Kommentaar op den Brief aan de Romeinen
Bladz.
De vehhandklino. H. 1 : 16—15 :13 • 39
3® Stuk: Thema en tekst. H. 1 : 16, 17 . . . . 39
Didaktisch deel. H. 1:18—11:36 50
Eerste deel. Het heil op zichzelf. H. 1 : 18—8:39. 50
I. De rechtvaardiging door het geloof. H. 1: 18— 5:21 50
Eerste afdeeling. Hot oordeel, hetwelk op de mensch-
heid rust. H. 1:18—3:20. ... 51 4® Stuk: Het oordeel over de heidonwereld. H. 1:18—32 51 5® Stuk: De opeenhooping van Gods toorn over het
joodsche volk. H. 2:1—29 81
6® Stuk: De veroordeeling van den Jood blijft, niettegenstaande het goede, hetwelk God uit z[jn zonde doet voortkomen. H. 3 : 1—-8 . 128 7® Stuk: De algemeene veroordeeling, door de Schrift
bevestigd. H. 3:9—20 145
Tweede afdeeling. De rechtvaardiging door het geloof,
voor do geheele wereld verworven.
H. 3:21-5:11 165
8® Stuk- Het historisch feit, waarop de rechtvaardiging door het geloof rust. H. 8 : 21—26. 166 9e Stuk: Overeenstemming tusschen de rechtvaardiging door het geloof en do eigenlijke beteekenis der wet. II. 3:27—31 .... 193 10® Stuk: Abraham's rechtvaardiging door het geloof.
H. 4 : 1—25 200
11® Stuk: De geloovigon zijn verzekerd van hun eeuwig
heil. H. 5 :1-11 228
Derde afdeeling.
12® Stuk: De universeele dood in Adam tegenover het
universeele leven in Christus. H. 5 :12—21. 246
II. De heiliging door don Geest. H. 6 : 1—8: 17 . 279 Eerste afdeeling. Het beginsel dor heiliging, in de
rechtvaardiging door het geloof opgesloten. H. 6 : 1—7 : 6 284
13e Stuk: De heiliging door het geloof in den gestorven en opgewekten Christus. H. 6:1—14. 285