Evenwichten in het stelsel barnsteenzuurnitril-zilvernitraat-water
Het vermoeden lag dus voor de hand, dat hier eene nieuwe vaste phase optrad bij een quadrupelpunt (eutektisch punt). Bij herhaling der waarneming daalde de temperatuur eerst tot 14,2° en liep, terwijl alles vast werd, tot 14,55° °P-
Bij no. 3 werd het stollen weer waargenomen, nu bij 14.6°.
Dat hier een quadrupelpunt bestond, werd bevestigd door de volgende waarneming.
Tabel VII (vervolg).
i« reeks (vervolg).
No Vaste phase. °/o Ntr. 1
4 (Zj) l) 73.2 19,3°.
De vaste phase was hier niet meer Ntr., maar bestond uit kristallijne naalden.
De waarnemingen werden herhaald in de volgende reeks. Tabel VII (vervolg).
2e reeks.
No. Vaste phase. °'o Ntr. 1
1 Ntr. 100 54.8°; • • • • Smeltpunt.
2 » 95>2 46,9; 46.93
3 » 90,0 38,4; 38,4
4 » 86,5 32,8; 33.o
5 » 84,55 29,5
6 » 77>3 ^.S! '5.5
Uit het smeltpunt blijkt, dat dit nitril droger was dan het vorige.
No. 6 leverde weer bij verder afkoelen eene waarneming voor het quadrupelpunt. De temperatuur liep, onder het stollen, op tot 14,8°.
Bij de volgende proef (no. 7 dezer reeks, op blz. 26 vermeld) waren het weer naaldjes, die uitkristalliseerden, terwijl bij verder koelen alles vast werd bij 14,7°.
1) Over de beteekenis van (Zi) zie blz. 25.