C 90 )
kleine goud mijntjes zijn. Dochhetistehoopen, dat daar bijzonder Holland door de Plannen der geforceerde Geldligtinge van dieNegotiateurs, zo veel fchade geleden heeft, men vervolgens zich zal wagten voor Advizeurs die niet dan hun eigen belang zoeken.
In mijn generaal Ontwerp van Belastinge , naar een verband gezogt hebbende, zo dat geen eene Burger uit wat oorzaake zijne inkomften mogte fpruiten, vrij van deeze belastinge op de Inkomften zoude weezen, zo was ik wel verpligt toevlugt te moeten neemen, tot een belasting op de Interest der vreemde Obligatien,
en Hoofdgeld; om dat de affchaffing der
Confumptive middelen van eerfte noodzaakelijkheid §. 9., een open vak maakten ter ont* duiking van 's Lands Lasten. De loo/leenaoo/le penning op 's Lands Obligatien heb ik als een belasting weg gelaaten, om dat naar aftrek van dien de gewoone Interest maar is a{ p. Ct., want het geeft of neemt in de Finantie niets, om ïoofle en 200/le penning als een belasting in Ontvang, en dan den Intrest op 4 p. Ct. in Uitgaaf te brengen. Het zuiver foldo van 's Lands Finantien is en blijft onder dat alles het zelve. Doch neemt men een mijner voorgeftelde belastinge weg, zo breekt ook daadelijk het Verband. Bij voorbeeld een Rentenier die 1000
Gis,
Zillesen, Cornelis, "Aanhangsel op het Wijsgeerig onderzoek wegens Neerlands opkomst, bloei, verval, en middelen van herstel.". Allart, Johannes Amsterdam, 1773-1811, 1797. Geraadpleegd op Delpher op 17-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:2254:mpeg21:0003