De jonge priester
T r i p p e 1 s.
Praat nu niet en laat hem hier — — — —
Stijvtje wo/i] erend af.
III.
TRIPPELS.
T r i p p e 1 s.
Misschien komt toch zijn beter ik nog boven — — - is er toch nog hoop — - — Allen laten ine in de steek — — — de Deken antwoordt niet — — — — de oude Dommelaer blijft weg — — — geen sterveling die teken van leven geeft — — - - misschien is dit liet antwoord van God zelt — — — — die mensewaan buigt als biezen
Koreaier op.
VI.
TRIPPELS, KOREVAER.
K o r e v a e r.
Meneer pastoor —
T r i p p e 1 s.
Het doet me veel genoegen, datje toch nog komt
dat maakt me blij — -- - — (Ja even bij int! zitten, Korevaer, en laten we nögeens praten — — — —
K o r e v a e r.
"k Heb maar weinig tijd anders - — — 't volk loopt druk — —- — de sprekers zijn er al —
T r i p p e 1 s.
Zijn er meer dan één?
Korevaer.
Ik hoor van ja - — — -- —