ÖO" VAN DE AAMBORSTIGHEID.
1. ) Vindt men de pols hard en vol, dan komt eene aderlaating op den arm te pas, en deeze moet fomtijds herhaald worden.
2. ; Men plaatst terftond een fpaanfchevliegpieifter in den nek, ook wel aan de kuiten ; en deeze moet men een' geruimen tijd open houden.
3j Men zet klijfteeren uit vlierbloemen, in melk gekookt, waarbij men één a twee lepels keukenzout kan doen.
4. ) Vervolgens laat men handen en voeten in lauw water fteeken, chee van vlier en kamillenbloemen drinken , eenige Hoffmans droppels (liquor anadynus mineralis tloffmanni) op fuiker, of in de thee gebruiken, en dan wacht men zagt zweet , het welk dikwijls het kwaad wegneemt', wanneer het door eene fchielijk belette uitwaasfeming , of verdreeven uitflag veroorzaakt is , en men fchielijk daar bij geroepen wordt.
5. ) Daarna laat men een zagt buikzuiverend middel uit manna en zout van GJauber, of room van wijnfteen, bij lepels neemen , en daar bij naarftig de bovengenoemde thee, of lauw ger-, ftenwater drinken.
6. ) Zoo de kramp ongemeen zwaar was, dan moet men den lijder zestien tot 20. droppelen van het middel N°. 31. alle drie uuren geeven.
Ah
"Handleiding tot de geneezing der inwendige ziekten.". Honkoop, Abraham (II) Leiden, 1773-1803, Honkoop, Jan Leiden, 1779-1803, 1788. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:2472:mpeg21:0005