storen in zijne overpeinzing, dan breekt wiist n ? ,ee" S onbedwingbaren woordenvloed en hij
JS' ",et '""^'ochte.Ukheid op Jat in g„,Je„ Züll„'