De bybel vertaald, omschreeven en door aanmerkingen opgehelderd.
93
Het DERDE BOEK
dat uw knegt gunftig antwoordet op het verzoek van uwen aan£ezist°rbid. knegt. 20. Zijne voornaainfte bede is; dat vs. =9. Dat Gij met uwe vriendelijke tegenwoordigheid
uw oogen open J ' .... ,
zijn nagt en bij nagt en dag over dit paleis, over deze Öi,°<S* dé- hofftad gelieft te waaken. Het is immers ze plaatfe, van tj zq gUnstrHke toezegging, dat Gij daar
dewelke gij 0 J f . . ,
gezegd hebt : de bewijzen Uwer grootheid toonen zoudt, daar zijn™, om 6 dat het nu mogt zijn, nu Uw onderhV'gebed "aa't koning, zijne plegtige inwijdings-bede doet. welk uw k'negt 30. Geef doch nu een gunftig antwoord op de aèzee plaatfe.1" ernffige bede yan Uwen onderkoning en het * ls' ,?°;rH°n> inilemmcnd verzoek van Israël, Uwe onder-
dan naar tic
rmeekingen u- daaiieii, doe het nu, en , mogt het altoos in uwesvolks' /[■ dit Uw koninglijk verblijf zijn! ja antwoord deze' piaatf" gunftig uit het paleis Uwer heiligheid den 7Uiien bidden, ruiinen hemel. — Antwoord toch gunftig en
en gij , hoord . , .
in de plaatfe veifchoon de beleedigiiigen in de toenadering. geWTn deTht 31. Laaten wij, daar Gij nu in de gewigtigfte mei, ja boor geva]]en richterlijk uitfpraak zult doen, de eer vs. si. Wan- toch genieten, dat Gij het recht aan het licht gerzi?"ènnnaas- brengt; bijzonder, wanneer de een burger tedigt hebbenen gen den anderen misdaan zal hebben, zonder hij hem eenen fat 'cr bewijzen ziin, en de bcleedigde den
eed des vloeks ' J , , ' ...
Zai hebben op- vloek zal uitbrengen tegen den beleediger, Öffif.m- om hem te bezweeren. Mogt Gij dan, zo vloeken, cn de Jra ^ plegtige vloek bij het offer voor Uwen
eed des vloeks . ,- , j T t_ .. 1 ■„
voor uw'altaar aitaar uitgeiprookcn word, 32. In het paleis men'zaïf *00" Uwer hemelfche wooning de uitfpraak doen vs. 32.. Hoor d fchuidigen ter zijner veroordeeling
gij dan in den a j ,.
hemel en doe en door hem te ftralTeii, en den onfchuldigen in ïen,XTceroorae- het gelijk ftellen door zijne opregtheid opengerepig'en gee." baar te maaken. 33- Gebeurd het, dat Uwe vende zijn weg onderdaanen gebukt gaan onder de overmagt
op zijn' kop
«nde^d'eTgeregtigew, gevende hem naar zijne gregtigheid! vs. 33-, Wanneer uw volk Israil zal gcllaagcn worden voor het aangezigt des vijands,