Het Pruissisch religie-edict, blijspel.
97
5 0 H ü L Zs
En de IlaWfche Profesforen betwistten, in hunne eenvouwdigheid, deze weldaad, fchreeuwende daar tegen. Die Bloeden!
T e e e e r.
Maar 't komt mij voor, dat dit Religie-edicl Wel eenigen invloed op het volgende gejlagt mogté hebben.
SCHÜLZ.
Dat is juist het Kwaad. Het volks- en kinderonderwijs, vooral op 't land, zal nu tog veel flegter worden. Want zo menig fchrander Dorp-predikant had reeds, in ftilte, allerlei goeds voor de jeugd bewerkt, een beter Leerboek ingevoerd eni; Maar nu moet hij, uit vrees voorde Inquifitiej alle verbeteringen ftaaken, en al den ouden drek weêr gebruiken;
Z e e l n e r.
Wie zal hem daartoe dwingen?
S c h u l z.
Wie? de orthodoxe Collega's. Want meent gij niet, dat nieuwe Befpiedingen zullenontftaan?
T e V t e r;
Dat vreeze ik mede. Dat Edift zal nu de domfte menfchen ftout en fnood maaken, orri q hun-