De volksverdrukker gestraft, of Het leenrecht; tooneelspel.
84 DE VOLKSVERDRUKKER,
henrik, de zoon. Wat ben ik ongelukkig !
SOFIA.
Bedroef u niet. Wacht... . Men komt.
TIENDE TOONEEL.
sofia, geertruide, patrik.
patrik, Geertruide binnen leidende.
Kom.
sofia, naar Geertruide ylende. ö Hemel! myne vrindin!... hoe! zyt gy het!
ceertruide, haar omhelzende. Myne di chter! myne Sofia ! ik zie u weder! Nu kan de dood alleen ons fcheiden!
sofia.
Ach , myne moeder! myne vrindin! door wat wonderwerk ben ik in uwe armen ?
geertruide, op Patrik wyzende. Ziedaar den redder van my , van Dumon , en het gantfche gezin van Henrik: uw vrind alleen , helaas! blyft in handen van den Hertog.
sofia, fchielyk. Neen, neen, wy kunnen hem redden...
Op het onderaardsch gewelf wyzende. Vrindin! hy is hier, hier onder... ik heb hem gefproken!... ó Patrik! ik hoop op u alleen.
PA-