De Hollanders op het einde der achttiende eeuw, zedenspel.
Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar
DERDE BEDRIJF, 5 Tootl. 8$
elizabeth.
Neen! Neen! doch ik heb geen zorg voor hem, kwam maar Le Duc, ik verlies mijn geduld.
de landman (Naa aan Lodewijk de Obligatie te hebben overgegeeven. )
Kom, kind! Laaten wij nu heen gaan; bedank dien braaven Heer. Mijn Heer! wees verzekerd, dat het eerfte vat boter, dat ik op mijne nieuwe boerderij maaken zal, voor niemand anders, dan u zal weezen : maar ik vrees, dat het zo goed niet zal zijn, omdat het niet door de lieve handen van mijn Neeltje gaan zal.
lodewijk.
De Hemel zegen u, —- Zoek, zo ras gij kunt, weder een hupfche vrouw. —
't kind (naadat het Christina, een kusch gegeeven heeft, na Elizabeth kopende.)
Moet ik die Juffrouw ook een zoen geeven, Vader! F 3 ELI#