Op dit beginzel£E™;TsEH van wedervergelding is onlangs ook vaft-*AAL. gefteld, dat die van Groningen, in xrél-Rl£h£ R. ke Provincie allen die 'er buiten wonenen Stzwaarder in dit middel belaft zyn dan de°V?6* ingezetenen, op de zelfde wyze hier be-^f5-^' talen zullen , als de Overyffelfchen daar ook opeen betalen móeten. fcY Requeft
txt • i j ' . van J. Ko-
wy zeiden , dat met alleen onroerende ni"§ 6goederen, maar ook zodanigen, die voorApr'1?Ss>' onroerenden gehouden worden , aan deze belafting onderhevig zyn; weshalven het, om den aart en de uitgebreidheid van dezelve te doen kennen, noodig is te melden , dat, volgens de laatfte Ordonnancie , onder die benaming mede begrepen zyn „ alle Erfpagten , Tiendens , voorts „ onlosbare Renten , Thinfen ende Uit„ gangen , welke door een Rentheffer 3, niet kunnen opgefegt werden ; mitsga„ ders ook Manfchappen of Vaffallagien , „ Wind- en Water-molens , item Lan-
den , dewelke om den Turf daar uit te
graven worden veralieneert, onaangefien „ de eigendom van den ondergrond by „ de Verkoper mogte verbleven zyn (d)." W
Door onlosbare renten worden hier,f™™*.
geiyK men ziet, de zodanigen verftaan ,art-2welken de rentheffer niet bevoegd is op te zeggen ; en tegen dezen worden overgefteld , en zyn dus aan dit raiddel niet onderhevig , „ Rente-brieven ofte de Ka„ pitalen van dien by verzegelinge , hy„ pothecatie ©f anderfints (uit wat hoofcc 3 „ de
406' Tegenwoordige Staat
vyft. de of titul zulks ook mogte zyn) gekolmte- ij conftitueert (e) iets het welke daarRMt. om verdient opgemerkt te worden , om fe). dat uit deze tegenftelling de meening van au. art.6.het ftuk duidelyk genoeg is op te maken, fchoon de opfteller in beide derzelver leden' tegen de regtsgeleerde naauwkeurigheid in zyne uitdrukkingen heeft gezondigd.
Onlosbare renten zyn , in de taal van ons Landregt, zulken, welken de rentgever even zo min opzeggen of lolfen mag als de rentheffer; en, wat de verzegelingen betreffe, het is 'er zo verre af, dat een rentheffer daar van opzage zoude doen mogen , zo als die bygebragte tegenftelling fchynt aan te kondigen ,, dat het zelfs verboden is kontrakten te i maken , waar by de rentheffer zig de losib voorbehoudt , zo wel als zulken waar 1 by den rentgever de magt van loffeni wordt ontnomen. Verzegelingen, of rentverfchryvingen , of, gelyk het Landrega fpreekt, „ gerealifeerde ofte gerichteiyk rCO ,., verzegelde' renten (f)," werden ook itnOregi van ouds her voor onroerend goed ge-
5ï.vM5.-*l0^d^.> en het maken van dezelven met het vervreemden van zulk goed gelyk gefteld fg) : zo dat het niet dan by mis'Ï-Ö vatting is, dat dezelven, in de Qrdon-
Laiidr. IV.
nancie , met hypothekatien , die alleen
v./Jtcw-eén verband van vaft Soed voor fchuld,, ^b!.383,en geenzins eenige vervreemding, influi-. ten , als dingen van den zelfden aart befchouwd , of liever verward worden ; en $e oorzaak der dwaling is ongetwyffeld :
van OVERYSSEL. 407
daar in te zoeken, dat de verzegelingen ,vy»t. toen die Ordonnancie verfcheen , reeds zo zeer in onbruik geraakt waren, dat kaal. men in 't algemeen derzelver natuur niet meer kende. Juift het tegengeftelde fchynt plaats gehad te hebben ten tyde der eerRe invoering van den impoft voor handen. Wy meenen , dat onze- hedendaagfche hypotheken , tot meerder zekerheid van perfonele fchuld wegens opgefchoten penningen en de renten daar van ftrekkende, toen even zo vreemd geweeft zyn als naderhand de rentverfchryvingen ; dewyl noch in de gemelde Ordonnancie , doch, voor zo verre onze herinnering ftrekt, in het Landregt, welk omtrent den zelfden tyd uitkwam , eenige melding daar van wordt aangetroffen. Immers is het klaar, dat het Landregt, preferentie in den der. den graad toekennende aan die „ binnen„ jaerfe gerichtelyke fchuldbekenningen , (h) „ voor dewelke het goet expreffelyk rae-^«»*.'J„ de gehypothequeert ende ten onderpand"*'j'5"' gefteld is (h)," zulke (46) hypothe-' Cc 4 ken
(46) Voor het overige waren al vroeger in deze Provincie niet alleen de algemeene hypotheken , maar zelfs byzondere hypotheken , zo van vaft als van beweeglyk goed , in gebruik , gelyk uit voorbeelden van de zeftiende eeuw kan gezien worden by Racer, Overyfj. Gedenkft. V. St. bl. 76. 96. 97. 110. 113. 121. ÏV. 1. en 122. N. 5. Het woord Hypethecatien komt «ok voor in de Vernieuwde Ordonn. over den vyft. peni}. van den 16. Oiïob. 1655. art. 2. in de Gener. en partic. Ordonn. M. 131. doch onder een opilapeiing van andere woorden , die beletten naauwkeurig
te zien wat 'er mede gemeend wordt. Over den
aart der oude rentverfchryvingen zie Racer, AU. III. St. bl. 256. en volgg.
4©§ Tegenwoordige Staat
vyft. ken niet bedoelt; nadien het meer dan kolIatT- een Mve eemv later was toen men voor «Aiu het eerfte vaftftelde , dat alle hypotheken en gerigtelyke fchuldbekentenilfen, door f^Ain: l!'weIken eeniS g°ed in 't byzonder ver. *<■«*• e" bonden is, in 't geval van voortogt der dTf2f''Meifchuldeifchers» het zelfde regt als verzej^^»" gelingen hebben zouden (i).
N. 32. en
De hier gemaakte aanmerkingen kunnen 33- dienen , om aan te toonen, hoe ligtelyk men in 't opftellen tot tegenftrydigheden of tot wartaal vervalt, wanneer men geene zorg gedragen heeft met de eigenlyke beteekenis der woorden , van welken men gebruik maakt , genoegzaam bekend te zyn. Vooral behoorde dit by het te blade brengen van wetten niet verzuimd te worden , daar de dubbelzinnigheid van eene enkele uitdrukking een regtsgeding, en een regtsgeding den ondergang van een huisgezin kan na zig fleepen. Ondertusfchen is de zwarigheid uit de Ordonnancie , waar van wy hier fpreken , niet te dugten ; nademaal het gebruik derzelver meening voor lang heeft geveftigd , en ieder gevolglyk weet, dat alle uitgangen of renten uit vafte goederen, die alleen het goed raken en niet met perfoonlyke fchuld te doen hebben , aan dit middel onderhevig zyn , en dat in tegendeel van perfoonlyke fchulden , fchoon ook eenig vaft goed tot meerder zekerheid des fchuldeifchers daar voor verbonden zy, niet betaald behoeft te worden. By hec eerfte invoeren van den vyf-
* 8 I
'van OVERYSSEL. 4*9
tigften penning waren allerlei renten ,Vyft. zonder dat de losbaarheid of onlosbaarheid*"^™ in aanmerking kwam, daar aan onderwor-raal. pen, zo wel als de pandfchappen, welken ten dien tyde tuffchen byzondere perfonen nog in gebruik fchynen geweeR te zyn, terwyl wy weten dat het verpanden van kafteleinfchappen, fchoutampten , en foortgelyken, voormaals eene zeer gewone zaak was , en dat nog heden ten dage verfcheiden Schoutampten met pandpenningen zyn bezwaard : doch in den jare 1644. maakte men onderfcheid tulfchen „ Erfpachten , Thienden , ende onlosba,, re Thinfen ofte Renten," die aan de belafting onderworpen bleven , en „ Ver„ winnen , Pantfchappen , Hypothecati-
Pantveilingen , Schepen ofte Rechtely-
ke Schultbrieven , Verzegelingen , en„ de andere conftitutien ende alinatien,
van losbare Renten , over onbeweeghe,, lycke Goederen ," welken men daar (-k-) van vrykende (k). Naderhand egter werdzkordo™. door Ridderfchap en Steden verftaan , dat^t*. !?en van verzegelingen het kollateraal opgebragt2behoorde te worden (1) : en hier by is (i) het, gelyk wy zagen , volgens de laatfte gfstv\i" Ordonnancie gebleven ; waar tegen ook zo van vervreemdingen naar den bedon- nov?iö^'. gen prys, als van kollaterale erfenis naar de volle waarde der goederen, zonder aftrek van de kapitalen daar in geveftigd, betaald moet worden.
Heden ten dage zyn het niet alleen ie fchuldbrieven, ten lafte van byzondere Cc 5 per-
4i© Tegenwoordige Staat
vyft. perfonen lopende, die vry van dezen im« KoL^-Poft zyn, maar ook de lands obligatien, raai,. het zy door deze Provincie , het zy door andere Geweften , uitgegeven ; uitgezonderd egter de obligatien van de geld-opneming laatftelyk door deze Provincie in de jaren 17 81. en 1783. gedaan , omtrent welken men vaftftelde , „ dat de. houders „ der obligatien buiten deze Provincie „ woonagtig , by verfterf in de zydlinie, „ gehouden zullen wezen het Collateraal „ alhier in de Provincie daar van te be„ talen, op gelyken voet als de ingezete„ nen dezer Provincie gehouden zyn het (m) 5> Collateraal te betalen van zulke effecfen » welke hetzelve alhier fubjecf zyn (m);" Ai>r. 1781. waar nog naderhand is bygevoegd , „ dat „ by verandering van eigenaar door ver„ fterf in de zydlinie , daar van aangave „ zal moeten worden gedaan, en doen „ blyken aan den Ontvanger op wiens „ Comptoir de obligatie geflagen is, en „ daar van het Collaterael betaald worden binnen twee maanden of uiterlyk by pJiPv " net ontvangen val1 de eerfte intereifen d.3'M««rt« na dat dezelve obligatien aan hun zullen »f«3. „ zyn vervallen (n)."
Om het gene van de turf-gronden in de Ordonnancie gezegd wordt duidelyker te maken , is vele jaren daar na by Publikatie vaftgefteld , dat van landen , welken by de roede om uit te turven verkogt worden, de betaling van den vyftigften penning zal plaats hebben , onaangezien dat de ondergrond aan den verkoper i
van O VER Y SS EL. 411
per mogte blyven (o). By de turf herin-Vyft. neren wy ons, dat men in onze dagen ook k™1^1! al eens. de belafting van den vyftigften pen-RAAtning gelegd heeft op het hout, welk opi>«wfc.v«» den ftam verkogt werd (p) , maar datfj/£ dezelve vervolgens wederom is ingetrok-1765ken (q) en tot heden toe ingetrokkenpJiu?ran gebleven. Wanneer men ook in aanmer-«-«»'^ king neemt, dat dit middel tot een be- ^'J^m. zwaar alleen op vafte goederen is aan-#? der
111 i ^ - ö . . Gedep, 13.
gelegd , kan het niet zeer eigenaartig sePt. 1755. fchynen , de houtgewaflèn , die van den^*^ grond gefcheiden worden , daar aan on- *» st.\9'. derhevig te maken; nademaal dezelven ,^.Aprf' niet minder dan koorn of gras , voor 1757. vrugten des velds zyn te houden.
Ten aanzien van verkopingen by geregtelyke executie valt nog aan te merken, dat de pagter dezen impoft niet kan vorderen , wanneer een goed , op die wyze voor Lands Middelen geveild , ten behoeve der Provincie wordt aangehouden (r). (O Dit is, buiten bedenking , vaftgefteld, fau^êrop dat 's Lands kaffe niet door eenen^f8' y*a omweg aan zig zelve betalen zoude. De"'3'"** zelfde geeft ftraalt door in een ander ftaatsbefluit, volgens het welke men van goederen by een' byfteren dyk, naar dykregte , verkregen, mede geen' vyftigften CO penning fchuldig is (s) : als mede in dat, f/V'af' volgens het welke, in 't geval van afkoop APr- «735. van hofhoorige regten en foortgelyke las-17^"c ten, alleen de uitkoper voor zyne helf-^/") te , en niet de Provincie voor de hare ,'oct. %'71; dien imnoft moet betalen (t).
Wy
4ia Tegenwoordige Staat
Vyft. Wy eindigen dit gedeelte van ons onküllat™ derwerp met nog deze omftandigheid hier kaal. by toe voegen , dat wegens vafte goede, ren, gevonden in eenen boedel die onder benificie van inventaris aanvaard is , QO het volle kollateraal van de erfgenamen wordt gevorderd, indien zy niet binnen 13. Apr.' twaalf weken na het fterfval den boedel 1745. verftoten (u).
Wat nog alleen overfchiet te verhandelen raakt de wyze van invordering. Dezelve gefchiedde in den aanvang by kollekte: maar het fchynt, dat men , by verloop van tyd , daar in meerder zwarigheden ontmoetede , dan men dagt te kunnen uit den weg ruimen; want wy vinden , dat dit middel over den jare i^Ri6s%. reeds werd verpagt (v), en ze*n ■Sfc'ao.'dert is men, onzes wetens, van dien i^3°'ivor"vc,et n^mmer wederom afgegaan. Velen Wc. v.i'zyn ondertuflchen van gedagten , dat het i6.53.Ug' voordeeliger voor de Provincie zoude uitkomen , indien de betaling by wyze van kollekte, of regtftreeeks aan den Ontvanger , gefchiedde. In het afgetrokkene befchouwd zal deze Helling ook niet ligtelyk door iemand worden wederfproken , nadien men onderftellen mag , dat de winft, die thans des pagters arbeid beloont, in dat geval grootendeels voor 's Lands kasfe zoude blyven : doch de vraag , die eigenlyk te bellilfen ware , is ingewikkelder , en beftaat daar in, of de voorgeflagen verandering geene ongemakken
zou-
van OVERSYSSEL. 413
zoude met zig brengen , welken opwegen vyft. konden tegen dien bedoelden winft. kollam!
Die deze vraag met neen beantwoorden, hebben het voorbeeld van andere Provinciën , ter ftaving van hun gevoelen, geredelyk by de hand; terwyl men aan den anderen kant, de tegenwoordige gewoonte verdedigen willende , het vroeger gebeurde in ons eigen Geweft konde aanvoeren. Het blykt namelyk uit de Rukken , welken wy van dien tyd in handen hebben , dat de Staten zeer verlegen geweeft zyn om voldoende middelen uit te vinden, ten einde de onwilligen tot betaling te noodzaken : want (wy fpreken hier met de Vernieuwde Ordonnantie van 't jaar 1655.) onaangezien verfcheiden Plakateri en Ordonnancien van Ridderfchap en Steden en van de Ordinaris Gedeputeerden , waren vele ongehoorzamen in gebreke gebleven van dezen impoft , zo ais dezelve van 't jaar 1635. tot het jaar 1651. ingefloten geheven was , aan te geven en te betalen, praetexerende eenige ignorantie van het rechte verftant van die op dit fubjeót in „ den voorfz. Jare 163 5. g' emaneerde Or„ donnantie , ende andere, van noch vele „ beftraffelycker conditie , fich flatterende „ met een ydele hope ende een abufyf „ vertrouwen , dat haere in ende omtrent „ defen Impoft gepleegde frauden niet naegefocht fouden worden , noch konden werden;" bet welke , behalven de fchade door de Provincie geleden, niet weinig misnoegen gaf aan zulken , die zo toen
reeds
4T4 Tegenwoordige Staat
Vyft. reeds gehoorzamelyk betaald hadden, als xlliAiE- naderhand aan de pagters hadden moeten mal. voldoen. De aanftelling zelfs van eenen Advokaat Fiskaal, blootelyk gelaft; om het bedrog en de verzuimen , ten opzigte van dit ééne middel gepleegd, op te. fpooren, fchynt maar van eene langzame uitwerking geweeft re zyn , en het duurde nog verfcheiden jaren daar na, eer de invordering van het gene voor en in 't jaar 1651. vervallen was een einde had gekregen (47).
Uit
(47) Zie hier eene Iyft van do bevelen , die Ridderfchap en Steden na de boven gemelde Ordonnancie van 't jaar 1635. hebben doen afkondigen , allen betrekkelyk tot de invordering van dit middel geduurende den tyd der Kollekte , dat is van den eerften van Oogftmaand des jaars 1635. tot den Iaatften dag des jaars 1651.
Publikatie der Gedeputeerde Staten van den 9. Oclob. 1635. houdende bekendmaking van de invoeling van dezen impoft.
Voorgemelde Publikatie vernieuwd den 12 Decembi K535-
Publikatie der Gedeput. Staten van den 5. Jan. 1637. vervattende bevelen omtrent de aangave.
Refolutie van Ridd. en Steden van den 21. Apr. 1639. houdende foortgelyke bevelen; te vinden in .de Gener. en partic. Ordonn. bl. 127.
Pubiikat. der Gedeput. Stat. van den 24. July 3639. met foortgelyke bevelen.
De Ordonnancie vernieuwd en geamplieerd den 20. Jun. 1644.
Refolutie van Ridd. en Sted, van den 16. Apr, 1645. betreffende de boeten , tegen de onwilligen vaftgefteld, e*i de regifters van de kollekte ; te vinden in de Gener. on partic. Ordonn. bl. 127.
Publik. der Gedep. Staten van den 8. -Febr. 1647. waar by de geregtelyke overdragten van goederen , voor dat de betaling van dit middel gefchied is, verboden wordt. Ds
van- OVERYSSËL. 4iy
Uit hoofde van deze omftandigheden zou-vyft. de men zonder ongerymdheid mogen by-^; brengen , dat 'er miflchien iets plaatslyks^-i.. in deze Provincie huisveft , het welke de invordering door pagters hier meer dan clders noodzaaklyk maakt: hoewel daar tegen mede niet ontkend kan worden, dat het byzonder vreemd zyn zoude , indien, na een onderzoek van alle de" zwarigheden die hier voormaals de Kollekte van dezen impoft - verzeld hebben , en van alle de hulpmiddelen die men , zo toen in deze Provincie , als vroeger of later in de nabuurige Geweften, het zy met verkeerden hec zy met goeden uitllag , heeft aangewend om zulke zwarigheden te verhelpen, niet eene voldoende wyze te beramen ware , naar welke zulk eene kollekte , zonder fchroom voor kwaad gevolg andermaal ingevoerd konde worden. '
VEER-
De laatftgemelde Publikatie vernieuwd den 6. Octob. 1648. en andermaal den ï. Nov. 1049.
De Refolutie vaij den jare 1645. vernieuwd den 5. Mei 1652.
Vernieuwde Ordonnancie van den 16. Odtob. i6i<~ onder de Gener. en partic. Ordonn. 11. 129.
Plakaat der Gedep. Staten van den 7. jan. 165$. rakende het doen van de aangaven.
Plakaat van de zelfden van den 8. Febr. 1650 houdende bevelen aan den Advokaat Fiskaal nopens het invorderen der reftanten.
Plakaat van de zelfden van den 9. T«I. 1660 GVSt Je betalinge van de- reftanten.
41*$ Tegenwoordige Staat
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Vervolg van de Provinciale Schattingen , en wel over de Impoften die ep het Vertier . liggen.
op&er \ ƒ ol§ens het beftek » ™ den aanvang tier. V van het voorgaande Hoofdftuk gemaakt , zullen wy hier eenig verflag geven nopens de belaftingen die op het vertier liggen , zo van waren die onder de noodwendige behoeften des levens te tellen zyn, gelyk brood, vleefch, azyn en bier, als van zodanigen die men voor overtolligheden kan te boek zetten , gelyk de fterke dranken , wyn en tabak.
Gemaal.
Wy zagen boven (a) , dat de generale bi. 192. nudaelen in deze Provincie voor de eerfte maal in den jare 1582. werden verpagt Onder dezen was ook een impoft op het Gemaal. Dan boven is mede reeds epge(fc) merkt, dat deze heffing van korten duur bi. 194. zal geweeft zyn (b) , en dat men het in 't volgende jaar ondoenlyk verklaarde, dit CO middel in de Steden üTte voeren Cc) bi. 195. Onder de Twentfche impoften van 't jaar-
7\£tLAS97 td) ftaat het Geraaal aangeflagen op mT«;""de volgende wyze. 5 1
Van
van OVERYSSEL. 417
»» van elcker mudde wicte weiten (1) v. fikCkMÜa. . „ Van elcker mudde roggen, garften, 3, bonen, boeckweyte - jj R
Van elck mudde haveren - j ft. Van elck mudde moltts, ofte wat i3 foorte van greynen die verbrouwen „ worden - - - viij ft. (e)." CO Wat van deze belafting op het moutffkd^. geworden zy , zal zig gevoeglyk , wan-oé>' neer wy over den impoft op het bier bandelen , ter befchouwing aanbieden. Hier bepalen wy ons tot het koorn welk tot brood beftemd wordt. Volgens de lyft van den impoft op hetzelve , die in den jare 1623. werd vaftgefteld m , had m
men toen te betalen : au. 5.sef
5, Van een laft Taruwe offte wey}J te die verbacken wort vieren-
twintich gulden - - ƒ 24 - o - o „ Maftelein (2) als van die Taruwe. „ Van een laft roggen die ver„ backen wort acht gull. - ƒ 8 - o - © „ Van een laft garfte, bóonen, boeckweyte en anders, fo verbacken wort vyer gull. - ƒ 4-0-0 Men had dus de rekening by het mudde , eene maat die , even als vele andere foorten van maten, in Overyffel op onderfcheiden plaatzen zeer verfchillende is , Dd met
(1 ) Weite alleen , of witte weite in onderfcheiding fél de boekweit, zyn Overyffelfcbe, en ook Gel-* derfche, benamingen voor Tarwe.
(2) Maftelein of Mafleluin is eigenlyk in 't gemeen gemengd koorn , maar beteekent hier meer t»f« aonderlyk tarwe met ander koorn gemengd,
4.ï8 Tegenwoordige Staat
Gemaal* met regt verworpen , en daar voor de beftendige maat van een laft in plaats ge. fteld.
Ondertuflchen duurde deze aanflag niet langer dan tot in den volgenden jare, wanneer bepaald werd , dat van de rogge twaalf, van de gerft of boonen die verbakken werden agt, en van de boekweit jiug?2, zes gulden zoude opgebragt worden (g) ; Maart cn jn de Ordonnancie op 't Gemaal, die 124' in den bundel van Ordonnancien , in 't jaar 1627. uitgegeven , te vinden is, maar van welker beraming wy den dag niet kunnen aanwyzen , heeft men eene nieuwe lyft, volgens welke te betalen ftond van ieder laft
Tarwe of Mafteluinen - ƒ 24 - o - o Rogge , die verbakken werd ƒ 12 - o - o Gerft , die in den oven verbakken werd - - ƒ 8-0-0 OO Boekweit, die in den oven
?dr,?iuedeverbakken weré - - f 6 ■ 0 ■ 0 Notüfic. Amel geruid - - - ƒ 4 - o - o
ongeruld - - ƒ 3-0-0
vande Ge-< En dit duurde (3) tot in 't jaar 1675 ,
7JknSvat wanneer dit middel met de helfte werd
i675- verhoogd (h), waar by het tot heden
, toe
(3) De Ordonnancie op 't Gemaal, gedrukt in i66r. onder de Gener. en partic. Ordonn. bl. 46. is I woordelyk de zelfde met de gedrukte in 1627- behalven in een enkel punt. By laatftgemelde art. 2. was op brood, tot vertier van buiten ingebragt, de twaalfde penning der waardy gcfteld : en hier van j wordt in die van 1661. de Hollaudfche befchuit uit- I gezonderd; een zaak die reeds by Refol. van Ridd. I en Sted. van den 26. Apr. 1650. was befloten.
van OVERYSSEL. 419
toe is gebleven. Volgens de jongde Or-oewi,.; donnancie op dezen import, in den jare I75°- (O vaftgefteld , moet derhalven van het laft opgebragt worden gelyk Mei 0e,f'^g.
Volgt. Kpr Tte
Tarwe of Maftelein - ƒ36- o - o^JvZ' Rogge die verbakken wordt ƒ18- o - o^0, Gerft die verbakken wordt ƒ 12- o - o "°' Boekweit die verbakken wordt ƒ 9 - 0-0 Amel (4) geruid - - ƒ 6- 0-0 ongeruld - - ƒ 4 -10 - ©
Beftiaal of Geflagt.
De oude hiftorie van dit middel is de zelfde met die van het Gemaal. Het werd in 't jaar 582. eerft voor korten tyd verpagt , in 't jaar 1583. verklaarde men de invoering van hetzelve in de fteden on■mogelyk , en in 't jaar 1597. vindt men het onder de Twentfche impoften , op deze wyze.
„ Van alle offen , koeyen , runderen , Dd 2 „ kal-
. (4) By de Nader Regiem, over de verpagt. van Prov. Middelen van den 16. April 1692. hl. 6. vindt men dat de accys op deze waar is afgefchaft. Ju de Ordonn. van 1750. zien wy hier dat dezelve wederom is ingevoerd : doch toen naderhand te Deventer een ftyfzel-fabriek aangelegd werd, verleenden de Staten op 't Requeft van J. Paulus de vorige vryheid ; Zie Refol. van Ridd. en Sted. van den li. Maak 1762. welke de volgende eigenaren ook telkens bekwamen. Zie Aid. ii. Maart 1765. enz. — Hier by zullen wy nog aanteekencn, dat de Bakkers vóoil ieder honderd koeken, die zy buiten de Provincia verzenden, 8§ ftuiver korten. Zie Aid, tfi Madk i.75i. en 20. Nov. 1753.
420 Tegenwoordige Staat
geslagt. „ kalveren, fchapen ende verekens, latn„ meren die by den Vleefchouwers ter „ bancke uytgefleten , fal betaelt worden „ den XXün penninck.
„ Die by den burgeren ende ingezete„ rien , omme in haer felfs huisholdinge
te confumeren geflachtet worden den „ XXX™ penninck.
„ Wel verftaende , dat alle vleifch ter „ wage komende daer felffs vry fall fyn.
„ Van alle paerden die verbuytet (5),
vermangelt ofte verkoft ende gekoft (IO „ werden den XXe" penn. half by den Ref.v.R. J} koper ende half by den verkoper te oct \l"y7. a betalen (k)."
Ten dien tyde werd deze impoft nog; niet , gelyk heden ten dage , onverfchillig Beftiaal of Geflagt genoemd, maar: droeg alleen de eerfcgemelde algemee-' ner benaming , die den twintigften penning op de vervreemding van paarden 1 mede kon influiten. Ondertuffchen is; het niet wel doenlyk dit op te mer4 ken , zonder zig tevens te verwonderen i over de vreemde zamenvoeging welke ini dit Beftiaal plaats had : daar eene belafting; op geflagt vlecfch , en eene belafting op! paarden die van eigenaar veranderen , gee-. ne andere overeenkomft hebben . dan die i in den klank van het woord beeft gelegen 1 is, het welke men in de befchryving vani beiden zoude kunnen gebruiken. De eer-.
ftel
(5) Buten of verhitten is een nog heden in O-I veryflel zeer bekend woord voor verruilen. Kiüaan 1 vertolkt het ook door permutare.
van OVERYSSEL 421
fte is een impoft op het vertier van ééneeisLACT. dier overtolligheden des levens, welke het naafte komen aan de volftrekte nood■ wendigheden ; dewyl het vleefch voor velen als eene volkomen noodwendigheid kan worden aangezien. De andere is in zig zelve van onderfcheiden natuur en ftrekking, naar dat het gebruik onderfcheiden is, waar toe het gekogte paard wordt gefchikt. Indien dit blootelyk tot vermaak of vertooning dienen zal, valt de impoft geheel op dat gedeelte van des kopers inkomften , het welke hy tot zyne onmiddelyke verteering beftemd heeft, en het . welke derhalven voor het land , welks rykdom uit de vafte en niet ter verteering weggelegde eigendommen van de ingezetenen beftaat, reeds is verloren : de impoft zal in dit geval de zelfde uitwerking hebben , als alle anderen die op het vertier van overtolligheden gelegd worden, de gebruiker zal zyn paard zo veel duurder hebben als de fomme van de fchatting bedraagt , en verder gevolgen zal men daar van niet vernemen. Dan geheel anders zal zulk eene fchatting werken met opzigt op paarden die tot den landbouw of tot ' het voortzetten van fabrieken worden aangekogt , en in deze twee gevallen nog niet eens op zelfde wyze. De belafting op het paard welk den ploeg trekt, fchoon door den pagter van het land betaald wordende , valt op den duur noodwendig op den eigenaar van dat land : want naar ma-' te een boer zyne paarden duurder moet Dd 3 in-
422 Tegenwoordige SUat
gïsiagt. inkopen , moet hy grooter kapitaal befte: den om het land te doen vrugt geven, en naar mate hy hier toe grooter kapitaal belleden moet kan hy minder pagt aan den landheer opbrengen. Een impoft op paarden , die tot fabrieken , of , wat op 't zelfde uitkomt, tot verbrenging van koopgoederen gebruikt worden , valt regtftrecks op het kapitaal welk de fabrikeur of koopman tot voorzetting van zyncn handel heefc aangelegd , en het hangt af van toevallige omftandigheden of hy denzei ven geheel of ten deele eindelyk zelve moet blyven dragen, dan wel geheel of ten deele door zyne kopers kan doen te rug geven. In 't laatibe geval ftygt de, prys van de waar ; in 't eerfte moet de fabrikeur of koopman minder winnen. In geen geval zal het iets ter zaak doen of de uitfehot alleen door den verkoper of koper, of door beiden half en half, volgens het gene wy hier vaftgefteld von-i den , gefchiede , daar toch de markt-prys van de paarden door eene belafting , in het eene of ander byzonder geweft opgelegd , niet aangedaan kan worden , en, de verkoper derhalven zyn paard niet kanj afftaan , zonder zo veel boven dc eigen-i lyke waarde van hetzelve te bedingen, ah dat gedeelte van den impoft, welks betaling od zyne rekening gebragt is, bedraagt (6) v Mei
(o) Deze redeneringen , en anderen die op 't on iwwerp der béjaftiflgen hier voorkomen, benevel Se gronden, waar op dezelven ruften, zyn veelal
breefl
van O VERYSSEL. 423
Men kan, wy herhalen het, niet na- geslagt, laten zig over zulk eene zamenvoeging te verwonderen } waar van de ongepaftheid, wanneer de eigenlyke natuur der fchattingen met eenige oplettendheid befchouwd wordt , by ieder in; 't oog moet lopen. Die verwondering egter zal merkelyken afflag lyden, zo dra men zig herinnert, Dd 4 dat
breeder ontvouwd in een klein werkje, in den jare 1782. te Kampen by J. A. de Chalmot uitgegeven onder den volgenden titel. Vertoog over de algemeene grondregels , welken by 't invoeren van Lands fchattingen zyn in agt te nemen; met eene meer byzondere toepaffmg op de gemeene middelen in Overyfjel. Het lot van dit werkje levert te gelyk een doo'rflaand bewys uit van den weinigen fmaak, die by onze landgenoten voor onderwerpen van dezen aart wordt gevonden ; daar de Uitgever tot heden toe met byna de geheele oplage is blyven zitten, en de Schryvers van onze geleerde tydfchriften , zo verre wy ons dit herinneren kunnen , zig niets eens verwaardigd hebben om deszelfs beftaan aan te kondigen. Het komt hier niet aan op deszelfs innerlyke waarde , waar over wy, qm byzondere redenen , niet verkiezen ons hier uit te laten : de ftoffe alleen , vooral dewyl ze onzes wetens hier te lande nog nooit behandeld was, moeft, indien 'er eenige liefhebbery ware geweeft, den aftrek verzekerd hebben, dewyl toch de prys van eenige weinige bladen hier geen beletzel konde toebrengen. Miffchien zouden wy, zonder inbreuk te maken op het voornemen van ons in geene beoordeeling in tc laten , ééne omftandigheid ter aanpryzing van dit ftukje kunnen bybrengen. De Schryver, die ten tyde der uitgave reden had om zyn'en naam te verbergen, was hier,door ook genoodzaakt te verzwygsn , dat hy de gronden , op welken by redeneerde, meeftal uit het voortrcflyko werk van Dr. Adam Smith , The Wealtli of Nations, had overgenomen ; nadien velen zyncr bekenden witten , dat dit werk met meer dan gemeene goedkeuring door hem was gelezen.
424 Tegenwoordige Staat
0£slagt. dat het twee eeuwen geleden is dat men dit Beftiaal invoerde. De omftandigheden waren toen zodanig , dat zelfs de doorzigtigften moeften te vrede zyn , als 'er een middel om geld te verzamelen gevonden . was , zonder zig diepe befpiegelingen over alle de uitwerkzelen van zulk een middel te veroorloven, Velen , buiten twyffel , vermoededen toen niet eens , dat zulke befpiegelingen van zo veel belang in het ftaatsbeftuur zyn konden ; veel minder nog dat de ekonomifche ftaatkunde, tot een ftelzel gebragt, eene aanzienlyke plaats onder de menfchelyke wetenfchappen zoude bekleden. Indien zy het voorzien hadden , zouden zy zeker niet geloofd hebben , dat hunne nakomelingen , die de berekeningen om geld te winnen voor alle natiën tot den top van volkomenheid bragten , de laatften onder alle natiën zyn zouden , die zig de niet min gewigtige konft, van het gewonnen geld op de befte wyze ten gemeenen nutte te hefteden' , zogten eigen te maken.
Op de lyft van verpagtinge voor den jare 1623 vindt men den impoft op de vervreemding van paarden zonder verandering herhaald ; doch dezelve was toen niet meer met dien op het geflagt onder de zelfde benaming verecnigd , waar van men toen het wanvoeglyke zal hehben ingezien. Volgens die lyft moeft van het geflagte vleefeh het volgende gegeven worden.
„ Van alle flachtbeeften voor den flachII tej by de ponden vercopende den r2e»
9j pen-
van OVERYSSEL. 425
penninck. Voor eygen comfumptie den geslagt. „ i6e" penninck. Mits dat van het maft„ faet niet worde gegeven (7)."
De accys was toen reeds hoog , vergeleken met dien van den jare 1597: doch volgens de Ordonnancie op de Beftialen, in 1661. gedrukt, moeft toen nog vry wat meerder, te weten de negende penning door de flagters , en de twaalfde voor eigen vertier , opgebragt worden ( 8) , en deze impoft werd in den jare 1675, te gelyk met dien op het Gemaal , met de helfte verhoogd (1). Op dien voet is dezelve tot heden toe gebleven , en der- N f.p halven wordt van alle runderen, fchapen van Feren verkens , jong of oud , betaald door%%™? de flagters de zesde , en door byzondere perfonen de agtfte penning, van den prysr'T l6?s' of van de waarde.
Azyn.
Onder de Gemeene Middelen, die in den jare 1597. over het Kwartier van Twente verpagt werden (m), was ook eenBo^mn\( impoft van drie gulden op ieder „ Aem.201. „ wyneeticks, fy worde dan vertapt ofte Dd 5 „ ge-
(7) Zie Refol. van Ridd. en Sted. van den 5. Sept. I623. waar mede overeenkomt de Ordonnancie op de' Beftialen, uitgegeven in den bundel van 1627; en deze is Wederom geheel, uitgezonderd de fommen van den impoft, gevolgd in de uitgave van 1661.
(8) Zie Gener. en portie. Ordonn. bl. 69. Wan- ' neer deze verhooging begonnen zy, is ons niet gebleken.
4&6 Tegenwoordige Staat
Asvw. „ geconfumeert (n)." Op de lyft van die genen , welken men in 1623. befloot te verpagten , lezen wy ; Afyn den nef.l?R.» aem overlantfche ritfmge (9) ofF die e» kt. 24- 9i tonne voor den flyter eenen gul. twie 0 I5y7 „ ftuiver (o)." Of toen de Ordonnancie,'welke in de verzameling van den jare sep'c.1623.1627. gedrukt en in die van den jare 1661. herdrukt is, en die nog gevolgd wordt, tevens beraamd zy, kunnen wy niet bepalen. Dezelve houdt in ; dat zal „ betaelt worden van elcke Aem Azyns „ ofte Edicks (10) , Overlantfche Rit5Ï finge , ofte van de Tonne die vertapt, geconfumeeert , ende op de Schepen „ gelevert wort, eenen gulden ende twee „ ftuyvers, ende van minder Vaten na „ advenant ;" dat die betalinge zal gefchieden , ter plaatze daar de waar gefleten zal worden , door den eerften koper , het zy hy dezelve tot eigen vertier of tot uitflytinge beftemme; en dat niemand, dan gezworen bierdragers, dezelve uit de kelders , fchepen of wagens mag verbrengen. Dit laatfte melden wy, om dat zulke gezworen dragers , doorgaans veel beter dan naar evenredigheid van I hunnen arbeid betaald worden : en dat derhalven de onkoften , door dezelven
ver-
(9) Volgens Kiliaan is Overland Germania fuperiór, en ritfen notare fundum et mevfuram vqfis, Overlandfche ritzinge beteckent dus den. yk, of de maat, die in Duitfchland gebruikelyk is.
(10) Men moet opmerken, dat hier door zo wel biei- als wyn-azyn verftaan wordt.
van OVERYSSEL. 4x7
veroorzaakt, voor zo verre die het ware azyn. arbeidsloon te boven gaan , ten aanzien van de ingezetenen als een gedeelte van den impoft moeten befchouwd worden, fchoon 's Lands fchatkift daar van geen genot hebbe. /
Bier.
Het middel op de Bieren , zo als het tegenwoordig in deze Provincie geheven wordt, is geene enkelvouwdige belafting, maar wel uit vier verfchillende foorten van impoften zamengefteld, welken met de namen van grooten accys, opaccys, verkleininge- der kannen , en haven-accys onderfcheiden , en ook ieder afzonderlyk verpagt worden (n). Om den Lezer, naar ons vermogen , eenig denkbeeld nopens de natuur en den oorfprong derzelven te geven , zal het noodig zyn de zaken hooger op te halen.
Reeds voor het fluiten van de Utrechtfche Unie hadden de Algemeene Scaten, behalven dat zy herhaaldelyk aandrongen om de generale middelen te doen invoeren, •. voorgeflagen, dat men hier eene belafting van twee ftuiver op de ton bier f
Ipaarpn. '/nnrlp f n "\ - rlif» van Apin arv.vs fin Er.,,., ki
dezen drank , welken onder die generalel85* middelen begrepen ftond , was onderfcheiden
(11) Men herinnere zig, behalven dezen, den Konings- of Reaal-accys , van welken onder de afdeeling van de Domeinen (boven bl. 59. en vtlgg.}
is gefproken.
42 8. Tegenwoordige Staat
Bier. den C12) : doch wy vinden niet aangeteekend , dat 'er tot eenig bezwaar van dezen aart is befloten voor het jaar 1582, in 't welke voor een korte poos een accys op het bier onder de gemeene midBoyMb.. c'c^en we^ verpagt (q). Évenwei hebiy*. en ben we by eene vorige gelegenheid geIlJ4' zien , dat Overyffel een jaar later het invoeren van zekere zes fpecien , ééne van welken de bieren uitmaakten, ondoenlyk verklaarde , om dat de accyfen in de Steden zo hoog verpand waren, dat «•ven bi. men dezelven niet fterker kende belasts- ten CO-
Het vlek de Kuinder werd in den zomer des jaars 1580. door Grouwftins , eenen Bevelhebber van de Staatfche zyde die hetzelve bezet had, befchanft: maar het werk was zo liegt, dat niet lang daar na het volk van Rennenberg, die toen bezig was met Steenwyk te beleggen , het . plaatsje zonder moeite innam en pionderde. Schoon toen door de plonderaars verlaten , bleef het egter onder de magt
van
(12) Dit onderfcheid is op te maken uit vergelyking van liet hier bygebragte met den vyfden artikel der Unie , hier voor bl. 186. aangehaald , waar de bieren onder de gemeene middelen geteld worden, en het verhaal vun Van Hattum, Zwolle , III. D. bl. 193. dat men behalven de algemeene middelen in 't jaar 1580. nog een zekere belafting op de bieren wilde doen invorderen , die denkelyk in de zelfde twee Huiver beftaan zal hebben, waai van wy hier verhalen. In 't jaar 1599. vorderden de Algemeene Staten nogmaals twee ltuiver boven de generale middelen , zo als boven bl. 205. gezegd is.
van OVERYSSEL. 429
van Rennenberg tot in Lentemaand ■ des bier. volgenden jaars , wanneer de Staatfchen, na eenige dagen de kerk belegerd te,hebben , daar van wederom by verdrag meester werden , doch, zo het fchynt , ook es) geene bezetting daar in bleven houden (s)-^^, Ettelyke weken te voren was Diderik So - Dumuttr noi , die reeds lang in hoedanigheid als f^J^lm Lieutenant en Gouverneur van Oranje in 458.0:459» • 't Noorderkwartier gediend had (t) van rtj idaar op laft der Gekommitteerde Raden , en onder beleid van den Prins , met zynj[,0' b'' regiment naar Blokzyl overgeftoken , en had dat plaatsje met veftingwerken , die goeden wederftand bieden konden , omgeven. Hier bleef, hy , bezettede vervolgens ook de Kuinder en bragt de daar gemaakte verfchanffingen in beter ftaat, zonder dat de Staten van Overyffel daar in eenigermate gekend werden. Vervolgens ging hy nog verder , en begon, in 't jaar 1583. of kort daar na, een' gulden op ieder ton biers, in de twee fchanlfen , te heften. De klagten van Ridderfchap en Steden, wegens deze indragt op hun regtsgebied , en den overlaft dien de ingezetenen van -dat krygsvolk verdragen moeften , in herhaalde brieven aan die van Noordholland vervat , hadden geenerhande uitwerking. Men vervoegde zig by de Algemeene Staten , en by die van Holland ; welke laat- , ften te vergeeffch by hunne Weftfriefche medeleden aanhielden om zig daar van te onthouden , terwyl de eerften met geenen beter uitflag goedvonden in Hooimaand des
jaars
43 Tegenwoordige Staat
Bier. jaars 1585. „ Mr. Derk van der Does „ aff te veerdigen, omme op 't ftuck van „ den vorfz. impoft te verfien , ende me3, de het different van de verdingen defes „ oorts eenmaal af te handelen." Deze toch regtte niets uit, en de herhaalde bevelen en bedreigingen , zo van de zelfde Algemeene Staten als van den Raad van State , werden fteeds door Sonoi en zyne zenders in den wind geflagen , die zig op den laft van wylen den Prinfe beriepen, en voorgaven , dat noch Overyffel noch Friesland by deze zaak eenig belang hadden , dewyl de bieren, in de fchanffen gebragt, allen door de foldaten gebruikt werden , en dat men de penningen, daar van komende, tot onderhoud van die fchanffen aanwendde. Dit handelen duurde tot op het overgaan van Deventer en andere plaatzen aan den vyand , wanneer de verwarringen , daar door ontftaan , hetzelve deden ftaken, tot dat de aanftelling van Maurits als Stadhouder , en de gelukkiger keer van zaken, aan Ridderfchap en Steden gelegenheid boden om haren aandrang te hervatten.
Hier toe hadden dezelven toen vooral geene minder reden ; want in dezen tusfchentyd fchynt het geweeft te zyn , dat Sonoi het heffen van zynen Opaccys ook tot de Stad en het omliggende land van Vollenhove had uitgebreid (13). De aan-
ftel-
(13) In de Refolut. van Rvdd. en Sted. van den 30. Jan. 1591. vinden we op ieder ton.bier, boven de
.40.
van OVERYSSEL. 431
ftelling van Maurits weet men onder ande-BiiR.' ren op deze voorwaarde gefchied te zyn , dat hy „ die verhoeginge der accyfen in „ den Lande van Vollenhoe, wefende een 3, appendent der Domeynen van Overys-
fel (u)," aan deze Provincie brengen BoverAj. zoude. Ook deed de Prins eerlang zyn beft i$7> nut." om een verdrag te bewerken , volgens 't welke de Noordhollanders met het vorderen van den impoft op de bieren die binnen de fchanffen gedronken werden , by voorraad , geduurende den oorlog zouden voortvaren, doch zig daar van binnen Vollenhove en ten platten lande onthouden: maar verre van dat dit eenig nut deed , werden de kwellingen en afperffingen , welken de opgezetenen van het krygsvolk verdragen moeften , dagelyks zwaarder. Sommige bewoners van dat Kwartier begonnen zelfs de Hollanders als hunne Overheid aan te merken , en , tegen 't verbod hier uitgegaan , zig door dezelven in 't heffen van den accys , niet alleen in , maar ook buiten de fchanffen, te laten gebruiken ; 't welke Ridderfchap en Steden ten laatften bewoog , om eenen ontvanger
van
4.0. ftuiver koftende , welke door de Zwartefluis of uit de Stad Vollenhove ten platten lande ingevoerd werd, een belafting gelegd van 12. ftuiver ten behoeve der Provincie. Nadien dezelve alleen 't Kwartier van Vollenhove raakte, waar 't Steedje van dien naam en Zwartfluis de eenige havens aan de Zuiderzee varen welken Ridderfchap en Steden ten dien tyde in hare magt hadden , is het waarfchynlyk dat deze maatregel op dit verfchil met Sonoi en de Noordhollanders betrekking had.
432- Tegenwoordige Staat
•bie«, van dien impoft tot eene geldboete te verwyzen s en naderhand eenen anderen in hegtenis te zetten : en toen de Noordhollanders , hunner overmagt bewuft, hier op fchepen en goederen , ook perfonen , die in Overyffel te huis hoorden, in beflag namen , zonden zy eene deputatie naar den Hage , met byzonderen laft om eene eindelyke afdoening van deze gefchillen te bewerken. De Afgevaardigden moeften aandringen : dat door dit oeffenen van regtsgebied op vreemden grond de Unie zelve werd gefchonden: dat de Prins, op wiens oélroi men zig beriep , geen regt kon gehad hebben om hetzelve te verleenen: dat het onderhouden van de fchanffen een gezogt voorwendzel was voor het innen van den accys ; nadien men der ingezetenen landeryen daar toe vergraven , derzelver houtgewas afgehouwen, fomtyds geheele huizen en fchuuren geflegt en daar toe verbruikt had ; terwyl de arbeid was verrigt met de handen , wagens en paarden der huislieden , die nog daar boven de brandfchattingen en knevelaryen der bezettingen hadden moeten verduuren : dat voor de veiligheid van Noordholland (14) even zo
' wel
' (14) By 't hier na te melden verdrag van 't jaar 1615. wordt gezegd, dat de Wcftfriefche Steden de fchanffen gebouwd hadden ter beveiliging van de Zuider-zee , tegen de overlaften van die van Steenwyk," I en anderen, toen 's vyands zyde houdende. Steen- I wyk was, volgens 't aangeteckende in de Reful. van Ridd. en Sted. vm den, 16. Nov. 1582. op dien zelfden dag door den vyand ingenomen. In 1592. was het reeds herwonnen. E. van Msteren Nederl, Hijl. XFI, R. fok 324.
mn OVERSYSSEL. 433
wel zoude gezorgd worden, wanneer men Bmu de fchanffen met Generaliteits of Overysfels volk bezettede: en dat, dit gefchiedende , Ridderfchap en Steden bereid waren over de wezenlyk gemaakte onkoften afdragt te maken. Tevens egter was den Af ,e vaardigden magt gegeven , om , ziende dat men het niet verder brengen konde , toe te ftaan , dat de impoft binnen de fchanffen nog vóór eenen korten tyd ten behoeve der Weftfriezen wierde gevorderd. Waarfchynlyk had men hier wel bemerkt, dat de Stadhouder zelve weinig genegenheid zoude hebben , om den eifch Verder dan tot die mate te onderfteunen (15); en de uitkomft toonde ook, dat men in zyne rekening niet had misgetaft. Op den negenentwintigften van Wintermaand des jaars 15-04. namelyk werd ter vergaderinge der Generaliteit , by tusfchenfpraak 3 en met toeftemming van beiEe de
(15) Schoon men zig hier gtliet san den laft van Prins Willem , waar op Sonoi zig beriep, te twyffelen , toonen alle omftandigheden , dat die dadelyk beftaan had. Het graaffchap over Holland op 'c oog hebbende, was 't niet vreemd dat hy 't Hol-
' landfche gebied zogt uit te breiden. Dat Mau-
rits niet genegen was thans 't gezag onzer Staten over de twee fchanffen te herftellen , is op te maken uit zyn reeds gemeld bemiddelend voorftel , en uit den uitflag der zaak. Hy had zig ook reeds, als ware by de hooge overheid , ten aanzien van Blokzyl gedragen , gelyk wy vroeger gelegenheid vonden te verhalen. Zie I. Deel, bl. 222. en ftraks zullen wy zien , dat hy na de overeenkomft van 1594 » tegen de meening der Staten , Blokzyl onder een' byzonderen rsgtsdvvang zogt te brengen.
454 Tegenwoordige Staat
Bier. de partyen , verftaan , dat de wederzydfche arreften zouden worden afgedaan , dat de Gedeputeerden van 't Noorderkwartier by voorraad in de twee fchanffen den impoft zouden heften en dezelven hier uit onderhouden, en dat partyen zig binnen drie maanden moeften verklaren, of zy het verfchil ten principalen aan de Staten Generaal, of aan den Raad van State, of aan beide Kollegien te zamen , begeerden te verblyven (i6).
Daar zulke verklaringen niet inkwamen, en dus het verdeeld gezag over de fchansfen nog voor eenen onbepaalden tyd bleef voortduuren , valt het niet moeilyk te begrypen , dat gelegenheden tot misverftand dagelyks moeften geboren worden. Zo vinden wy , dat de Gekommitteerde Raden van Weftfriesland zig in den jare 1609. verzetteden tegen de bevelen , dooide Heimeraden der Vollenhovenfche DykrJV. /t.fchouw binnen Blokzyl gegeven (v> juMóJj Een 3aar later verz°gten de Ingezetenen van deze plaats , volgens het goedvinden en de akte des Stadhouders , met eenen afzonderlyken Schout voorzien te worden:
(16) Dit verhaal is opgemaakt uit Ftefïnga Memor. by Dumbar Anal. T. III. p. 371. uit de Initruclie voor de Gedeputeerden ter Generaliteit in de Refil. van Ridd. en Sted. van den 15. Jun. 1593- "if dei Brieven van Prins Maurits en de Staten van Overyffel aan die van Noordholland, Aid. 2. Mei 1594. en vooral uit de Inftruftie voor de Afgevaardigden , en de uitfpraak van de Staten Generaal, Aid. 23. Nov. 1594- Meerder kleine omftandigbeden zyn te trekken uit de Refol. der Gedep. Stat. van den 23. 37. «n 28. Jul. 1593-
van O VERYSSEL 435-
tien : maar Ridderfchap en Steden floegen bief.. dit af, en verftonden.dat de Schout van Vollenhove zynen regtsdwang daar moeft £*j behoudén (w). Ten zelfden tyde beftond Mam'" 'er een regtsgeding voor 't Droften ge-""10rigt, tuffchen die ingezetenen en de Itad Vollenhove, óver het regt tot yken en wroegen van maten en gewigten binnen de fchans, 't welke eerlang ten voordeele van het fteedje werd uitgewezen : doch dat dit vonnis tegenkantingen ontmoette, blykt daar uit , dat onze Staten kort daar , pp een befluit namen om hetzelve te h|n& stpWife haven fx).
Het duurde ook niet vele jaren dat Ridderfchap en Steden in de ftraks gemelde tuflchenfpraak berufteden: want, zo al niet vroeger, hebben zy zeker reeds in den jare 1603. door hunne Afgevaardigden ter Generaliteit wederom voorftellen laten doen, om de Kuinder en Blokzyl onder c^j hun bewind te herkrygen (y) en dalr^1^ mede van tyd tot tyd aangehouden (z) , co tot dat het eindelyk gelukte op nieuws in^f*rt8< onderhandeling te komen fa). De zwa-tfi04.fi. righeid , die in den aanvang belettede éf-0"^) kander te vinden , fchynt voornamelyk au,4.Nofc geweeft te zyn, aan wien men het op-,s'4' zigt over de veftingwerken in 't vervolg zoude toebetrouweu : maar na eenige ftribbelingen (b) werd men het eens, efcj en de nader overeenkomft , op den zes- Au. i?i den van Lentemaand des jaars i6ry. tus-j'i""^ fchen Gedeputeerden der' „ Heeren Mag%sept.itff4< i, ftraten van de Steden van Weft-VriesEe % u landt;
436 Tegenwoordige Staat
bier; landt ende Noorder-quartier ende' der Landtfchap van Overyffel" in den Hage • geteekend, behelft, dat de eerftgenoemden de fchanffen zullen verlaten; „ behoudelick dat die van de Landtfchap van Overysfel aennemen , gelyck de ondergefchreven Gedeputeerden van defelve Landt„ fchap oick aengenoemen hebben mits „ defen , te verforgen ende te onderhou„ den 5 den Kerckendienair ende Schoilmeisters , als andere Miniflers , alcFair „ tot noch toe geflaen hebbende tot lafte „ van de voirn. van Weft-Vriefland ende „ Noorder-quartier s Ende dat de voirfz. „ forten voorts aen fullen by de Generaliteit mogen worden gerepareert, on3, derhouden ende verfterckt, fulcks tot „ noch toe is gefchiet, ende na de ge„ legentheit in toecoemende tyden fal mo„ gen verej^fchen : Tot wekken einde „ oick de Gedeputeerden van de voirfz. „ Magiftraten by alle gelegentheiden fullen mogen de voirfz. forten vifiteeren „ ende des noot verforgen , fo van 't 3> geene tot de fortificatie als anders fal „ worden gerequireert ; gelyk mede ten „ regarde van de importantie der voirfz. „ plaetfen, fyne Princelyke Extie. gere„ commandeert fal worden , de befettonge derfelver toe doen met fodanige Guarnifoenen, dairmede de voirn. fyne Princelicke Extie. fal achten d'felve „ beft verfeeckert te fyn." — Onmiddelyk na 't fluiten van dit verdrag werden de Ordinaris Gedeputeerden gelaft den Op
ac
van OVERYSSEL. 437
accys van een' gulden ten behoeve der Pro- bier. vincie in de fchansfen te verpagten (c), fC) gelyk dit reeds jaren hervvaards in de o-Re^ V- Rvcrige Rreken der Provincie was gefchied. m«£ '
In den jare 1593. namelyk was beflo-1015" ten , dat ten platten lande , en in de kleine Steden en fchanffen , voor Opaccys van ieder ton bier, kollende twee goudgulden en daar boven , behalven den gewonen accys van ouds daar op ftaande , zoude betaald worden een gulden , en van ieder aam wyn vier goudgulden: en uit de ftukken, die ons hier van onderregten , zien wy tevens , dat de nieuwe belafting daar van haren naam ontleende , dat zy boven den accys , welken de Landsheeren van ouds, zedert de uitvinding van met hop te brouwen , ontvingen , was opgezet CT7)-
Die van Genemuiden , de erfpagt van dien ouden accys van Fredrik van Blanbenheim verworven hebbende , hielden daarom ook ftaande , dat de verpagting van den Opaccys binnen hunne ftad tegen derzelver voorregten ftrydig was, en fielden zelfs dadelykheden in 't werk om dedezelve te beletten : doch de Staten of Ee 3 der-
(17) Zie Refol. van Ridd. en Sted. van den 27. Jun. 1593. en Refol. vvn de Gedep. Stat. van den 21. en 31. Jul. 1593. in welke laatfte de voorwaarden der verpagting van dezen Opaccys op wyn en bier te vinden zyn. Over den ouden biercys der Heeren van den Lande is boven, daar wy van de Gruit en den Ketelaccys te fpreken hadden (JA, 52. en 60.) breeder gehandeld.
438 Tegenwoordige Staat
Bier. derzelver Gedeputeerden begrepen het anders C1©*) , fchoon zy ten zelfden tyde aan de ftad Haflelt, welke een gelykBoven\i. f°ortig voorregt met Genemuiden had (d), 53- de keur gaven , van deze opaccyzen te laten verpagten , of voor 200. gulden fe) ter maand af te kopen (e). Op welk Gallpu" voorregt Vollenhove , welk zig insgelyks stat. 45. met fjeze Opaccyfen bezwaard rekende (f), ugcn93'zyne ftelling ten dien tyde gegrond hebjuL i259s, De ? '1S ons n^et eigen'yk gebleken : maar ' 't is meer dan waarfchynlyk , dat hier te denken zy aan eenen brief, door Rudolf van Diephout in den jare 1448. aan dit fteedje afgegeven , en houdende , dat deszelfs ingezetenen van alle fchattingen , o~ vér den lande uitgezet , zouden bevryd zyn. Op dit ftuk toch , welk miflchien niet meer in zyn geheel voor handen is, beriepen die van Vollenhove zig der. tig of veertig jaren later , begeerende uit kragt van hetzelve vrydom van het fchoorfteengeld , of dat hun zekere kamp hnds, groot tweeëndertig morgen, Camp-
fa-
(18) Deze erfpagt was van den jare 1423. Zie Racer Ov. Gedenkfi. V. St. hl. 230. doch by deze gelegenheid beriepen die van Genemuiden zig alleen op brieven van volgende Biffchoppen , waar by dat voorregt nader beveiligd was, te weten van de jaren 1460. 1496. en 1517. Zie Refol. van Ridd. en Sted. van den 2. Aug. 1593. vergeleken met het ftuk by Racer, Aid. hl. 231. uit welk ftuk bykt, dat de brief van Biffchop Fredrik in 't jaar 1579. nog voor handen was. De onftandighedcn van het thans voorgevallene ten aanzien van dit fteedje zyn te zien in de Refol. der Gedeput. Stat. van den 3. 9. 14. en 23. ' f?»S- 1593..
van OVERYSSEL 439
fatiger flag genaamd, welken zy daar voor buk. aan den Biffchop hadden afgeftaan, mogt wedergegeven worden; wanneer zy van de Staten ten antwoord ontvingen, dat de tegenwoordige tyds omftandigheden zul RefeJRt ke uitzonderingen niet toelieten , aange- en Si. c.' zien de vrye Havezaten en de drie Hoofd- ^Maart" fteden , immers gelyke en meerder vry- ^ 13.1 heid hebbende , de fchoorfteen-fchatting hadden aangenomen (g).
Wat de groote Steden betreffe, dezen hadden reeds lang te voren zulke accyzen by zig zeiven opgeregt. Wanneer zy daar mede begonnen hebben , kunnen wy niet bepalen : maar in 't voorbygaan is reeds aangemerkt , dat zy dezelven in 't jaar 1583. hadden verpand (h) ; en men mag Boven u. veilig befluiten , dat zy het voorbeeld daar 428* van aan de Staatsvergadering hadden gegeven.
Wy hebben by eene vorige gelegenheid gezien , hoe veel onmins onder anderen de invoering van dezen Opaccys op bier en wyn (19) tuffchen de Stad Zwolle en Ee 4 de
(19) By 't verhaal van deze oneenigheden (I. D. II. 435.) fpraken we alleen van een' Opaccys op de bieren , fchoon uit het ftraks bygebragte en van Hatturn , Gefchied. van Zwolle III. D. bl. 252. te zien is, dat de Opaccys zo wel op wyn als op bier gelegd was. Dat verhaal was getrokken uit een Remonftrantie over dit onderwerp aan den Stadhouder overgegeven , en daar in wordt van geen wyn gerept. —> Deze aanmerking is op zig zelve van geen gewigt : doch zy toont, en dit fchynt ons, door ondervinding geleerd zynde, van groot gewigt, hoe
zeer
44° Tegenwoordige Staat
Bier. de andere Staatsleden veroorzaakte ; en ook in ons verflag omtrent de invoering van de generale middelen aangeteekend 3 dat de wederftand dier zelfde Stad oorzaak was , waarom dezen in den jare 1598.
Boven bl.
alleen over Twente werden verpagt (i). *0'- Onder die generale middelen was ook een impoft op de bieren ; en nadien de lyft , volgens welke de betaling gefchieden moeft , de oudfte is die wy bewaard vonden, fchynt bet wel der moeite waard dezelve hier geheel uit te fchryven.
,, Van een vat jopen byrs 3, datt vertapt wortt - xx. gl - o 3, Ende datt voer eygen drinca, ken ingelacht wortt - xij. gl - o „ Van een Vat Engels , Lus, becs, Hamborger byr datt „ vertapt wortt - . iij.gl-v.ft,3, Ende voer eygen drincken ij gl - o ^ a, Van een vatt Bremer, Lun3, nenborger , Munfters ende 3, andere Oofterfche byren 3, voortts van elcke tonne 3, buyten die geünieerde Pro3, vincien gebrouwen die vers, tapt wortt - . iij. gl . o 5, Ende voer eyghen drincken xxx. ft. - o 9, Van yeder tonne byrs buy3, ten defe Lantfchap ende
3, noch-
zeer men telkens den bal moete misflaan, wanneer men op enkele, ook de egtfte en fcbynbaar de grootIto naauwkemigheid belovende, ftukken van dien tyd vertrouwt, zonder dezelven met anderen te verg*, lyken, b
van OVERYSSEL. 441
9, nochtans in die geünieerde bur,
„ Provinciën gebrouwen van
„ veertich ftuivers tot tfes-
„ tich excluis weerdig fynde
„ die vertapt wortt - xv. ft . o
5, Die voer eygen drincken
„ ingelecht wortt half foe
5, veele.
3, Van elcker tonne byrs buy-
3, ten defe Landttfchap ende
3, nochtans in die geünieerde
3, Provintien gebrouwen tfes-
3, tich ftuivers ende daer en
3, boven weerdich fynde die
„ vertapt wortt - - xl. ft - 9
3, Ende voer eygen drincken xx. ft. - o
53 Van een tonne byrs binnen
3, die Provincie van Overys-
33 feil gebrouwen, die gekoft
„ ingelecht ende niet vertapt
wortt van twee gulden tot
drie gulden incluis weer3, dich fynde fal betaalt wor3? den - - - - vj. ft. _ o 3, Van gelycke tonne foo ver3, tapt wortt - - xv. ft. - o 3, Van een tonne byrs voorfz. 3, boven drie gl. weerdich 3, fynde die ingelacht ende 3, niet vertapt wortt - xij ft. - © „ Van gelyke tonne die ver„ tapt wort - . _ xxx ft. - ® 33 Alle bieren binnen defe 3, Provincie van Overyffel by iS yeraants voer fyn eygen
Ee 5 „ drinc-
442 Tegenwoordige Staat
„ drincken gebrouwen fullen „ van den impoft vry fyn, „ ter oorfaken , dat van 't „ brouwfaet weer het ter mo(k) „ len gebracht wortt betalin» ge" gedaen is (k)." oei.'1597. Inmiddels bleef de opaccys in Zalland en Vollenhove geheven worden ; en toen men , na verloop van ettelyke maanden , befloot , de verpagting van de gemeene middelen in Twente te ftaken , werd hier ook dadelyk die opacc37s ingezie boven voerd (1). Deze derhal ven , en de imb1, a°3- poft die onder de gemeene middelen op de lyft ftond , waren niet alleen oorfpronglyk onderfcheiden » maar werden ten dien tyde nog befchouwd als elkander uitfluitende ; op hoedanig begrip , ook voor dat men de opaccyzen ten platten lande ingevoerd had, gegrond was de verklaring , welke de meerderheid der Staten in den jare 1592. deed , dat de verpagting van de generale middelen geenen aanvang nemen kon, voor dat de pagt van de ftedelyke accyzen ware ten einde gelozieC boven Pen (ra)« Dan deze denkwyze hield niet bi. 196. lang aan , want naderhand , en wel, indien wy ons niet bedriegen, aanftonds by de eerfte algemeene invoering van de generale middelen in deze Provincie, welke met het aflopen der vorige eeuw gebeurde (20) , bleef de opaccys te gelyk
met
(20) In de Refol. van Ridd. en Sted. van den 16. Maart iöco. wordt van de aanftaande verpagting van
den
van OVERYSSEL. 443
met den impoft op de bieren voortduuren. bier; Ook maakte men, in vervolg van tyd , ten opzigte van denzelven, even als van dezen impoft , onderfcheid tuffchen de vreemde en eigen bieren , als mede tusfchen de genen die vertapt of die voor eigeu rekening ingelegd werden. Volgens de lyft namelyk van den opaccys op de wynen en bieren , onder de eerften van welken ook de brandewyn begrepen was , die wy hier in 't oog hebben (.21), moeft men betalen ;
Van een vat Jopenbier - ƒ 4 - 0-0 Van een ton bier buiten de vereenigde Provinciën gebrouwen
den opaccys gewag gemaakt. By Refol. van den 29. Jun. daar aan volgende werd tot het heffen van de generale middelen belloten , met byvoeging; dat de Kontributie te gelyker tyd zoude ophouden, zonder dat men van 't affchaffen van den opaccys gewaagd vindt; zie hier voor hl. 206. In de Zwolfche verklaring van 't jaar 1602 , boven hl. 210. bygebragt, leed men van de zware accyfen , welken de groote Steden tot eigen onderhoud hadden ingevoerd: en dewyl de opaccyzen ten platten lande en in de kleine plaatzen op 't voorbeeld der groote Steden opgelegd waren, denken wy , dat ze ook daar, zo wel als in deze fteden, gang zullen behouden hebben. Grooter zekerheid, die ook in 't geval voor handen van geen byzonder belang is, kunnen wy,- uit hoofde van de fchaarsheid der berigten die van dezen opaccys voor ons te bekomen waren, niet geven : doch vaft gaat bet, dat vier of vyf jaren later de Opaccys te gelyk met den impoft werd ingevorderd. Zie Refol. der Gedep. Stat. van den 21. Jun. 1604. tn 13. Jun. 1605.
(21) Zie deze lyft in de Gener. en partic. Ordonn. gedrukt in 1661. hl. 9. Wanneer dezelve gemaakt zy kunnen wy niet bepalen.
444 Tegenweordige Staat
Bier. wen om te vertappen - ƒ i -10 . o en voor de huishouding ingelegd - - - ƒ o - 15 . o Van een ton bier buiten Overyffel maar binnen de Vereenigde Nederlanden gebrouwen om 'te vertappen - ƒ 1 - o - © en voor eigen drinken - ƒ 0-10-0 Van een ton bier binnen de Provincie gebrouwen om te vertappen , veertig ftuiver en daar boven waardig zynde, ƒ1- © - o en dertig tot veertig ftuiver uitgefloten waardig zynde - ƒ o - 8 - c> En van bier , binnen de Provincie gebrouwen , en voor eigen drinken ingelegd, niets.
Later is deze inrigting wederom merkelyk veranderd, zo dat thans alleen tusfchen dunne en dikke, en tuffchen te vertappen en voor de huishouding ingelegde bieren onderfcheid gemaakt wordt, gelyk wy beneden zien zullen.
De ftraks gemelde verordening van den jaren 1597- hield in , dat van de bieren, welken de ingezetenen voor hunne eigen rekening en gebruik brouwden , geen impoft zoude gegeven worden , uit hoofde van 't reeds betaalde by 't malen van het brouwkoren. Om dit te begrypen herinnere men zig, dat ten zelfden tyde, ge-
Bi.417. lyk wy boven Cn) in 't voorbygaan aanftipten , op 't Gemaal van ieder mudde mout, of van andere te verbrouwen granen , een impoft gezet was ast ftuiver.
Ee-
van OVERYSSEL. 445
Eenige jaaren daar na (o) werd dit zobhr; bepaald , dat van ieder laft, door een lid (o) van de Ridderfchap , of in eene groote of M- *> & kleine bemuurde Stad , verbrouwen , fiafó£&u gulden , en van de zelfde hoeveelheid ten platten lande, wanneer het niet in de groote Steden gebroken was, agttien gulden betaald moeft worden (22). In 't jaar 1622. befloten Ridderfchap en Steden het middel op de bieren, zo binnen gebrouwen als uitheemfchen, merkelyk te verhoogen, en wel ieder ton van dertig tot vyftig ftuiver waardig en 't halfmudden-bier met vyf, eu ieder ton boven de vyftig ftui- Cp5 ver waardig, of tot welke meer dan een^«s* halfmudde mout gebruikt werd, met tienSï ftuiver (p); als mede ieder mudde brouwzaad met twee ftuiver: maar toen deze maatregel, wegens de vermenigvuldiging der fluikeryen , niet aan de verwagting beantwoordde , vond men in den volgenden jare goed de verhooging op de bieren in te trekken , en in derzelver plaats voor de zes zomermaanden te ftellen tien ftuiver
(22) Die de veranderingen 'van minder belang, in 't heffen van 't middel op de bieren gemaakt, naauwkeuriger begeert te weten, raadpleege de jaarlyks genomen Refolutien van Ridderfchap en Steden nopens de verpagting van de generale middelen, waar van die van den oudften tyd, tot het jaar 1623. toe , boven ter hunner plaatze zyn aangehaald. Zie ook Rejol. der Ord. Gedep. van den 3. Maart 1603. nopens de voorwaarden der Verpagting van 't middel op de bieren, en van den 17. Jul. 1605. waar van 't jopen bier, te Zwolle gebrouwen wordende, het onderwerp is, en waar men de uitdrukking aantreft van Zwolfche Heeren bieren.
44tf Tegenwoordige Staat.
hm. ver op 't gemaal van ieder mudde koorn tot de brouwery beftemd , boven het gene te voren daar op gedaan had , en boven de twee ftuivers die in 't verleden jaar daar waren opgezet; terwyl men de ton üitheemfch bier, boven den gewonen impoft, en boven den gulden-accys (zo jjfll noemde men ook den Opaccys) nog met Maart' tien ftuiver bezwaarde (q). Dan hier mede Ifi2sf-r-j nam deze impoft op het mout ook een au. 5. einde , gelyk te vernemen is uit de kort ik-'öok3'daar na vaftgeftelde lyft (r) van het gene koven bi. op He bieren zoude geheven worden, welke wy hier zullen laten volgen.
„ Bieren in Overyffel ge„ brouwen , ende voor ey3, gen drincken ingelecht, in„ diftinéte , fo dicke als ,, dunne die tonne achtien „ ftuivers - - - ƒ o-iS-ö „ Mits dat van het brouwfaet „ niet fal betaelt worden ; 5, Van wekken impoft van ,, achtien ftuiver , alleenlick 3, fal vry wefen die koite ofte 3, lecke , onder twintich ftui,3 ver die tonne weerdich fynde, mits dat alle bieren, die emant van fyn eygen molt ,3 laet brouwen, fonder on3, derfcheyt defen impoft fulj, len moeten betalen, de3, wyle niet vermoetlick dat ,, emant van fyn eigen molt „ brouwende bieren van minde-
van OVERYSSEL 447
3, deren prys als van eenen b«&»
gulden doet brouwen. ,, Bieren in Overyffel gebrou„ wen, die vertapt worden , ,, die tonne drie gulden fes ,, ftuiver - . ƒ 3 . £ . © s, Van een vat Jopenbier dat ,, vertapt word feven en twin„ tich gl. - . . ƒ 27 - o - • 3, Voor eygen drinken tien 3, gulden en tien ftuiver - ƒ 10 -10 . o 3, Van Engelfche , Lubekfe 3, ende Hamburger bieren die ,, vertapt worden vyf gulden ƒ 5 - 0-0
Eygen drincken eene gul-
den vyftien ftuiver . ƒ 1. 15., © „ Van alle Oofterfche en alle „ Uitheemfche bieren van de
grove tonne vier gulden en3, de twee ftuyver - ƒ4.2»© 3, Smalbant naer advenant, ,, ende voor eygen drincken
eene gull. acht ftuiver acht 3, penn. - - ƒ x . 8 - %
,, Van bieren buyten Over-
yffel , ende dan noch in
eene van de Vereenigde
Provinciën gebrouwen, die 3, vertapt worden die tonne 3, drie gulden fes ftuiver ƒ 3 - 6 • 9
Voor eygen drincken als 3, die bieren in Overyffel ge,, brouwen, die tonne achtien 5, ftuiver - . ƒ 0-18-0*'
De oudfte gedrukte Ordonnancie, die
te
44 S t Tegenwoordige Staat
Biew te weten welke in den bundel van 't jaar 1627. te vinden is , verfchilt van het bovenftaande alleen in Zo verre , dat van de vreemde buiten de Republiek gebrouwen bieren, voor eigen drinken ingelegd, volgens dezelve , niet meer ƒ i -15 . o of ƒ 1-8-8, maar de helft van den tappers impoft opgebragt moeft worden ; en dat de binnenlandfche bieren, die volgens de wyze van die Vreemden gebrouwen en getond werden , ook aan de zelfde belafting met de vreemder! zouden onderworpen zyn.
In den jare 1640. behield men nog de zelfde fommen, maar maakte eene aanmerkelyke verandering in de wyze van heffen ten aanzien van alle vreemde, dat is buiten Overyffel gebrouwen , bieren : den gewonen impoft namelyk van elke foort dezer bieren verminderde men met agttien ftuiver op de ton , en ftelde daar tegen op ieder ton een havengeld , by het inkomen in de Provincie te betalen , van gelyke agttien ftuiver ; en deze weinige penningen werden nog in twee deeCsy, len ontvangen, want de pagter genoot 2f4T*if,daar van zes ftui^er, en de overige twaalf Maart * ftuivers werdén ten behoeve van de JLand*£ S&fchaP gekollekteerd (s> Nergens hebben yith.mer.vfy de reden van deze zo zeer zamengeT» pan"/"!'^\de manier van invorderen aangeteekend r/»Töi. §e™nden, noch ook omftandigheden aanbi 2Ï. en getroffen , waar uit wy die zeiven zouden *uSl? kunnen opmaken. Miffchien beoogde men au.bi.25.de fliiikeryen te beletten, door het getal
der
van O VERYSSEL 449
der perforjen, die daar tegen waken moes- tot. ten , te vermeerderen ; hoewel het van zelfs fprak, dat de onkoften der inzameling in de zelfde evenredigheid met de handen, die men daar toe te werk ftelde, moeiten aangroeien. Veelligt had men andere of meerder uitzigten. Hoe het zy, de verpagting van alleen een derde gedeelte des havengelds blykt niet aan het doel co beantwoord te hebben (t) , en uit de|ie/^v« Ordonnancie op dit middel (u) van denx«. Apr. * jare 1653. '1S Ce zien •> dat hetzelve toen1*40reeds, gelyk nog tegenwoordig, geheel i„ L"c«. ten behoeve des pagters werd gelaten. Z'rft
Nopens den impoft op de Verkleinin-^661. ge van de kannen, van welken ons nubl*30' nog overfchiet te fpreken , dient vooraf aangemerkt te worden , dat dezelve te gelyker tyd op wyn , bier en brandewyn by de Provincie is ingevoerd ; en dat wy, nadien het onderwerp zig niet laat deelen , de berigten , die wy daaromtrent hebben kunnen verzamelen , te dezer plaatze in eens zullen opgeven.
Langen tyd voor dat de invoering van dit middel over de Provincie in 't gemeen in aanmerking kwam , treft men melding daar van aan met opzigt tot byzondere plaatzen ; en wel voor 't eerfte in een Oktroi , in den jare 1660. aan die vaa Blokzyl, tot het vinden van de onkoften ter verbetering van hun fcheepsdiep , ge- 'vy geven (v). Kort daar na werd aan hetj^ £ fteedje Vollenhove het verkleinen vanAt>rde kannen in de herbergen tuffchen de2IL£pr* Ff Stad
45<3 Tegenwoordige Staat
Bier; Stad en Blokzyl voor den tyd van tien jaren toegeftaan , onder beding , dat de penningen, daar uit komende , alleen tot verbetering van ftads Goren zouden aangewend , en ten o verftaan van den Droft en twee Edelen van Vollenhove verrekend worden (23). Deze voorbeelden behaagden aan de ftad Deventer , waar men in 't jaar 1675 befloot , de kannen Cw) van bier , wyn , brandewyn en gebranConeori. de wateren voor een twaalfde deel te vervtnt, tó. kleinen, en het voordeel, daar uit te treku.i. }>u. ken, tot herftel van den huisarmenftaat
the ven * , .. , > .
Devent 29.te gebruiken (w) ; terwyl men tevens j^.'^zorg droeg , dat deze fchikking geenen 'invloed had op de maat van melk, azyn, ConcVd v.of andere waren die by de kan worden xfff"uf'verkogt (x) : en toen men de pennine(" l68"'gen tot het genoemde gebruik niet meer noodig had , werden dezelven beftemd tot betaling van de renten der fommen , welken men in den jare 1674. aan den vyand by 't verlaten van de ftad , en vervolgens tot lofte van de gyzelaars , had f y) moeten opbrengen (y); ten biyke, onder £^ ontallyke andere bewyzen van vroeger Febr. 1685. en later dagen , dat, hoe bezwaarlyk eene Regering ook bywylen middelen wete uit te denken om de in der daad vereifchte penningen in handen te krygen ,
men
(23) Zie Refol. van Ridd. en Sted. van den 22. Apr. 1664.. en de verlenging van dit üktroi Aid. den 19. Maart 1686. waar op alleen de Steden zig, in hare flus te melden Dedutïie van 't jaar 1694?. tegen da Ridderfchap, ten voorbedde beriepen.
va» OVERYSSEL. 451
men in tegendeel nooit verlegenheid bé-BiE*. fpeurt, om de voortduuring van eens ingevoerde beladingen met deze of gene reden te bekleden. Die van de Kuinder verwierven later een foortgelyk Oktroi Cy) van de Staten voor den tyd van zes ja- cfst * ren Cy); en het is zeker, dat het Schout-APr- »W»: ampt en 't Reedje Haflelt de zelfde gunft co •hadden verkregen (z) , hoewel de dag- fy teekening van hun Oktroi ons niet ftA&.'afft voorgekomen.
Dat Deventer het verkleinen van de kannen buiten voorkennis der Staatsvergadering had ingevoerd , was het tweede der agt bezwaarpunten, welken de Ridderfchap in den jare 1690. tegen de drie Steden aanvoerde fa) : en dezer verdedi- rij ging beftond ten deele hier in , dat de^ ff^Provincie daar by geene fchade konde ly felv. a. den , dewyl , met welke maat de tap-hl IC
De
(24) De omftandigheden dezer onderhandelingen, die in de op den rand aangetogen ftukken niet te Vinden zyn , hebben wy uit oude aanteekeningen, pns uit Zwolle medegedeeld, overgenomen. Do Magiftraten van beide fteden hadden zeker geen regt, om buiten de Gezworen Gemeenten in deze zaak te ■ handelen, en men kan zig ook wel verzekerd hou[!an. d:-:t zy tien of elf jaar daar na zig wel zouden
ge- I
van OVERYSSEL 455
De wyze, waar op Deventer tot dezenBu*. maatregel was toegetreden , bragt natuurlyk mede , dat de Magiftraat de verkleining vn de kannen zelve bleef verpagten; en het gelyk gezag der drie Steden veroorzaakte , dat de Regeringen der beide anderen de zelfde vryheid vorderden. Dit was ligtelyk toe te geven : maar toen de Afgevaardigden van Haffeit en van Steenwyk verfchenen om hunne bedenkingen voor te dragen , verzogten de eerftgemelden, dat hunne ftad dit middel, met toeftemming van de Staten daar ingevoerd , ook in 't vervolg voor zig mogt ci ■> behouden (i). Hier in lag te meer üoï-^f.v.R. fe tot raadpleging , nadien Vollenhove Blokzyl en de Kuinder gelykfoortige ver-16»*gunningen bekomen hadden , de oktroien , aan die plaatzen verleend , niet waren afgelopen , en eene en andere de verpagting reeds gedaan hadden. Ook toont het weiffelend befluit, dat men , of met de zaak verlegen was, of onderling daar over niet konde eens worden. Het hield in , dat elk de voordeelen , tot nu toe genoten , voor het lopende jaar zoude blyven trekken , dat vervolgens de verFf 4 pag-
gewagt hebben iets diergelyks te ondernemen. — Dc invoering van dit middel, naar de fommen in den voorflag vervat, is te zien in de gedrukte Notifie. van Ridd. en Sted. van de verpagtinge der verkleininge van de kannen en mede van de zeepe, van den 19. Apr. 1092, waar in ook uitgedrukt ftaat, dat de verpagting in de Hoofdlieden door de Magifkatcn gefchieden zoude.
456 Tegenwoordige Staat
bier. pagting door het Kollegie der Gedeputeerden gefchieden zoude , dat men nader wilde bepalen , of de werking der oktroien voor de nog diar van overfchietende jaren zoude voortduuren , en dat inmiddels ieder plaats zoude opgeven , wanneer haar oktroi eindigde , hoe veel haro kannen verkleind waren , en hoe veel de waarden daar voor betaalden; ten einde op alle omftandigheden behoorlyk konde worden gelet. Deze berigten kwamen in (25), doch hadden geeiszins bet zelfde uitwerkzel ten opzigte van elke der bevoorregte plaatzen : want ten zelfden tyde dat men het oktroi van de Kuinder , toen het met den jare 16^3. afgelopen was, introk, vernieuwde men dat van Rff v r Blokzyl (k) , welke plaats , volgens telaFr?is5;3.-kens herhaalcie vergunningen , nog heden 'ten dage de volle opkomften van dit middel , zo als het door hare eigen Regering verpagt wordt, blyft genieten. In 't zelfde geval is Vollenhove; want fchoon telkens by de vernieuwing van 't oktroi het doen van rekening werd inbedongen , is het blykbaar genoeg , dat dezelve in vroeger tyd zo weinig als tegenwoordig gedaan is, en dat derhalven aan niemand , buiten de
Re-
(25) Zie Refol. van Ridd. en Sted. van den 19. Apr. 1692. De hoeveelheid der byzondere verkleiningen hebben wy ftraks bygebragt: maar de opgave wegens de Kuinder verdient nog aangeteekend te worden ; dat namelyk daar ter plaatze van een ton bier 18. ftuiver, van een anker brandewyn 1. gulden, en van een anker Franfchen wyn 6. ftuiver werd ongctoagt.
van OVERYSSEL. 457
Regering van 't Steedje , 't gebruik dezer bier.1 • penningen kan bekend zyn (26). Wat van het verzoek der Stad Haffeit geworden zy , is ons ontflipt; maar Deventer betaalde nog tot op onze dagen toe eene vafte fomme. In den jare 1747. toonde de Gezworen Gemeente van Zwolle zig hier over bezwaard , willende hare Stad co op gelyken voet gefteld hebben (1), enR£/'ef gaf daar door aanleiding tot vele raad-^««'«*«« pleegingen , welken tot in den jare 1754. £47?'^* duurden ; wanneer die van Deventer aannamen , even als anderen de zuivere op-Rcfmv: r. komften van de verkleininge der kannen™ lö* in de Provinciale beurs te brengen (m),i754. gelyk zedert is gefchied (27).
Ff 5 De
(26) Zie Refol. van Ridd. en Sted. van den 6. 0&. 1694- 26. Maart 1706. 2. Maart 1712. 12. "Apr. 1718. In 't Boek van Verpagtinge ter Griffie leeft men, dat de Provincie van de verkleining der kannen te Vollenhove voor f, twee derde gedeelten genieten zoude. De Ontvanger van Vollenhove heeft dezen poft ook in zyne rekening, maar brengt fteeds in Nihil. Waarfchynlyk heeft dit zyneii oorfprong in de Refol. van Ridd. en Sted. van den 20. Apr. 1694. waar by het oktroi op dien voet verlengd werd : dan het fchynt, dat Ridderfchap en Steden by de boven aangehaalde Refolutie van den 6. OSt. daar aan volgende reeds van dit voordeel hebben afgezien, en dat dus de Provincis daar van nooit iets heeft genoten.
(27) Evenwel blyft de oude gewoonte voortdnuren , dat de verpagting in de Groote fteden door derzelver Magiftraten gefchiedt, en niet door 't Kollegie der Gedeputeerden. Tuffchen de ftoffelyke wereld en de zedelyké is onder anderen dit nanmerkelyk onderfcheid , dat in de eerfte de fchaduwen Jleeds met de ligchamea ontdraai) en verdwynen, terwyl
458 Tegenweordige Staat
Km. De Impoft op de verkleining van de kannen is, van den dag der invoering af tot op den tegenwoordigen, fteeds op het zelfde peil gebleven, fchoon men wel aangeteekend vindt, dat te Zwolle het ontwerp- ter verhooging niet aanftonds na de eerfte mislukking uit het oog werd verloren (n): dan wat den gewonen of grooRsf van ten impoft betreffe, is de Ordonnancie, MemtenvanXXi den jare l64o. beraamd, welke wy bo^"^f'2?'ven aanhaalden, ten opzigte van de wyze 1694? van invordering nog wel in gebruik; maar zyn de fommen , die van de onderfcheiden bieren betaald moeten worden, zedert merkelyk veranderd. Na te gaan, hoe de veranderingen van tyd tot tyd in de wereld zyn gekomen, zoude een verdrietig werk zyn , en noodeloos dezen artikel verder uitbreiden , welke reeds zo lang geworden is, om dat de min bekende oorfprong van den opaccys en van den impoft op de verkleinde kannen , en de byzonderheden die daar omtrent plaats hebben, ons een vollediger verflag fchenen te eifchen. Wy eindigen dan met de ftuksvvyze opgave van het gene hedendaags wordt ingevorderd ; waar uit op te merken is, dat men in later tyd , tuffchen de dikke en dunne bieren onderfcheid gemaakt hebbende , het onderfcheid tuffchen de verfchil-
len-
wyl in de laatfte de fehaduwen dikwerf veel duurzamer zyn dan de wezens, en zelfs geboren worden zonder haar beftaan aa'n iets wezenlyks verfchuldigd te zyn.
van OVERYSSEL. 459
lende uitheemfche bieren heeft verwor-EmR. pen.
Van een ton dik bier betalen de Tappers, den gewonen impoft van 33. ftuiver met de later daar by gekomen verhooging van tien ftuiver op de gulden - - - - ƒ 2 - 9 Opaccys - - - - ƒ 1 - 2 - o Verkleining van de kannen ƒ o - 16-0 In *t geheel - ƒ 4 - 7 - S
In de groote Steden moeten de tappers vaftftaan voor de betaling van tien , en elders in de Provincie van drie ton: eene bepaling die in den jare 1761. is gemaakt , daar dit in het vroeger gedeelte van deze eeuw op twintig en zes tonnen gefield was. Volgens een Plakaat van 't jaar 1640 moeften de tappers in de kleine zo wel als in de groote Steden voor vierentwintig , en ten platten lande voor zes- o) tien ton inftaan (o). Zo trapswyze heeft|'eJf;* het gebruik van 't bier plaats gemaakt29. jui.' voor dat van de in meer dan éénen zin^v.1',/! verderfiyke warme dranken. «»ƒ*• ?•
Ingezetenen, geen tappers zyn- iC'. de , betalen van een ton dik 10. Maart
bier den gewonen of grooten Gener. «
accys van 18. ftuiver met de %&£rii verhooging van tien ftuiver op de gulden - - - ƒ 1 - 7 -0 Opaccys ... - ƒ o- 8-0 In 't geheel - ƒ 1 -15 - o
Tappers en andere ingezetenen
4<)ü Tegenwoordige Staat ■*
Bier. nen betalen zedert den jare 176$.
rp) beiden gelykelyk (p) van een Ref. v. r. ton dun bier den grooten accys Apiw^ij.van twaalf ftuiver met de halve
verhooging - _ ƒ o -18 - o Opaccys - - - ƒ o- 4-0 In 't geheel - f 1 _ 2- © „ Voor dunne bieren zullen gehouden „ worden" (zo leeft men in de jaarlykfche Notificatie van de verpagting van de generale middelen) „ alle bieren van een „ half mudde , of ten pryze van 3. gul3y den , en daar onder , te weten van „ alzulke bieren , waar over in de hrouw„ ketels de zode is gaande, waar onder .,, nogthans geen Koite (28) wordt be„ grepen , welke aan arme luiden wordt 5, verkogt, en met geen bier wordt ge„ mengd."
De opaccys raakt alleen, voor zo verre de Provinciale kaffe daar in betrokken is, het platte land en de kleine Steden.
In
(28) „ Koite ofte lecke" ftaat in de hoven bygebragte lyft van 't jaar 1623. en in de Ordonnancien, en 't fchynt, dat men met beide woorden de zelfde zaak heeft willen aanduiden. Ondertuflchen is Lecke by Kiliaan verflagen wyn of bier; maar Kuite is by hem eene zekere foort van bier, en te Zwolle wordt nog heden des Zomers een zeer dun en tevens zeer fmakelyk wit bier onder deze benaming gebrouwen. Velen drinken dit met het zelfde genoegen als Mol, en het heeft boven dezen drank het voordeel van, wel behandeld zynde , merkelyk langer te duuren. Oudtyds was de Haarlemmer Kuit een zeer geliefde drank onder de Friezen , volgens de Verhand, ever de~Eigennam. der Friezen, 11, 81.
van O VERYSSEL 461
In de groote Steden wordt daar tegen deBn*. Stads accys betaald.
Van een ton vreemd bier wordt, boven het voorfchrevene , onder den naam van Havenaccys, gevorderd - ƒ o-i8- o
Uit al het gezegde blykt, dat ons tegenwoordig middel op de bieren zyne gedaante verfchuldigd is aan eenen zamenloop van toevallige omftandigheden ; eene gedaante die den omflag der inzameling te zeer vermenigvuldigt, dan dat men, ook buiten dit berigt, zoude kunnen onderftellen , dat zy uit een zamenhangend overleg op eens was ontftaan. Men heeft hier namelyk , zonder den havenaccys te rekenen, die uit zynen aart afgezonderd zyn moet, drie byzondere pagters en drie byzondere Koliekten.
Wyn.
. De opaccys, waar van de hiftorie in de voorgaande afdeeling is opengelegd , zagen wy zo wel op de wynen gefteld te zyn als op de bieren : maar de omftandigheid , dat die van Genemuiden zig 3 uit hoofde van oude biflchoppelyke brieven , van de belafting (q) op beide dranken tevens wilden vrydingen, bragt eigen- ^ ? aartig by ons de vraag voort, of de wyn Boven. w. onder het beftier der Kerkvoogden in der4'7' daad aan eenig bezwaar onderhevig geweeft ware. Rennenbergs afgevaardigden, aan wien de Burgemeeftereh van dit fteedje,
met
46*2 Tegemmrdige Staat
Wyn. met een foortgelyk oogmerk, den oorfpronglyken brief van Fredrik van Blankenheim van den jare 1.123. vertoonden, fchynen daar in bewys genoeg te hebben gevonden : doch uit het gene zy van den inhoud des gefchrifts mededeelen zien wy alleen, dat de Bisfchop aan ,, die van der 5, ftadt Genemuyden heure grute ende „ chyns met alle behoirten" in erfpagr had (O gegevcn (r) het welke geenen voldoeng'"v sl " Sronc* uitlevert om aan accys op wyn M. 23ï 'te denken, zo lang alle regtftreekfche bJyken , dat dezelve werkelyk beftaan heeft, ons ontbreken. Milfchien vindt iemand zulk een blyk in de woorden, welken die afgevaardigden in het zelfde ftuk, laten volgen ; „ Voir foo vele den grute oft accys van wyn ende bier aengaet, hebben 3, die voirf. Burgermeefteren ons voirthge3, bracht alle hen ftadtsregifteren indewelcke wy gevonden hebben die voirfs. ftadt „ ouer mensfchen memorie nementlyk tze„ dert den jaere xiiiic xcviii. (egheen ou„ der Regifters geilen hebbende) tot dit lo3, pende jaer xvc- lxxix. toe continueelyck t 3, gebruyck van den feluen accys gehadt 33 te hebben ende den feluen accys alle „ jaer by Schepenen ende Raedt der Stadt j> metter bernender keersfe ende op bor,, ghe verpacht ende opgeflagen is geau. Sbi. » weeft Cs) ;" maar onzes agtens ver232'. ' raadt de uittdru|vking , ,, lbo vele den „ grute of accys van wyn en bier aen3. gaet," te groote mate van onkunde in de gewoonten dezer Landfchap, of vatt
over-
van OVERYSSEL. 463
overhaafting in het onderzoek , dan dat men op dit berigt met geruftheid zoude kunnen afgaan. De grute , hier met den wyn-accys verward , had zeker met denzelven nimmer eenige gemeenfchap. Den bier-accys hébben wy elders getoond ook van het gruitgeld onderfcheiden geweeft te zyn. Zeker is 'er iets gebrekkigs in dit berigt , en fchoon 't zyn kan, dat die van Genemuiden in de laatfte jaren, toen de fteden accyzen begonnen in te voeren , ook een belafting op de wynen verpagt hadden , en de aanteekening daar van den afgevaardigden voorleiden , kunnen wy niet geloven , dat dit van 't jaar 1498. af zoude gefchied zyn. Dat die afgevaardigden eene verpagting van den bieraccys onder den naam van grute gezien hadden , willen wy niet betwiften ; men kan beide namen vermengd hebben , en waarfchynlyk zal de eigenlyke gruit met het aflopen der vyftiende eeuw wel weinig of niets meer hebben opgebragt (29)»
In
(ao). In aan ons medegedeelde uittrekzels uit het werk van Toe Bocop lazen wy, dat de Biffchop op den 5. December 1460. aan Genemuiden het veerftal met den wyn- en bier-accys erflyk verpagt had voor 81. Ileeren-ponden 's jaars, aan den Rentmeester van Zalland op Martini te betalen , 1 en dat de brieven hier van mede door de j. Kapittelen te Utrecht bezegeld waren : maar dit verflag geeft ook vele reden aan de hand om te twyffelcn, of Toe Bocop den brief, van welken hy fpreekt, wel gezien had. Immers moeft hy dan bemerkt hebben , dat de brief van 1460. maar een beveiliging van dien van 1423. was gelyk uit de aangehaalde plaatzen van Racers (jeiïmRjtukkm blykt.
4^4 Tegenwoordige Staat
wyn, In een ftuk van Keizer Kareis tyd wordt een accys van „ alle gedrenckten" verzteCO meld (t); maar behalven dat deze woorbi!e54.ovc"den te algemeen zyn, zouden zy nog niet voor de bilfchoplyke tyden, over welken hier de vraag geopperd is, beflilfen. Dat die van Vollenhove in den jare 1593, zig zo wel over den opaaks op de wynen (») als op de bieren bezwaard toonden Cu)-
boven o). . .. . .. v. s '
43*. agten wy onnoodig hier by te brengen ; dewyl zy zig op algemeene voorregten grondeden , die in dit ftuk geen licht kunnen geven.
In de eerfte tyden der Staatsregering gingen de belaftingen op de wynen fteeds hand aan hand met die op de bieren. In 't jaar 1582. ftelde men onder de gemeene
Bo£en5bl. P^61611 Cenen 3CCyS °P deZel1 dratlk ÖO;
1y2.em94.in 't volgende weigerde men de verpagting Cw) daar van onder de zes fpecien (w); en
Boven bl. jQ »t jaar h;ef ^ denzelven ^
Twente volgens eene lyft, die wy wederom woordelyk zullen mededeelen.
,, Rinfche en Spanfche wynen ,, Van yeder aem der voorlf wy„ nen die vertapt wortt fal - ont,, fangen worden - - xv gl - o „ Ende die voer eygen drincken
ingelacht wortt - - x gl - o
Van 't Ocxhoeft Franfche wyn „ dat vertaptt wortt - - ix gl - o a, Ende dat voer eygen drincken _t<0 i» ingelacht wortt (x) - - vi gl - o e-,hl'*,,'. Eindelyk was de impoft op de wynen en is vervolgens altoos daar onder gebleven.
De wyze van invorderen , en de fommen die geheven werden, zyn onderwyl zeer onderfcheiden geweeft in onderfcheiden tyden. De Franfche tap-wynen raakten op tien gulden het oxhoofd , terwyl de Rynfchen en Spaanfchen tot op tien gulden het aam verminderd, en de burger- accyzen op de helft van die der tappers bepaald wer- (y) den (y). Na dat het bier in den jare 1622^e£ft?' merkelyk hooger dan te voren bezwaard 10 Maart was, kreeg de wyn eene beurt in het jaar daar aan volgende; en de eerfte artfi ">*»• kei der thans weinig bekende Ordonnancie , ter gelegenheid van die verhooging beraamd , is van dezen inhoud.
Daer fal voor den voorfz. Impoft by „ den Tapperen betaelt worden van elc„ ke Aeme Rynfche ofte Spaenfche wyn,
te rekenen nae de Overlantfche ritfin„ ghe , min ofte meer nae advenant xx.
gul. ende voor die niet tappen fo wel „ Rynfche, Spanfche, ofte Franfche Wy-
nen , fullen mette helfte mogen vol„ ftaen.
„ Van 't Poinfon f o) Franfche Wyn 't fy Root ofte Wit xxvi. gulden. „ Van 't Oxhooft Franfche Wyn 't fy „ Root ofte Wit xx. gulden.
Toftanen fullen betalen nae advenant 1 Gg „ Te
C30) Poentfoen ftaat gefpeld in de Refol. vmi Ridd. en Sted. van den 5. Sept. 1623.
4ü"6 Tegenwoordige Staat
Wyn. „ Te weten een vierde part meer als een „ Oxhooft. 3, Voor eygen drincken half gelr. „ Van meerder ofte minder Vaten ofte „ Tonnekens nae advenant.
„ Mits dat de voorfz. Pachter ofte Col„ lecfeur gelycken Impoft fal ontfanghen 3, van alle goede Wynen die by de Gebrande-Wyn makers ofte Wyn-branders 3, inne geleyt ofte opgedaan fullen werden, volgende het vyfde Artyckel op „ den Impoft van de gebrande Wynen „ gemaakt f31)."
In navolging van het gene in 't jaar te voren ten aanzien van de bieren gefchied was , Helden de Staten in den jare 1641. eenen havenaccys op wyn , brandewyn en gebrande wareren. Van ie er oxhoofd moeft men by 't inkomen in de Provincie vyf gulden betalen , het welke aan den gewonen impoft ter plaatze des verders gekort, of, wat den wyn betreffe , by uitvoer uit de befloten fteden naar elders buiten de Provincie afgefchreven kon worden. En gelyk het havengeld (z) op 't bier voor een derde, zo werd deze Dfst'm belafting alleen voor een vierde gedeelte Ordom. verpagt (z). Naderhand werd deze hat& Mïart venaccys afgefchaft , als mede het onder1641. fcheid tuffchen de verfchillende foorten
van
(31) Deze Ordonnancie ftaat in de verzameling, die onder den titel van Generale ende Particuliere Ordonn. in den iare 1C27. gedrukt is. Voeg 'er by de Rejel. van Ridd. en Sted. van den 5. Sept. 1623. waar by de impoft op dezen voet is beraamd.
van O VER YSSEL. 467
van wyn , en de tappers impoft van tem*. der oxhoofd , uit welk land ook ingevoerd, was 20 gulden, terwyl de burger- _ƒ») ( accys op het halve geld gezet bleef (a).&' Wynen Ten zelfden tyde was de Opaccys van ie f der aam , ingelegd om te vertappen, £pr noemden 8. gulden 10. ftuiver, en de an
1 9 . . 7 , Provif. He-
deren 4. gulden 5. ftuiver van het ox gum. wet hoofd zoudea opbrengen (c) , en die^ f'dc^{° zelfde penning wordt ook heden, terwylApr.'Wa. wy dit fchryven , betaald.
Wy wenfchten wel de redenen te weten , welken onze Staten toen noopten om den Havenaccys in te trekken. Zeker moeten dezelven gewigtig geweeft zyn , nadien die van Gelderland, in den jare 1671. aanzoek gedaan hebbende , om met afgevaardigden van deze Provincie in onderhandeling te komen over 't gemeenfchaplyk invoeren van 2ulk een middel, tien jaren wagten moeften eer men hier daar toe bewilligde Cd), en nadien het^/^ R, ook toen by onderhandeling bleef, zon-en St- *■ der dat Ridderfchap en Steden tot de her-ï'"'*.^7'"' nieuwing befloten. Dan eene halve eeuw"8*"1 ïater fchynen alle die bedenkingen verge-1 ten geweeft te zyn , want toen men in den jare 1727. ernftig begon te denken ©m den impoft op de wynen te verbeteGg 2 ren.
468 Tegenwoordige Staat
War. ren , viel men aanftonds wederom op het invoeren van eenen Haven-accys , het welke , nadien de daar toe gevormde ontwerpen niet algemeen fmaakten , aanleiding gaf tot onophoudelyke raadpleeging. De Steden kwamen fchoorvOetende tot een befluit, en onder dezelven was Deventer de laatfte die tegenftand bood; maar ook deze zig door den aandrang harer medeleden hebbende laten overhalen, zag men eindelyk dien accys in den jare 174^. herleven (32): herleven egter, om binnen
kor-
(32) Zy, die lult en gelegenheid moeten hebben om den loop .lezoi laadpieegingen na te gaan , ten einde, voor zo verre die daar toe ftrrkken kunnen, te vernemen , welke drangredenen toen voor en tegen dezen maatregel in aanmerking kwamen , zullen het niet onaangenaam vinden , hier uit de Refolutien van Ridderfchap en Steden aangeteekend te zien, op welke dagteekeningen zy hebben te zoeken. Men zie dan op den 4. Apr. 1727. 19. Maan 1728. 7- Alpr. 1729. 28. Maart 1730. 2. Apr. 1732. 27. Maart, 14. Apr. 1733- 19- Maart, 17. Apr. 1734. 10. Maart, 14. Apr. 1735. 20. Apr. 1736. 21. Maart, ÏT-July 1737. 15. Maart, 10. Apr. 1738. 26. Maart, 9. 10. 11. Apr. 1739- 14- dpr. 1740. 11. 14. 17. 18. 21. Apr. 19. 22. Jul. 1741. 4. 8. Maart, 1. 4. 13. 14. 18. Apr. 1742. met byvoeging van de Refol. der Gedeput. Stat. van den 25. Apr. 1742. Het eindelyte befluit tot de invoering werd genomen op den 14. Apr. 1742- — Het 'ydt weinig twyffel, of de moeite, tiaar toe genomen, evenredig zoude beloond worden , vooral indien ten eenigen tyde nieuwe voorilagen tot havengelden , op welke waren het ook zyn mogte, ter baan kwamen. Immers hebben wy van ouder lieden meer dan eens hooien zeggen, dae deze havenaccys op de wynen onberltelbare nadeelen aan den Overyffelfchen handel heeft toegebraat; en het fmert ons, nopens de byzondere omltandig-
vm OVERSYSSEL. 469
korter tyd, dan de poogingen ter invoe-wvw. ring geduurd hadden , wederom, te verfcheiden. By de invoering betaalde men CO 3. gulden van 't oxhoofd.. Naderhand r. werd deze fomme verhoogd. In 't 17*2.? St' werd die verhooging ingetrokken, en te- CO vens de invoer van Franfche wynen per ffSt!'s.R' as verboden (e). Drie jaar daar na werd Apr. V55. ook dit verbod opgeheven (f), en nog een jaar later zag men den ganfchen ha- A?r- lv&' venaccys afgefchaft (g).
Belangende den tegenwoordigen ftaat van zaken , zie hier , even als onder den artikel van 't Bier , eene opgave van 't gene voor ieder oxhoofd wvn , binnen de Provincie gedronken , aan onderfcheiden impoften betaald wordt.
De gewone impoft met de oude verhooging van 10. ftuiver op de gulden - ƒ 17- 5-0 De verhooging van 10. ftuiver op het anker volgens Refol. van Ridd. en Sted. van den 16. April 1785. - - ƒ g. o.o Opaccys - . . ƒ 8-10-0 Verkleining van de kannen ƒ 5-0-0
heden niet genoeg onderregt zyn, om dair van verflag te kunnen geven. In den jare 1753 , toen zo ilerk werd aangedrongen om eenen havenaccys op kofFy en thee in te voeren, toonde de Gezworen Gemeente van Zwolle, met onwederlegbare redenen,
het
Door de tappers,
In 't geheel Gg 3
f 3S:i5 o
Door
47o Tegenwoordige Staat
Wvm. Door byzondere perfonen.
De gewone impoft met de oude verhooging van 10. ftuiver op de gulden • - - ƒ 8 - 12 - 8 De verhooging van 't jaar 1785. even als door de tappers - - - - ƒ 3- 0-0 Opaccys - - - ƒ 4- S-o In 't geheel ƒ 15-17. b*
Brandewyn en Gebrande Wateren.
5, Van een aem Brandewyns 9, die vertapt offte geconfumeert „ wordt fall worden betneltt - xxx. gl. 3, Ende van ieder kanne bonfche 3, mate - viij. ft."
Zo lezen wy in de meermalen aangehaalflefhv?R.de tyft ' volgens welke de generale mide*st. 24,delen in Twente, in den jare 15973 wcro t. is<)7.fen verpagt (h). Toen weinig jaren daar na de invoering van die middelen over de geheele Provincie tot ftand kwam, was deze drank daar onder ook mede begrepen. In de lyft van den jare 1623. is de accys op de brandewyn bepaald op 16. CO ftuiver voor elke ftoop Dordrechtfche Ippf.f^j, maat (i) ; en by de kort daar na gedrukte Ordonnancie op 51. gulden en 4. ftuiver voor ieder aam overlandfche rit-
zin-
bet vcrwoeftende voor den koophandel, welk in zulk een middel zoude gelegen zyn , en bragt voorbeelden by van andere Geweften , waar men hetzelve tot zyne fchade had beproefd. Zie Rtfii. van Ridd. m Sied. van den 17. Jul. 1753.
van OVERYSSEL. 471
zinge (k). De zelfde fomme vindt men beandein de Ordonnancie , welke ruim dertig w™-k:) jaren daar na werd uitgegeven (1), wan-Orrf optm neer de haven-accys, die men in den ja-f"onre 1641. had zien ontftaan , wederom wasc,er Geneu ingetrokken (m): doch daar boven moeftoSi. ook de opaccys betaald worden , te we- v*"clf|r* ten , volgens de daar van in den zelfden Gener. bundel ^ met de laatftgenoemde Ordonnan-oX«: cie in 't licht verfchenen lyft, „ van een"an l66»„ Aem Brandewyn ende Anys-water ï8.W'("') gulden, van minder gedeelte na adve-f,'0 hr°vea nant, ende van yder Quaert 4. ftui- '00
t* Ver-/J",) 5 " medG ' in latel* tyd
net middel op de verkleininge van de kan-™» «sei. nen , waar van ter zyner plaatze breed-bl c9^ voeriger is gcfproken (o). Boven m.
Tot den jare 1726. toe werd dit mid-449" del, even als die op wyn en bier, by eenvouwdige verpagting geheven; maar reeds lang te voren had deze wyze van heften aan velen mishaagd. In den Jare 16Z6. was 'er befloten , met Gekemmitteerden van de Graaffchap Zutphen over 't invoeren van eene monopolie in onderhandeling te treden (p) ; eenige jaren later mrJQ-.y. de zelfde eeuw nam men nog een foort-^ « gelyk befluit ten . opzigte van de Gelder- ImT" fchen (q) , zonder dat daar op eenige «O uitwerking volgde ; en het was niet voorjui.' Ve93. in den jare 1721. dat het onderwerp wederom ernftig werd opgevat (r) Ook zie JA?. toen bleef men nog «enen geruimen tvd^'V bezig met het ontwerpen van Ordonnan- oa.' 172;.
Gg 4 cien
47& Tegenwoordige Staat
brande- cien en het doen van voorflagen (33)} wm' tot dat eindelyk op den tienden van VVynmaand des jaars 1725. met der daad eens Ordonnancie werd vaftgefteld , volgens welke de Monopolie met den eerften van Bloeimaand des volgenden jaars zoude beginnen. Ondertusfchen was het 'er verre af , dat deze nieuwigheid in 't algemeen behaagde. Sommigen maten het bezwaar voor de ingezetenen en de nadeeien voor het handelwezen der Provincie , daar uit zullende voortfpruiten , ten breedften uit. In verfcbeiden fteden en ftreken ten platten lande onrftonden zelfs oproerige bewegingen , en eenigen fchroomden met de bevelen der Overheid gewapender hand te wederftaan. Vooral heerfchte het misnoegen binnen Zwolle , van waar het fchynt overgcflagen te zyn naar de andere plaatzen (34); en het gevolg was , dat de Regering dier Stad , fchoon fterk geyverd hebbende , om de befluiten der Staten, door 't ftraffen van fommigen aan lyf of leven , te
hand-
(33) Die Iuft heeft den loop dier raadpleegingen na te gaan , zie de Reftlutien van Ridd. en Stad. op den 17. Apr. 16. Jun. 14. Jul. 1722. 31 Maart, 23. Jm. 7. 11. 18. Nov. 1724. 10. 28. Maart, 10. 19. Apr. 12. Aug. 26. Sept. 2. 4. 0&. 1725.
(34) Dit blykt uit een Refol. van Ridd. en Sted. van der, 5. Juny 1726. en uit twee Publikatien van het zelfde jaar, de eerfte yan den 7. Juny, de tweede van den 22. November, in welke laatfte het dragen van fchietgeweer by 't vervoeren v?.n fterkc dranken wordt verboden.
van- O VERYSSEL 473
handhaven , na verloop van niet meerr-RANni. dan twee . of drie jaren , zig ten Landdage WYi"' zo zeer tegen de voortduuring van de Monopolie begon te verklaren (s), dat OO de Staten raadzaam vonden, naar midde-iè6,/. ia. len uit te zien , om dezen impoft , bui- Jc> „N £ ten fchade van 's lands kaffe, wederom 14. 15.' op den vorigen voet te verpagten, en ten dien einde eene Ordonnancie deden ontwerpen (t). Met veel moeite bragt Re£ ym R, men het nog zo verre, dat de Monopo- ™ j£ ifSlie tot den laatften van Hooimaand des Apr.r 1729. jaars 1729. haren loop mogt houden (u): (u) maar van dien tyd af werd zy opgehe- if',J.%t. ven ^35), en bleef in onbruik, fchoon eenige jaren daar na nog eens een voorftel ter wederinvoering van dezelve gefchiedde (v), tot dat de herftelling van (Vy, het Stadhouderfchap had uitgewerkt , dat ^ x^ de Regenten niet langer noodig hadden i»' Apr. * zig zo veel aan de begrippen der gemeen- 1738, te te ftooren. Toen herleefde dc Monopolie ; doch niet dan na dat eene van die jnilfelyke gebeurteniffèn was voorafgegaan, welken den bedaarden befchouwer doen twyffelen , of hy eerder de verkeerdheden der menfchen hebbe te betreuren, dan derzelver dwaasheden te belagchen.
Een uitputtende oorlog, en de groote behoefte van geld, door het heffen van Gg 5 de
(35) De eerfte Ordonnancie op dit middel na de affchaffing van de Monopolie is van den 5. April 1729. De volgende, ook, zo wy meenen, d,e laatfte, is van den 21. Maart 1735.
474 Tegenwoordige Staat
beandb. de dusgenaamde Liberale Gifte (36) za Wit' fterk aangekondigd , waren niet genoeg, zaam om de menigte van den waan te verloffen , dat de verandering in 's Lands regeringsvorm , welke eigenaartig nieuwe üitgaven moeft doen geboren worden , gelchikt was om de fchattingen , die haar knelden , te verligten. De hatelyke kleuren , met welken de tollenaren der alles onderdrukkende Romeinen in de euangeliefche gefchiedeniffên ftaan afgemaald , hebben miffchien niet minder dan de knevelaryen der pagters zeiven toegebragt, om vooroordeelen te koefteren tegen een bedryf, uit zynen aart onfchuldig , het wciko bykans alle burgerlyke maatfchappyen tot nog toe geagt hebben niet te kunnen ontbeeren. Geleerden zelfs had men , flegts een halve eeuw geleden , op ernftigen toon hooren redenz£? ^.twiften j of het wel geoorloofd zy het van der pagters beroep te omhelzen (w >, Het
Muekn in ° ,T - , v *
M. con- gemeen, welk niet redeneert maar voelt, pSi'ï. veel te kortzigtig om 't verband tuffchen suaeft.12.de belangens der openbare fchatkift en zyn
ei-
C36) Op 't voorbeeld en aandrang der Staten van Holland en det Printen (zie Vadert H0. 78. Boek, $. 1.) was het Placaat tot het doen van een liberale gifte tot afwering van den vyand den 8. Febr. J748. vaftgefteld. Hier van wordt ook eenige melding gemaakt in de Nederl. Jaerboek van 1748. bl. [44. doch al wat daar van den Impoft op KofFy en Thee en de Verpondinge gezegd wordt, is bezyden de waarheid. Wy merken dit aan , op dat men dit boek, waar het geene egte ftukken opgeeft, niet blindelings betrouwe.
van OVERYSSEL. 475
eigen gade te flaan , was inzonderheid ge- brandebeten op de verpagting van de middelenWYN' op de verteering , aan welken de herinnering by het dagelykfche genot van de behoeften des levens telkens werd vernieuwd. Het was bekend , dat zyne Hoogheid ten aanzien van Friesland al voor eenige jaren geoordeeld had , dat aile pagten afgefchaft behoorden te worden. In Bloeimaand des jaars 1748. vernam men, dat de affchaffing in die Provincie werkelyk was ge- , ^ fchied (x) ; en toen Holland eerlang ,r*d. aft. op 't onverwagte voorftel des Prinfen ,7|;Bi §• dien maatregel volgde (y), werden het *fy3 yveren voor Oranje en het woelen te-^f;^"; gen de pagteryen uitdrukkingen , wier be ioek.mu teekenis de wufte hoop niet langer wilt tebU 4 4' onderfcheiden.
In Overylfel was het misnoegen wel tot het zelfde peil gerezen als in de andere Geweften , doch niet tot zo vele dadelykheden uitgefpat. Twee Kompagnien Zwitzers , door de Gedeputeerde Staten afgezonden , herftelden wel dra de ruft binnen Steenwyk , waar een troep gewapende boeren de Kollekte-boeken opgeëifcht en begonnen had moedwilligheid te pleegen aan de huizen der pagters : en miffchien 'was eene publikatie van Zyne Hoogheid, waarby hy de ingezetenen dezer Provincie vermaande , om zig van alle feitelykheden te onthouden , en hunne redenen van bezwaar op eene betamelyke Ned. wyze aan de Staten voor te dragen (z) ji^'/'w." niet zonder vrugt om de geweldenaryensss.
te
476 Tegenwoordigs Staat
brande- te (tuiten ; fchoon dezelve geenszins geWYN' fchikt was ter vermindering van de algemeene vooringenomenheid tegen de pagten , welken eene bykomende oorzaak hier ten platten lande nog meer dan elders moeft doen haten. Vele kerfpelen namelyk hadden fommige middelen , die anders verpagt werden, zo als men hier zegt, in redemtie gehad , dat is, by wyze van afkoop met eenen bepaalden penning opgebragt : maar één der artikelen van het thans herboren Reglement op de Regering luidde ; dat „ alle des gemeine „ Lants middelen , fo wel over de Ste3, den , als Edelen , binnen de Steden, en ten platten lande , publycquelyk , „ aan den meeftbiedende, fullen moeten „ werden verpacht, fonder in admodia„ tie of anderfints onder de hand in pach„ te gegeven te mogen werden ;" en ter nakoming hier van waren de Leden van de Ridderfchap buiten de Konfumtie gefield (37), en de middelen van redemtie alle gebragt in verpagting fa). Een Notwcven nieuw bezwaar voegde zig dus hier nog v /\y de ouden, en Steenwyk was in geenen Apr,'j74g.deele de eenige plaats, waar het ongeduld des volks zig beflilfende genoeg vertoonde , om de Staten tot het befluit te dringen , van in 't midden van Hooimaand te laten afkondigen , dat zy , met goedkeuring des Erfftadhouders, en naar 't voorbeeld
(37) In de Konfumtie te zyn beteekent, jaarlyks eene bepaalde fomme gelds , in plaats van de imposten op de waren van verteering, te betalen.
van OVERYSS EL. 477
beeld der Staten van de andere Provinciën, branbede verpagting van alle de middelen vanWY"' Konfumtie , benevens die van het Hoofdgeld en Dienttbodengeld hadden opgeheven (b). Hier mede was de ftorm be- (bj daard , en de vrede, die nog voor 't ein **■ de des jaars te Aken gefloten werd, maak 13. jui. * te, dat de Regering , weinig voor eeneni^^" volgenden bedugt , hare eigen maatregelen bi. 64». aanftonds wederom begon te volgen,
Met den aanvang des jaars 1749. zag men afkondigen , dat Ridderfchap en Steden , vergeeffch bedagt geweeft zynde om andere wegen te vinden , langs welken de groote behoeften der openbare kaffe zouden kunnen vervuld worden, „ met goedvinden en het hoogwys advys van Zyne Doorluchtigfte Hoogheit den Heer Prins „ Erfftadhouder , hadden moeten te rug „ treden tot het weder introduceren van de middelen op de Brandewyn en gebrande Wateren , Wynen , Bieren en Tabak , die niemand konden zwaar valj, len , dan dien genen , die zich aen een „ overtollig gebruik van die waren vry3, willig en zonder nootzakelykheit over,, gaven (c)." Deze redenering egter jf^CO fchoon men , overeenkomftig met dezelve, st" het gemaal en 't geflagt van de verpagt1*- J«£ ting had uitgezonderd (d), was niet overal jaeri. van van de gewenfchte uitwerking om de ge- \7?w-bu moederen met de pagteryen te verzoenen. ^ (ei) Te Deventer althans was de verpagting ■£™r5^fJd' niet zo dra gefchied , of men befpeurde zarnenrottingen , door welken de huizen
der
4? 8 Tegenweerdige Staat
BüANDE- der pagters met onmiddelyke plondering wm' werden gedreigd : doch de Magiflraat de muitelingen ftraks, met behulp der bezetting , verftrooid hebbende , deed den volgenden dag eene zo rullige en ernftige publicatie uitgaan , dat zy , die te voren gemeend hadden de wet te kunnen ftellen , wel begrypen moeften , dat hun niets overfchoot dan die der Regering te agterf*3 volgen (d). Ook fchikte zig alles de gefjt, 'én heele Provincie door tot onderwerping, 387. en de middelen , welken men in 't eerfte nog buiten de verpagting gehouden had , werden langzamer hand wederom , gelyk voormaals , met de overigen verpagt.
Betreffende den impoft, die ons hier byzonderlyk bezig houdt, werd met de verpagting tevens de Monopolie wederom CO ingevoerd, en de Ordonnancie (e) , by i^jtT. die gelegenheid vaftgefteld, is de zelfde «749. van welke men zig nog heden bedient. Volgens deze is de Monopolift, of Trekker , alleen bevoegd , in het hem te beurt gevallen gedeelte der Provincie brandewyn en gebrande wateren te verkopen; en dit is hy verpligt te doen voor den prys, die daar op telkens door de Gedeputeerde Staten opgefteld en naar de duurte van de granen geregeld wordt (38);
ter-
(38) Van dezen voet rs fomtyds afgegaan. Zo vinden wy, dat de prys van deze waren by Ref. va?: Ridd. en Sted. van den 10. April 1764. voor de ganfche drie jaren , voor welken dit middel telkens verpagt wordt, was vaftgefteld ; maar by de volgende verpagting werd deze bepaling wederom, naar inhoud
van OVERYSSEL. 479
terwyl hy tevens voor impoft geniet veer- t?randktig gulden van ieder aam , de zelfde fomme welke daar voor reeds by de boven gemelde Ordonnancie van den jare 1725. bepaaid was, en zedert, zo wy meenen, altyd , ook toen 'er geene Monopolie plaats had , bepaald was gebleven.
Deze accys wordt in alle de Steden en ten platten lande op de zelfde wyze in eene fomme betaald, hebbende het middel op de verkleining van de kannen en de opaccys , welken in vroeger tyd , gelyk gezegd is, ook op de fterke dranken ftonden, by de invoering van de Monopolie opgehouden; en om de Steden, welken op dien voet de ftads accyzen misten moesten , fchadeloos te ftellen, werd 'er bepaald , wat ieder van dezelven uit de opopkomften van dit middel , binnen haar regtsgebied vallende, voor zig zoude genieten , het welke wy, tot flot van dezen artikel, ftukwyze zullen opgeven.
De drie Hoofdlieden, Deventer C39), Kampen en Zwolle trekken een derdedeel
van
houd der Ordonnancie, aan de Gedeputeerden overgelaten. Zie Refol. van Ridd. en Sted. van den 2. en j. Maart 1767.
(39) Nadien deze impoft over de Stad Deventer niet afzonderlyk, maar te zamen met dien over het ampt van Kolmefchate , verpagt wordt, is men overeengekomen , dat jaarlyks eene fomme van ƒ 319-0-0 van het geheele beloop der pagtpenningen voor het onderftelde aandeel van Kolmefchate zal worden afgetrokken , en dat de Stad van het overfchot een derde zal genieten. Zie Refol. van Ridd. en' Sted.' van den 11. Jpr. 1744.
5
48a Tegenwoordige Staat ■
rranm- van de penningen , waar voor dit middel WïN- in ieders regstdwang verpagt wordt, en
CO de overige twee derdedeelen komen ten j/'voordeele der Provincie (f). 15. nw. Haflelt, Steenwyk en Vollenhove troksept.t72y-*eo eertyds, te weten van t jaar 1732. af, ir44Apr' ieder Jaarlyks eene vaftgeftelde fomme (g);.
Cg) te weten,
^?.Ap,Hafre](. _ m ƒ250.0.0
I733-. Steenwyk - . ƒ 182 - o - ® Vollenhove - «ƒ150- 0- 0
doch toen eenigen tyd na de wederinvoering van de monopolie bevonden was, dat die middel nu merkelyk meerder opbragt, en deze Steden zig bezwaard toonden, dewyl zy des niet tegenftaande tot de oude fommen bepaald bleven; vonden de Staten goed, dat dezelven vervolgens in de zelfde evenredigheid uit de jaarlyks inkomende pagtpenningen trekken zouden, waar in de fomme, by hun befluit van den jare 1733. aan ieder toegelegd, geftaan had tot de pagtpenningen die ieders pagt-diftrikt in den jare 1732. had opgebragt. Dewyl nu bevonden werd, dat de verpagting in dat jaar 1732. had belopen, over de Stad en 't Hoogfchoutampt van Haflelt - ƒ2400.0-© over de Stad en 't Schoutampt van Steenwyk met de Heerlykheid Eeze ƒ 2450 - o -«
en over de Stad en 't Schoutampt van Vollenhove met de fchans Blokzyl - ƒ 3460-0-0
zal I
van O VERYSSE L. 481
zal het zo uitkomen , dat in brand*? ieder 100. gulden toen geno- WïN* -
ten werd, kleine gebrokens niet in aanmerking genomen zynde , door Haflelt - ƒ 12. 8- 6 door Steenwyk - - ƒ 7-8-10 en door Vollenhove - ƒ 4-6-12. en gevolglyk , dat dezelve Steden thans den zelfden penning ten honderd uit de tegenwoordige pagtpenningen moeten genieten. Met betrekking tot Steenwyk in 't byzonder kan men hier byvoegen, daü al wat boven de oude 182. gulden voor deszelfs rekening komt, niet in Stads te- fh5 fe valt, maar ten behoeve van het daar^ R* zvnde Proveniershuis aangewend moet wor- Apr^i-ea. den (h).
De Stad Enfchede geniet jaarlyks uit dit middel - - - /u-ro-o
Aan de Regering van Blokzyl was eer- ' tyds , tot onderhoud van hare paalwerken en diep, 100. gulden 's jaars toe-^/iVL gelegd (i) ; doch dezelve ontvangt nuAPr- W>' maar - - - ƒ 85-0. o
De Heer van Almelo eindelyk trekt nog heden, het gene hem reeds kort na de eerfte opregting van de Monopolie was ^Vi. toegewezen (k) , namelyk - ƒ 25 - o - o Apr. ïfas,-
Tabak
In Lentemaand des jaars 1(535. befloten de Staten , dat hier een impoft van de Tabak zoude geheven worden op den zelfden vet als in de nabuurige Provinciën, Hh en
482 Tegenwoordige Staat
taüai;. en den Gedeputeerden werd opgelegd daar (-j) toe tegen den eerften van Hooimaand eeRef. v. r ne Ordonnancie te beramen (1). Deze umt 2°' Ordonnancie , een jaar daar na overgel6f'm *> z'en 'en vermeerderd , en zedert door den Ordonn. op druk gemeen gemaakt (m), toont, dat S»2*?7.dit mic}del , zo als het toen gevorderd stpi- ifi3(5; werd , van eenen ganfch anderen aart was lenpZTr'^ het gene men thans betaalt. Het teordonn. genwoordige is een middel op het vertier: '94' het oude was een inkomend regt , of, gelyk men ook wel gewoon is te fpreken , een havenaccys; gevende de eerfte inbrenger van tabak in de Provincie zes ftuiver van ieder pond.
Men heeft geen diepzinnig nadenken noodig , om te begrypen , dat zulk eene belafting , indien zy niet door fluikery kon ontdoken worden , merkelyke ftremming geven moeft, niet alleen aan het binnenlandfche vertier , maar ook aan den handel buiten 's lands. Ook kunnen wy uit omftandigheden opmaken , dat dezelve niet lang heeft ftand gehouden : maar het ontbreekt ons aan de vereifchte ftukken , om te bepalen tot hoe lang de invordering hebbe geduurd.
In 't jaar 1675. werd deze impoft an- j dermaal ingevoerd ; met dit gewigtig onderfcheid egter, dat men toen maar twee in plaats van zes ftuiver van het pond j vorderde. Dan hier door werd de kwaal j alleen verminderd , geenzins weggenomen; want het middel was en bleef een inko-1 mend regt, en het liep aan tot in den |
van O VER YSSEL. 483
jare 1692. eer dat men het in eenen im- tabak» poft op het vertier veranderde. Volgens het Reglement op den Tabaks-accys, in rn? dat jaar beraamd (n) , moeft de eerfte inbrenger , even als te voren , twee ftui- Apr. 1^3, ver van het pond betalen ; doch de tabak , die niet binnen de Provincie opgeflagen maar alleen doorgevoerd werd , was daar van geheel uitgezonderd , en men verleende affchryving voor die , welke wel eerft was opgeflagen, maar vervolgens wederom buiten de Provincie werd vervoerd. In 't jaar 161,3. vonden de Staten goed, by die van de Graaffchap Zutphen en van Drente aanzoek te doen, om de tabak op eene eenparige wyze te bezwaren (o) : maar dit had geen ge- fo) volg, en de belafting bleef in deze Pro- ffsl'zi, vincie op den vorigen voet tot in het waan' jaar 1748, wanneer men, op het voor- 1093, beeld van 't gene in den jare 1675. met fommrge andere middelen gefchied was, den tabaks-accys met tien ftuiver op de gulden verhoogde, zo dat ieder pond toen op drie ftuiver kwam te ftaan (p). Wel rp) haaft bleek het evenwel , dat deze maat- i^dT's. regel meer door den nood dan door deApr.'iö+s. voorzigtigheid was ingegeven; want niet meer dan vier jaar daar na verwierp men niet alleen deze halve verhooging, maar bragt zelfs den accys tot op éénen ftuiver van het pond (q): en toen ondervond Notirtc. men by de proef, dat de hoogfte belas,l'.^'/iu' ting niet altyd de voordeeligfte voor 's aprLands koffers is ; dewyl dit middel zeHh 2, dert
9
4.§4 Tegenwoordige Staat
tabak, deit byna het dubbelde opbrengt, van het gene daar van ooit te voren was gen:(t\ trokken (r).
Opgave der * \. y 1 i •
/a»/)0^B Byna alle deze veranderingen waren ge^f^%maOkti , zulk eene lange reeks van jnren Qimes, was men bezig geweeft om de genietinbi'I?8' gen van maag en mond aan fchatting te onderwerpen , eer men op het denkbeeld viel van ook den' neus tot het vullen van 's Lands geldkift te doen dienen. Niet CO ^ voor den jare 1749 vonden Ridderfchap ek 'sZ'19 en Steden goed , dat van karotten , ge*°^/74y-fchikt om tot rapé te maken , de zelfde der Gede- accys als vqn rook tabak zoude gegeven *jCJ:Dcc'worden fs) ; en in den jare 1752. werd CO in 't gemeen afgekondigd , dat men van &otcu st"'alle foorten van fnuiftabak eveneens zou11. Apr. de moeten betalen (t).
Wat de tabak betreffe die binnen de Provincie groeit, het Reglement van 1692. on: derwierp dezelve , voor zo verre zy niet uitgevoerd maar in de Provincie gebruikt werd, aan den zelfden impoft met de van buiten inkomende , het welke tot heden toe plaats heeft, en niet lang daar C'tO na beraamde men voor de inlandfche tabak ÏLPRiiCeneeü afzonderlyk Reglement (u). Nadien st. v. d. men daar van geen vroeger gewag aaniöyöCpl' treft, is 'er reden om te giffen , dat de teelt van deze plant toen eerft van genoegzaam belang begon te worden , om de aandagt des wetgevers te verdienen. Het is egter niet te denken , dat dezelve ooit tot zulk eene mate opgedreven geweeft is, als omtrent den tyd toen het
eer-
van OVERYSSEL. 485
eerfte ftukje dezes werks in 't licht kwam,tabak. en het komt ons even min waarfchynlyk voor , dat zy immer in 't vervolg die hoogte wederom zal bereiken. Het gene wy toen voorzagen (v) is eerlang gebeurd. CO Naar mate de tabakshandei met het ein-^ie^ee digen van den Amerikaanfchen oorlog zyncn ouden loop hernam , verviel de teelt in Overyffel, der wyze dat zy thans, wel niet volkomen , maar egter na genoeg , tot op het vorige peil is neergedaald. Sommigen , die genoegzame plaats hadden om de bladen te di oogen , of genoegzaam vooruitzigt om niet dan ligte en weinig koftbare fchuurtjes daar toe op te flaan , hebben zeker aanzienlyke winften daar van genoten : maar het voordeel van anderen, vreezen wy, is door het ontzaglyk toeftel , welk eene vleiende hoop hen deed vervaardigen , grootendeels verzwolgen.
Eenigen tyd voor de invoering van het laatftgemelde Reglement van 't jaar 1^02. was reeds vaftgefteld , het welke ook by alle volgende verordeningen in kragt is gebleven , dat van ingevoerde tabaksftelen , even als van de tabak zelve, de accys moeft worden betaald (w). Dit ge*p££u ichiedde ongetwyffeld ter verhindering van*» fluikery , en met het zelfde oogmerkjun?' werden naderhand van tyd tot tyd nog an-l6j0* dere inrigtingen gemaakt , die wy , voor zo verre zy op den handel in deze waar invloed hebben , zullen melden.
Het Reglement van 1692. verbood den invoer van eene minder hoeveelheid dan Hh 3 van
486 Tegenwoordige Staat
Tabak, van honderd , en den uitvoer buiten de Provincie van eene minder hoeveelheid dan van vyftig pond. In den jare 1728. werd hier van de Varinas of Rol-tabak uitgezonderd , zo dat die, met vyfentwintig pond mogt worden ingeflagen ; en tevens Relde men vaft, dat de tabak niet dan in gewone tabaksvaten mogt ingebragt worden , dat de uitvoer door de grofliers ook in vaten moeft gefchieden , dat alle vaten zo by inflag als uitflag zouden moeten wezen genumbreerd, dat de flyters , of zulken die by klein gewigt verkogten, zouden moeten vaft ftaan voor de betaling van den accys , in de groote Steden van honderd en veertig , in de kleine Steden en ten platten lande van zeventig pond in 't jaar op het minfte , en dat de invoer van gekorven of krul tabak geheel zoude zyn verboden (x). Dit laatCO fte artikel werd egter kort daar op zo uitfijnst!' gelogd, dat het van geene tabak, die men v, d- »9' blootelyk door de Provincie voerde , was ?723.C te verftaan fy> °ok moet men °Pmer-
rroP&r ken » dat al,e deze bePalingen °P den in~ caepui.2. voer en uitflag alleen de kooplieden beo6'w' troffen , en niet byzondere perfonen, die f?s«. ' voor eigen gebruik tabak mogten inbrengen. Die bepalingen werden by het herftellen van dezen-accys in 't jaar 1748. te gelyk met het Reglement van 1692. wederom in kragt gefteld; en in den jare 1752. voegde men 'er by , dat de karotten-tabak met niet minder dan vyftig pond te gelyk zoude mogen worden ingebragt ; en
met
van OVERYSSEL. 487
met niet minder dan tien pond te gelyk tab^k, naar buiten de Provincie uitgeflagen ; terwyl men tevens den kooplieden, voor 't OO indroogen en ander verlies, een rabat, pg^^*« korting , verleende van zes op de hon-175^ derd pond (z).
Het is niet te ontkennen , dat foortgelyke inftellingen min of meer belemmering veroorzaken in den handel: maar al konde men hier op niet inbrengen, dat de. banden en hinderpalen , welken de koopman de ganfche wereld door ontmoet, hem gewennen , om , liever dan zig daar over te beklagen, het brein te pynigen ter vermyding van de daar uit te wagten nadeelen; bleef nogthans die aanmerking over , dat het niet mogelyk fchynt, waren , welken , als de tabak , by zulke geringe fmaldeeltjes aan de gebruikers moeten uitgefleten worden , anders dan by groote klompen, te belaften; en dat, daar dus regtftreeks de koopman , en niet de gebruiker , den impoft betaalde, ook zulke middelen aangewend moeften worden , als ter voorkoming van invoer ter ftuik konden dienftig zyn. Vooral heeft men in agt te nemen , dat ons middel, fchoon in dit derde , dat de koopman het geld opbrengt , met een inkomend regt overeenkomende , egter in geenen deele voor een inkomend regt te houden zy. Het > groote nadeel, aan zodanig een regt verknogt, beftaat daar in , dat de handelaar, aanftonds by den inflag zyne goederen Hh 4 to
488 'Tegenwoordige Staat
Tabak, te vertollen hebbende , daar door in de noodzaaklykheid gebragt wordt van een evenredig grooter kapitaal in zyn bedryf om te zetten ; het welke ten gevoige heeft , dat hy den prys» der belafte waar hooger dan tegen het eigenlyk beloop van bet inkomend regt moet opzetten. Dan hier tegen was reeds gedeeltelyk voorzien by het Reglement van 1692 , door aan de kooplieden een vierendeel jaars uitftel van betalinge te vergunnen ; en het is geheel weggenomen, door een befluit der Staten , in later dagen genomen , inhoudende , dat de tabaksverkopers volftaan kunnen , met ten einde van ieder vierendeel e,) jaars alleen den accys van die tabak , welRtfiv-R"ke zy geduurende hetzelve hebben uitgefle%i.'mv. ten , te voldoen (a).
By de oudfte Ordonnancie vindt men ook nog „ ge ordonneert , dat de geene, 3, zy zyn Grolfiers, Herbergiers ofte dro„ ge-gafteryhouders , die neffens Wynen „ ofte Bieren , binnen ofte buyten de „ Steden , Tabak by kleine parcelen ver5, kopen, ende tot haren huyfe doen fb5 confumeren, het recht van defe Ordonöriom. „ nantie fullen moeten betalen , ende ten ln.fi6" * minften fes ftuivers ter maent (b)."
CO Dit werd vervolgens tot de koffyhuishouvmïfyi, ders (O uitgebreid ; vervolgens zelfs tot «*. !«. allen die gelagen zetteden, fchoon zy ook Hef y. r. geen' tabak verkogten (d); later nog tot ^^j^ allen die brandewyn en gebrande wateren ». 4r, 'te koop hielden , fchoon zy ook geene
van OVERYSSEL. 489
gelagen zetteden (40): en dewyl de hal-tabak. ve verhooging , waar mede dit middel in den jare 1748. belaft was, niet mede ten aanzien van de opgenoemde fpys en drank verkopers in den jare 175a. werd afgefchaft, moeten dezelven tot heden toe aan den pagter van den tabaksaccys negen ftuiver ter maand opbrengen.
Wy teekenen dit meer byzonderlyk aan, nademaal fommigen onderedie herbergiers (dus zullen wy alle die koft en drank verkopers met een enkel woord beftempelen) voor weinig jaren zig hooglyk over de onreg'tmatigheid van deze belafting beklaagd hebben. Hec voorwendzel was, van eenigen , dat zy in 't geheel geen tabak verkogten, van anderen, dat zy de tabak, die hunne kalanten gebruikten, by klein gewigt van de flyters haalden, en dat derhalven daar van de lands geregtigheid reeds eenmaal was betaald. Het ééne en het andere zoude nimmer in de gedagten der klagers zyn opgekomen, indien men aan deze belafting, by de geheele verandering van derzelver natuur in 't jaar 1694, niet meer den naam gegeven had van impoft op de tabak, waar mede zy niets gemeens hield, maar van impoft op het houden van herberg , verlofgeld voor 't herberg houden, of diergelyken, waar mede haar Hh 5 we-
' (40) Men vindt dit van de verkopers van brandewyn reeds zo verftaan by Ref. der Gedeput. van den 6. Mei 1744. Thans wordt dit, jaren herwaards , in de Notifikatie van de Verpagting der gemeens middelen ingelafcht.
49© Tegenwoordige Staat
Tabak, wezenlyke aart zoude zyn aangeduid geworden. Zo lang de herbergiers, volgens de Ordonnancien van 1636 en 1692 , van de tabak , die zy van buicen infioegen, in gelykhcid met andere kooplieden den accys betaalden , kon de bygevoegde verordening , hoedanigen by meer van onze middelen plaats hebben, dat ieder voor een zekere fomme moeft vaft ftaan, niet beletten dat de hoeveelheid van 't vertier invloed hebben kon op de betaling, en dat men dien accys derhalven met regt eene belasting op de verteering van deze waar noemen mogt: maar zo dra de gewoonte van tabak aan de gaften te geven in de herbergen begon af te fiycen, en de waarden betalen moeften ook fchoon zy in 't geheel geen tabak verkogten, kreeg men een perfoonlyk middel; en dit is in der daad thans niets anders dan, gelyk wy het boven noemden , een verlofgeid op 't herberg houden, èene foort van belafting welke ook niet onbekend is in andere landen. In Groot Britanje ligt eene fchatting , onder den naam van Shop tax, op ieder huis, waar in men winkel houdt , welke berekend wordt naaide hoogte des huurpennings die hetzelve doet of doen kan, zo dat van dertig pond fterling en daar boven twee fcheliingen in het pond , en van minder fommen, naar gelang van derzelver grootte, by afklimming minder moet gegeven worden: en dan is 'er nog eene menigte van waren , die men niet mag maken of veilen , zonder daar toe een Licence, of Vrybrief,
ge-
van OVERYSSEL. 491
gekogt te hebben. Een winkelier in hoè- tabak. ' den, by voorbeeld, moet in Londen twee pond, in de overige plaatzen des ryks vyf fchellingen, een winkelier in handlchoeneil of moffen éénen fchelling, een kaarffenmaker één pond, een azynmaker tien pond, een zeepzieder twee'pond, voor zuik een Licence jaarlyks betalen (41). By deze Britfche Vrybrieven kan men vergelyken het Molen-geld , zynde eene verponding op de koornmolens , in de Provincie van Groningen geheven wordende; en hét mede aldaar plaats hebbende Nering-geld , beftaande in eene belafting van een' gulden 's jaars op alle ingezetenen die een ara. bagt of koophandel doen of in eenig gilde zyn , heefc overeenkomft met de befchreven Shop tax , fchoon de opklimming , welke in deze eene behoorlyke CO evenredigheid te weeg brengt , in gene f„fpa? aan geheel niet is in agt genomen (e"). An-*cf^"«
o , o o 111 tot de Ouc-
dere middelen van deze loort hebben wy<«, u. in onze vereenigde Geweften niet ont-2^moet (42).
Het
(413 Zo was het althans in den jare 1786: want wy volgen hier Kearjley's Tax Tables, een boekje welk jaarlyks te Londen uitkomt, ©ver dat jaar.
(42) In Friesland heft men een Ketelgeld van de Stookers der gebrande wateren , en eene belasting op de Grutteryen en Pelmolens: maar dezen ftaan in de plaats van een' impoit op de waren zeiven die daar gemaakt worden, naar gelang van welker hoeveelheid zy ook ligter of zwaarder zyn , en komen dus hier niet in aanmerking. Zie de Opgave der Impoften in de refpeüivo Provinciën aan de Commijjie tot revifie der Quotes', bl. 116. en 121. volgg.
492 Tegemveordige Staat
Tabak. Het gezegde wel overwogen zynde, zaï men niet meer kunnen vragen , of het wel billyk zy, dat onze herbergiers eene fchatting opbrengen voor tabak, die zy of niet fiycen , of van welke de wettige impoft reeds eenmaal, was voldaan : want wy meenen bewezen te hebben , dat hier in der daad geen impoft op tabak beftaat. Wilde men verder in 't afgetrokkene de oirbaarheid van deze belafting ter toetze brengen , wy zouden bekennen moeten , geenerhande tegenwerping tegen dezelve te weten , dan die uit de groote ongelykheid , die eigenaartig daar in ligt opgefloten , afgeleid konde worden ; en deze fchynt ons nog van geen , of althans van zeer klein belang te zyn. Het is waar, dat de voornaamfte herbergier of koffyhuis-meefter hier met den houder van het ellendigfte genever kroegje gelyk ftaat: doch het is , onzes oordeels , tevens waar, dat 'er geene neering is, welke zo zeer belaft kan en verdient te worden, als die van zulke kroegjes; daar 'er denkelyk geene is die zulke buitenfpoorige winften aanbrengt, en zeker geene die van zulk eenen verderflyken invloed is in de fteden. Indien wy derhalven eenige verandering in dit middel te verlangen hadden , zoude onze wenfeh eerder ftrekken om die ftedelyke kroegjes boven dan beneden de gewone herbergen te bezwaren. Met betrekking tot het platte land. egter beeft de zaak eeniger ma:e een ander aanzien; want fommige ftreken der Provincie zyn
ZQ
van OVERYSSEL. 493
zo eenzaam , dat de herbergiers dikwyls tabak. met tappen uitfcheiden , om dat zy de maandelykfche negen ftuiver uit den winft niet kunnen opbrengen ; en dit ongemak, het welke den reizenden dikwyls ontriefts kon , buiten eenig nadeel voor den lande, verholpen worden , door den pagteren toe te laten , met de bezitters van zodanige herbergjes, onder voorkennis van het Kollegie der Gedeputeerden, over den impoft te verdragen. By deze kleine verandering was miffchien eene andere van eenig meerder gewigt te voegen , daar in beftaande , dat deze belafting van den accys op de tabak wierde afgefcheiden, en of afzonderlyk ingevoerd, of tevens met den impoft op de brandewyn en gebrande wateren verpagt : dan het nader onderzoek van deze bedenking laten wy gaarne den zulken aanbevolen, die gelegenheid gehad hebben om het huishoudéïyke van onze Provinciale middelen dieper dan wy te doorgronden.
VYFTIENDE HOOFDSTUK.
Vervolg van de Provinciale Schattingen , en wel van de Belajlingen op Landbouw en Koophandel.
TTVe derde der klaffen , in welken wy _! jP de Middelen dezer Provincie verdeeld hebben , bevat de zodanigen , die den akkerbouw of den koophandel belaften : te weten , den Impoft op het
Hoorn-
494
Tegenwoordige Staat
Hoorn*. Hoorn-vee en de Bezaaide Landen , dien enz!"" °P de Paarden, dien op het kleine vee, bekend onder de benaming van Reliqua , en eindelyk dien op de Waag. Geene van allen zal ons lang behoeven op te houden.
Hoorn-beeft en en Bezaaide Landen.
Wy hebben één en ander maal gelegenheid gehad om op te merken , dat beladingen , die onder den zelfden naam gingen , of op de zelfde voorwerpen lagen , van zeer onderfcheiden natuur waren. Hier heeft men onderfcheiden benamingen en voorwerpen, maar heiden zyn van de zelfde natuur. Een middel op de hoornbeeften is , even als een middel op de bezaaide landen , niets anders dan eene regtftreekfche belafting op het kapitaal tot den landbouw afgezonderd , welke wel door den boer uitgefchoten, doch , op den duur ftandhoudende , eindelyk geheel door den landeigenaar gedragen wordt. Het hoorn-geld treft voornamelyk de ftreken, waar de vee-fokkery de overhand heefc ; de impoft op 't gezaai die genen, waar de landman zyn brood moet winnen met den ploeg. Ook zyn beiden te gelyk ingevoerd , en doorgaans ten zelfden tyde het onderwerp geweeft van de raadpleegingen der Staten.
Op de lyft , in den jare 1597. tot de verpagting van de middelen in Twente gediend hebbende , vindt men dezen impoft op de beneden ftaande wyze bepaald.
„ lm-
van OVER Y SS EL. 495
„ Impoft van den hoorenden heeften Hoorn„ ende den befeyde Landen. llzS?m
„ Van elcke horende beeft , drie jae-
ren ende daer en boven oldtt fynde, 3, ter maendt van acht en twintig da„ gen. - - . ij ft.
,, Ende ter weke eene halven ftuyver. „ Van elcke twee jaerig gufte beeft gaen„ de op het derde gras, beginnende mey„ dach aff nha dat d'felve twee jaeren oldt
fullen fyn half geltt.
3, Van een mudde witte weyten gefeys ter „ weeke - - - eenen ftuyver
Ofte ter maendt als voren - vyf ftuyver ,, Van een mudde winterroggen gefeys
ter weeken - - eenen blanck j, Ende ter maendt - iij. ft.-o3, Van een mudde wintergarften ter wee,j ken - - eenen hal ven ftuyver ff) „ Ofce ter maendt - - ij ft.. o -Ref. v. r. s, Het fomergewas fal tegens die naefte \g7\ „ verpagtinge geftelt worden (f)."
Niet onbekend is het ons, dat men al in vroeger tyden van eene Beeften-fchat- (S) Uns. in deze Provincie gewaagd vindt Cs).4U- *■2y; en dat in den jare 1580. tot onderhoud van ruiteren en knegten eene belafting gelegd werd van vyfrien ftuiver op eiken vetten os , van tien ftuiver op elke koe, en van zeven ftuiver op een voerrund (h): AiiXL doch , voor zo verre wy uit de omftan- J'1"1 lsZ*' digheden vermogten te oordeelen , hadden die middelen geene betrekking tot het hoorn-geld , waar van wy hier fpreken, en welks oorfprong wy, zo wel als dien
4(B
49°" Tegemvoordige Staat
Hoorn■ des impofts op de bezaaide landen , ge*nz.iEN meend hebben tot het jaar 1597. te moeten brengen. Dit zeggende egter zien wy alleen op Twente : want in de twee andere Kwartieren zyn deze middelen beiden eerft in den jare 1600. ingevoerd. Wy zeggen beiden; en dit oordeelden wy uit au.Ii 14. de ftaatsbefluiten, in welken van dezelven ïfio/"1" fteeds te §eli'k §ewrag gemaakt wordt (i), te mogen befluiten : hoewel Arnold Moocw vMnen (k0 °P dat jaar alleen van het gezaai. Deventer, meldt. „ 1600. ii. July," zegt hy, „ is „ de Accys te Frankhuis by Zwolle gepubliceert, en eerft opgekomen de fchat„ ting van twee ftuivers van elk mudde „ rogge gezaeis." Die Schryver zal in dit ftuk maar ten deele zyn onderrigt geweeft: doch zyne bepaling van den prys, toen op het gezaai gezet, wanneer men dezelve met het gene daaromtrent later vaftgefteld is vergelykt, verfpreidt merkelyk licht over de oude hiftorie van dit /?JiP™«middel- Wy vinden namelyk , dat hetzelve, ensu ve in den jare 1626. met een vierde deel werd verhoogd (1) , en dewyl uit de 7/dcije- Ordonnancie , ter gelegenheid van deze ver. en verhooging beraamd (m) , te zien is,
w»i627Adat 'iet toen met de vernooging twee en een* halven ftuiver ter maand bedroeg, kan men het befluit opmaken , dat hetzelve van 't jaar ióqo. af tot op den laatft gemelden tyd toe fteeds op het zelfde peil is gebleven. Dje zelfde verhoging werd ten zelfden tyde mede gelegd op het hoorngeld , en derhalven zal men, die Ordon-
nan-
van OVERYSSEL 407
iiahcie raadpleegende , by aftrek van eenHoonN-vyfde deel op de daar by gemaakte bepa "^TEN ; lingen , tevens zien kunnen, wat daar voor in vroeger dagen werd betaald. Immers meenen wy, dat de eenparige voet, op welken deze middelen altyd behandeld zyn , Zulk eene gevolgtrekking wettigt. In den jare 1623 , toen eene nieuwe lyft voor de gemeene middelen door de Steden opgefteld was, vond men ook goed, dat - . de impoft op het hoorn-vee en die op^u s; het gezaai beiden op het oude peil zoudenSept t6i3i blyven ftaan (n).
De Ordonnancie , van welke wy flus gewaagden , is , zonder eenige verandering, alleen met invoeging van het ftraks aan te halen befluit van 't jaar 1626. nopens den vrydom der Edelen , in de verzameling van 't jaar i66r. herdrukt Co), te ge- co lyk met een ftuk van den jare 1660, Gj^r0" waar in nog eenige nader bepalingen wor-S. bl*. den aangetroffen (p). Volgens deze en73Vp) eenige later verordeningen van RidderfchapAuf.u.77; en Steden ftaat deze impoft thans op den volgenden voet.
Hoorn-beeften.
Van ieder beeft, drie jaar en daar boven oud,
In Zalland , uitgezonderd Maftebroek met de buitendykfche landen langs den Ysfel , en in geheel Twente, ter maand twee en een halve ftuiver, in 't jaar ƒ 1-10-0
In Maftebroek en de gemelde buitendykIi fche
,498 Tegenwoordige Staat
hoorn- fche landen ter maand vyf ftuiver, in 't
bffsten • r
shz. jaar - - - ƒ 3 - o. o Met uitzondering wederom van de Steedjes Wilfem en Grafhorft, die volgens den gemeenen Zallandfchen voet %\ ftuiver betalen.
In Vollenhove ter maand, even als in Maftebroek 5. ftuiver:
Met uitzondering alleen van de nieuws bedykte landeryen agter de Kuinder, waar fi) niet meer dan de halfte, dat is 2; ftui-
$Êfe$^r1 wordt Segeven (q)- Het verzoek der Muide- ter verkryging van dit voorregt gefchiedUn\t3 da eerft in den jare 1739. (rj , en ze-
neeuesiV'dert *s bet» van tyd tot tyd» onafgebro24. Maan ken , voor zo verre wy weten , tot heden toe vernieuwd.
Van beeften, tot de kleine bemuurde Steden en derzelver vryheid behoorende, en daar geweid wordende , ftaat de im(s) poft op derdehalve ftuiver.
rGet>p'üT ^an a^e tweeiar,"ge beeften , dat is die 13."rui." boven de twee, maar nog geene volle drie G!°èrincf Jaren oud zvn CO ■> betaalt men het halve part. 'or- van 't gene ter zelfde plaatze voor een dom. bi. (jrjejarjg runu Wordt opgebragt.
Voormaals hadden de inlandfche magere offen , mits niet vet geweid wordende , een jaar langer vrydom van den impoft Kef.*? r dan ^et andere vee CO •' doch waarfchynen St. 7. 'lyk heeft het onderfcheiden van inlandfch 5PAPr?a8'en vreemd vee , en van weiden om vet i7«. en te maken of om blootelyk op te voeden, put. J/.jin.te vele zwarigheden voortgebragt; en zal 1735. dit de reden geweeft zyn , waarom men
na«
van OVERYSSEL 499
naderhand eenvouwdig heeft vaftgefteld , hoorwdat alle magere ofien , zonder onderfcheid,^*STKI* geduurende vier maanden van het jaar, be- Vu? ginnende met Wintermaand en eindigende Ifsl.^'. met Lentemaand, van het hoorn-geld zul-Maa" len vry zyn (u) , het welke tot hedenI73cV) toe ftand houdt (v). Notifw.vm
In de groote Steden en derzelver vxy-lrMdd!> heid wordt deze impoft niet betaald.
De verfchreven Edelen, op hunne ha %'ezatên wonende , zyn vry van dezen im-en St- «• poft ten aanzien van het vee dat zy op hunne ftallen hebben O)» maar van 'tAU(*J vee, welk in de weide loopt, moeten zy Apr. ik&i betalen (x).
Volgens de waarneming van des kundigen worden van al het rundvee, in de Provincie gehouden, wel twee derdegedeelten in die ftreken gevonden , waar men het hoogfte hoorn-geld van vyf ftuiver ter maand opbrengt; en mag men gevolglylc rekenen , dat op ieder beeft in Overyffel door malkander geflagen eene belafting ligt van twee gulden en tien ftuiver (y). Cv5 De reden, waarom die belafting niet metfei* der daad overal even zwaar is, zal men fchoon wy daar van zwegen, van Ielftwl1$r' wel toefchryven aan de onderfcheiden waarde der landeryen , die eene onderfcheiden waarde van het vee, daar op gefokt wordende, ten gevolge heeft (1).
Ii 2 Bu
(1) Vergelyk hrer mede het gene in '1 t. Dr;I, I?/. 40. over de befte graslanden, cn hl. 4<5. ov« «Se Twentfche huisdieren gezegd is,
5«» Tegenwoordige Staat
mntn Bezaaide Landen.
ENZ.
Zie hief de woorden van de Ordonnancie.. '„ Van yder Mudde gezaeys ter Maent „ derdehalve ftuyver : welverftaende dat in defe fes Maenden beginnende den . .
„ en eyndigende den ,
„ naeftkomende, van 't winter-kooren vier ■ „ Maenden , desgelycx van alle Somerkooren ofte weeckzaet oock vier Maen„ den gevordert ende betaelt fal worderi : mits dat alle Kooren , na Rogge gezaey fal worden gereduceert." Voorts is in Cz} den jare 1660. verftaan, „ Jat geene StadtGen. en i landen ofte van ten Landt-dage compact». „ rerende Edelen , van den Impoft op 't bu 776."l"y> Gezaei vry zyn: dat oock geene Ste'(O „ den, comparerende Edelen, ofte andere, hare Meieren daer van konnen vry21. Apr. „en (z) :" en deze bepaling, waar o1 9ciO ver by verloop van tyd eenige bedenkinApr. X4. Sen fchynen ontftaan te zyn (a), is in ' 'den jare 1694. nog nader beveiligd (b).
Paarden.
De belafting , van welke wy hier handelen , is geheel onderfcheiden van den I impoft op het vervreemden van paarden , dien wy boven onder het artikel van 't ; wjkl?. Beftiaal (c) aantroffen , en beiden hebben eenen geruimen tyd te gelyk beftaan. 1 Immers , fchoon ons niet is voorgeko- I men wanneer deze laatfte afgefchaft zy, ]
heb- I
van OVERYSSEL. 501
hebben wy gezien , dat dezelve in den jare paarmk; 1623. nog in wezen was; en de oudfte Ordonnancie op het middel thans voor handen (2) leert ons, dat het reeds in den jare 1605. is ingevoerd. Ondertusfchen laat ons dit ftuk in het duiftere nopens de hoegrootheid der belafting, en wy hebben omtrent dit punt geen vroeger befcheid kunnen bekomen, dan door de Ordonnancie van later tyd, welker dagteekening wy niet weten te bepalen (3).
Volgens die Ordonnancie moeft van alle paarden , twee jaar en daar boven oud zynde, worden betaald :
„ In dc Kerfpelen van Wye , Yflèl„ muyder-ampt, Hasfeler-kerfpel, Steen„ wycker-wolt , Barsbeke , Leeuwte|, „ Cuinderdyck , Blankenham , Cuinder ,
Yffelham , Paeflo., ende Oldemarckt,', „ eens in 't jaar twaelf ftuiver.
„ In de Kerfpelen van Colmefchate, „ Olft , Dalffen , Heyno , Steenwycker„ kerfpel , Giethoorn, Wanneperveen , „ Staphorft Rouveene , ende Yhorft ,
eens in 't jaer thien ftuiver.
„ In de Kerfpelen van den Flardenberch, „ Ommen, den Ham, Hellendoorn, Rael„ te, Holten, Bathmen ; Item de Steü 3 „ de-
fa) Te vinden in de Gener. en funk, Ordonn. in 1627. uitgegeven.
(3) Deze Ordonnancie, gedrukt onder de Gener, cn Partic. Ordonn. van 1661. bl. 78. is woordelyk de zelfde met die van 1605, alleen uitgezonderd dat 'er de fomme van den impoft ingelafcht is.
5© 2 Tegenwoordige Staat
PaARusM. „ dekens Ommen , Hardenberch , ende 3, Gramsberge, ende voorts het geheele „ Landt van Twenthe , eens in 't jaer s, acht ftuiver. „ Ende van alle Peerden onder de twee Jaren niet."
Naderhand werd deze impoft verdubbeld , zo dat die van de hoogfte klaffe vierentwintig, die van de middenfte twintig , en die van de iaagfte zeftien ftuiver Rtf.V. 7j.m°eften opbrengen (d) : en eindelyk werd t» st. g. dezelve , even als verfcheiden anderen, in pr i702,den jare 1704. met'tien ftuiver op de gulMtw? den verho°gd (e) > zo dat thans in de der Gede. eerfte dier klaifen - . ƒ 1-16-0 put v. d. a. in dc tweede - - „ ƒ t-io-o
Jul. 1704. - Jij J.
en in de derde - - ƒ 1 - 4 - o van een paard moet gegeven worden. Op de onderftelling, dat in de ftreken van élke klaffe een gelyk getal van paarden gevonden wierde , zoude de belafting , door elkander geflagen , op dertig ftuiver yoor ieder paard uitkomen.
Ten behoeve van de Roskammers is afzonderlyk vaftgefteld, dat zy van de paarden , met welken zy handel dry ven, zo y^dra dezelven eene maand lang binnen de ptrptp. Provincie geweid hebben, wel dezen imS?Wpoft zullen 0Pb''engen , doch niet voor iyks. zie het geheele jaar , maar alleen naar evenjKfcA redigheid van den tyd , geduurende welApr. 1705.ken zy die paarden hebben bezeten (f). '
Re.
van OVERYSSEL. 50*3
Reliqua. Relkjuü
Onder deze vreemde benaming kent men in Overyffel drie onderfcheiden belaftingen , te weten die op de Schapen , die op de Verkens, en die op de Byen (4). Op ieder van dezelven heeft men eene afzonderlyke Ordonnancie , die , voor zo verre het verfchil der onderwerpen dit lyden kan , woordelyk overeenftemmen , en ook waarfchynlyk te gelyk zyn opgefteld. Met betrekking tot de Ordonnancien op de impoften van Schapen en Verkens weten wy dit met zekerheid ; want beiden zyn , even als die van de paarden, in den jare 1605. verfchenen , en, te gelyk met die , in de meer aangehaalde verzameling van 't jaar 1627, gedrukt. Ten aanzien van de Ordonnancie op de Ymen, kan het met waarfchynlykheid opgemaakt worden uit een agter aan die zelfde verzameling geplaatft ftaatsbefluit van den jare 1612. van dezen inhoud : Die Ymen „ fullen gelyckfals eens int jaer ghetelt,
ende ter placübn daer fy te ftalle hoo,, ren , betalen , ai waert fchoon dat fy „ uit apdere plaetfèn gebracht worden :" li 4 ver-
l Is Kta Latyifch woord, beteekenenran de zelfde kracht als het by allen , fcboóh ook gecoe d.in hunne moedertaal verflaandc, wel bekende et oettTa. In het optellen der middelen deze drie , alt var»" i minfte belang, agter aan ftelleode, zsl men dezelven langzamerhand, kortheids halve 4 onder die uitdrukking begrepeu hebben.
5°+ Tegenwoordige Staat
Reliqm. vergeleken met eene gelykfoortige verordening omtrent de telling van de fchapen, welke op den zelfden dag genomen , en mede aldaar, agter de Ordonnancie op dit vee , te lezen is. Alle drie de Ordonnancieh zyn te vinden in de meer bekende Verzameling van den jare 1Ö61 : die van de Schapen zonder eenige verandering, dan die uit het befluit van 't jaar i6r2. voortfproot; die van de Verkens geheel de zelfde; en die van de Ymen voor de eerfte maal, en wel zo , dat in dezelve het gemelde befluit van 1612. mede vervat ftaat. Volgens dezelven moeft van ieder Schaap
^ CO .met uitzondering van de lammeren , van ieder Verken dat niet zuigt, en van ie-
££Jui- der .Yme (5) of Byenkorf jaarlyks een (i,) ftuiver opgebragt worden : doch daar na
ï^rplt".2-^ deze impoften met de halfte ver-
jermidd. hoogd (g) , het welke tot heden toe
*m Aftand houdt (h>
Wy hebben bier niets by te voegen ,
dan
(5) Tme is een Provinciaal woord , beteekenendc eigenlyk niet den korf, maar het kleine volk dat den korf bewoont. Dit blykt uit het Landr. II. D. tit. 15. art. 6. en 7. waar over 'e vervliegen der Yme, en 't regt van dezelve te vervolgen , gefproken wordt. Men heeft hier foortgelyke onderfcheiding als in 't Latyn tusfchen Civitas en Urbs. Het is jammer dat diergelyke woorden alleen provinciaal zyn. Immers wanneer men van een'byenkorf fpreekt kan dezelve zo wel ledig als bewoond zyn : maar het Overyffelfcne woord neemt alle dubbelzinnigheid weg. Ondertuiïchen is by Kiliaan een Imme he; zelfde met een By, en fchynt hy die kollelui.e L;, teefcsnis niet gekend te h&bben.
vm OVERYSSEL. 5*5
dan dat ter nader verklaring van de ge-R«"om; melde drie Ordonnancien , en tevens van die op den impoft van de paarden , reeds in 't zelfde jaar \66i. is verftaan, dat de pagters zig zullen moeten vergenoe- CO gen , met van dat gene betalinge te ont-f^;*' vangen , het welke in Mei fchatbaaar is Apr. iteu geweeft (i).
De Waag.
De lyft van het Waag-geld , zo als het in den jare 1597. in Twente verpagt werd, was van geringen omflag, behelzende alleen , dat van alle goed, welk ter wage kwam , boven het gewone door dc Steden gevorderd wordende , van ieder honderd pond twee ftuiver, en van yzer, tin of koper één ftuiver betaald zoude worden (k) Toen naderhand de MiddelenRef*2iR over de geheele Provincie verpagt werden,en st. 24.' had men ten aanzien van eenige andereoa$ l597m waren eene. nader bepaling gemaakt (1): CO en nog eenen geruimen tyd later kwamf^V.ièoi. die Ordonnancie te voorfchyn , welke nog heden gevolgd wordt, en waar van wy dat gedeelte , welks wetenfehap voor den koopman noodzaaklyk is, hier zullen uitfchryven.
De Pachter fal ontfangen van alle 3, Waren en Koopmanfchappen , die men by de gewichte verkoopt, ofte gewoon „ is ter Wage te leveren , boven het ordinaris Waegh-gelt (dat men gewoon is ?, te betalen,) d' een helfte tot lafte van
„ den
yot5 Tegenwoordige Staat
de Waag. „ den Koper , ende d' ander helfte tofe „ lafte van den Verkoper , van elck hondert pont gewichte twee ftuyver: Behal„ ven dat van 't Yfer , out ofte nieuw , „ gefmedet ofte ongeftnedet, Yferen Go„ telingen (6), oock mede van den Hen„ nep, en Garen , betaelt fal worden eene }) ftuyver. Van een Tonne Boter f 7 ) , J? drie ftuyver. Van een Tonne Roota, fchaers (8 ) , twee ftuiver. Van hon3, dert pont Stockvis, eene ftuyver. Van „ hondert pont Soetemeleks Kaes , eene „ ftuyver. Van hondert pond Cantert (9")
eenen halven ftuyver. Van goet dat op 5, Lantvracht gewegen , beftadet ofte an„ dcrfins overgeflagen , ende niet verkoft „ wort , niet."
„ Sullen geene der felver Waren noch „ Goederen, voortaen binnen eenige Huy„ fen mogen worden gewogen, tot hoger „ gewichte , dan naer het oude gebruyck
van de Steden refpeétive , ten zy daer „ af den Pachter geadverteert ende den „ .behoorlycken Impoft , als boven , fal
zyn betaelt."
„ Alle waren , alleenlyck paflerende 5) voor by eenige Steden , fonder aldaer
3, ver-
(6) Gotelingen zyn eene foort van klein fcheepskanon , volgens de Hoogduicfche Woordenboeken en Kiliaan.
f7) Een ton boter weegt 320. pond.
(8) Roodfcharre, Roodfcherre, is een foort van vi,fch door Kiliaan omfcbreven. Denkelyk wordt 'er bier abberdaan mede gemeend.
(9) Kantert is eene foort van kaas.
van OVERYSSEL. 507
„ verkoft te worden , fullen van den de waas* „ voorfz. Impoft vry ende exempt we„ fen."
„ Den voorfz Impoft fal betaelt worden t' elcke reyfe , ende foo menichmael de voorfz. Goederen verkoft, getranspor„ teert, overgedaen ofte gewogen fullen „ worden : Welverftaende , dat fo verre j, de Kooplieden malkanderen de Waren ofte Koopmanfchappen by ftapelinge „ verkopen , de leveringe van dien niet en fal mogen gefchieden , fonder eerft ende alvoren 't felve den Collecteur 3, ofte Pachter aen te geven , ende hem den Impoft van den Waech-gelde te be„ talen."
„ Dies fal men alle Goederen , de Wa„ ge fubjecf zynde , mogen transporteren
in andere Steden , omme den voorfz. „ Impoft van de Wage betaelt te worden,
ter plaetfen daer de Goederen gewogen „ fullen worden , foo verre diefelve Goe3, deren in andere plaetfen , dan die lig„ gen , verkoft worden : Maer in geval-
le de Goederen ende Koopmanfchappen, j, ter plaetfe daer die liggen , verkoft
zyn, om in een ander Stadt gelevert te
worden, fal daer van den voornoemden „ Impoft betaelt worden, ter felver plaet-
fe , van waer die fullen mogen werden }, vervoert ; fonder datter eenige Goe„ deren uit gefloten Steden , ten platten „ Lande fullen mogen getransporteert ofte „ vervoert werden , om aldaer gewogen
te worden , ten ware die eerft binnen
„ de-
508 Tegenwoordige Staat
es waag. „ defelve Steden den voornoemden Impoft hadden betaelt."
„ Item, fo en fal men geene Wage ge„ bruicken dan in befloten Steden : "Maer
indien eenige Vlecken ofte plaetfen ten „ platten Lande , 't recht ende gebruick „ van Wage voor dato vanden voorleden „ ofte tegenwoordige inlandifchen Oorloge „ gehadt hebben , fullen diefelve mogen „ continueren , ende mede verpacht wer„ den. Dan fullen alle Wagen , ftaende „ den voorfz. Oorlogh , van nieuws ten „ platten Lande opgeftelt, van nu voorfl, taen celferen ende niet gebruiokt mogen „ worden : Ten ware Haar toe fpeciale
Privilegiën , voor dato van de voorfz. 5, Oorloge, verkregen, ge-exhibeert wer* de."
Wanneer deze Ordonnancie ingefteld zy, kunnen wy niet juift bepalen; maar uk het laatfte der bygebragte artikelen, vergeleken met den tyd wanneer dezelve eerft is in druk verfchenen (io) blykt genoeg, dat dit niet lang na het eindigen van het twaalfjarig beftand is gefchied.
ZES-
(io) Dezelve is voor de eerfte maal gedrukt onder de Getierale en particul. Ordonn. van 1627. eji herdrukt onder de Gener. en partic. Ordonn. van 1661. bl. 65.
van OVERYSSEL. S»9
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Vervolg van ie Provinciale Schattingen, en wel van eenige Middelen, welken onder de vorige klas/en niet konden begrepen worden.
I]Mndelyk komen wy tot die Middelen , ]j welken wy alleen daarom in ééne afdeeling zamenvoegen, om dat zy en onderling en van alle anderen te zeer verfchillen 3 dan - dat men eene gemeene benaming op meer van dezelven zoude kunnen toepaffen. Het Hoofdgeld zal ons eerft bezig houden. Het Officiegeld en het Paffagiegeld zullen de volgende plaatzen bekleden. Met het Dienftbodengeld zullen wy fluiten.
Hoofdgeld.
Indien men dit woord in zyne eigenaar ti ge beteekenis opvat, dat is voor een middel, welk van ieder hoofd of menfeh, zonder opzigt tot bedryf of bezittingen , dan voor zo verre een onderfteld onvermogen daar mede gepaard gaat, wordt betaald , kan men zeggen, dat het in deze Provincie geen beftaan heeft gevonden voor den jare 1621., wanneer eene Capitatie (n) werd ingevoerd , fo dat (dus
„ luidt
Cn) Dc lezer zal, uit vergelyking van deze Capitatie met anderen , die in onze verhandelingen over de Verponding en de Kontributie zyn voorgekomen, bemerken , in hoe onderfcheiden beteekenisfen dit woord voormaals in deze Provincie gebezigd werd.
519 fegenweordige St&ai
hoofd- ,, luidt het ftaatsbefluit daaromtrent genóCEtD' ,, men) alle de geene die fefthien jairen , ende dair over olt fyn , folden 'betalen „ elck voir hooffc eene Car. gl. wair van „ uiemant fal exempt fyn , als Gafthuifen, „ Armenhuifen , ende die het om Godts ,, willen begeeren , voirts oick gemeene 5> foldaten, geen Capitainen , Lieutenants, 3, ofte Vendrichs fynde , mits dat oick „ de Ingezetenen van de Stedekens, Dor33 pen , ende huifluiden ten platten Lan3, de , die onder contributie van den vi3, andt fitten , ende anders niet hebben 3, als hair vhee , beeften en bouwgereet,, fchap, ten acnfieu van iodane contri,, butie , van defe Capitatie fullen vry fyn ; mair dat de geene, die dair ert boven eygen goederen , Landeryen off3, te Buirfchappen befitten , offte neron,, ge ende coopmanfehap dryven mede . " fouden betalen gelyck de Ingefetenen Rej™.R. ■>•> van de Steden (m) :" maar indien men ju^iöM blootelyk raet den klank der benaming ver' genoegd ware , zoude men vinden , dat reeds in 't jaar 1578. een Hoofdgeld is uitgefchreven , welk naar ieders vermogen of rang was ingerigt , en waar by de Droften op zesendertig , de verfchreven (ro, Edelen op vierentwintig gulden , de ove»„«,2w/-»ge ingezetenen naar evenredigheid, door biUm.' zekere daar toe geelde perfonen uit de Regeringe werden aangeflagen (n).
Het is zeker, dat men den naam van eene zaak , als ruftende blootelyk op onderlinge overeenkomft, voor onverfchil-
van OVERYSSEL. $ti
lig kan houden , mits deszelfs beduidenis hoofdgenoeg bepaald zy door het gebruik: doch<*!SI'D• niet minder waar is het, dat die onverfchilligheid ophoudt, zo dra de benamingen aanleiding geven, om dingen onderling te verwarren , die geheel en al van natuur zyn onderfcheiden. Zodanig waren de twee belaftingen van welken wy hier gewag maakten , en de onderfcheiden wyzigingen , welken men in volgende tyden telkens aan het hoofdgeld gegeven heeft, deden hetzelve dan eens meer tot de natuur van de eerftgenoemde , dan meer tot die der ouder fchatting, met andere woorden dan eens meer ioi de gedaante van een eigenlyk gezegd Hoofdgeld , dan wederom meer tot die van eene Quotifatie , Taxatie , of aanflag naar mate van den rykdom, overhellen. In 't jaar 1621. hief men te gelyk met het hoofdgeld eenen duizendften penning , waarby alleen de hoeveelheid van ieders bezittingen in aanmerking kwam , eh een offlciegeld van vier ten honderd op de wedden der amptenaren , waarby op rang en voordeel alleen werd agtgeflagen : en door deze zamenvoeging zoude men kunnen zeggen , dat het voorbeeld van den jare 1578. toen niet geheel werd uit het oog verloren. Duidelyker mengeling van een eigenlyk hoofdgeld en eene Quotifatie naar de gegoedheid geregeld ziet men- in het middel , welk onder den naam van hoofdgeld in den jare 1653. werd ingevoerd; want alle perfonen, oud veertien jaren en minder dan drieduizend
gul-
5TIJ& TegeHweordtgè Staat
ceHo°' Sulden ryk zynde, bragten eenen ftuiver ter maand op , terwyl de huisvaders en moeders , die fomme bezittende, in 't jaar dertig ftuiver, zy die het dubbeld daar van hadden drie gulden , de eigenaars van twaalfduizend gulden zes gulden , en zo Co) voorts ieder volgens zekere bepaalde op?»fstV'J'k]immin5 moeft beta'en (o) : en begeert =6. '3o.' men het voorbeeld van een zuiver hoofdwee;. S6^ mede uit die vroeger tyden, men «ty-9-jun.keere maar tot het jaar 1635, wanneer 1 «• men zulk eenen impoft zal aantreffen y 00 waar in alle renteniers, kooplieden, meeRef. v. r. fterhandwerkslieden , bouwlieden en derMafrt,2°r'.ze^ver huisvrouwen mee een' ftuiver, sept. >«-'dienftboden , handwerksgezellen, katers,
Gedeput. 9,
daghuurders en hunne huisvrouwen, en G*/>«'kinderen hoven de twaalf jaren, met een" fartSbS, hal ven ftuiver ter maand belaft waren (p)„ l"Cio7.u Wy a§ten het overtollig alle de veranderingen , welken in dit tweefoortig middel in later tyd hebben plaats gevonden , ftukswyze na te gaan ; hoewel wy het tevens als van 't hoogfte belang aanzien, dat het onderfcheid , hier door ons opgemerkt , nimmer uit het oog worde verloren. Het eigenlyk gezegde Hoofdgeld is onder alle- fchattingen die , welke door hare gelykmatigheid zelve het fterkfte tegen dien hoofdregel van huishoudelyka ftaatkunde zondigt , volgens welken de openbare belaftingen gelykelyk door alle de ingezetenen behooren gedragen te worden » en zy , die uit ondervinding fpreken kunnen , zullen ons zeggen, dat 'er geen.
raid-
van OVERYSSEL. 513
middel is , welks, invordering met zo veelnoopomoeite en verdrietelykheden verzeld gaat.0^"' •Hoe ligt een hoofdgeld ook zyn moge, drukt het altoos die talryke klaffe onder het. gemeen , wier vordering in befchaafd■heid nog te gering is om op een toekomend genot vooruit te zien , en ten gevolge van zulk een vooruitzigt een tegenwoordig op te offeren. Men zegge niet, dat ieder , door wekelyks eenen kleinen penning van zyne winften te rug te leggen, byna ongemerkt meer dan genoeg zoude vergaderen , om den invorderaar van dit middel op den betalens tyd te kunnen voldoen; en dat derhalven het drukkende , ten deele althans, aan der menfehen eigen agteloosheid , en niet aan den aart der zaak , moet worden toegefchreven : want het komt hier aan , noch op leffen van zedekunde , noch op regelen van voorzigtigheid , maar op kennis van de menfehelyke natuur ; en men zoude even zo gepaft eene beftraffende redevoering voor de wilden opftellen , van welken de reizigers verhalen , dat zy, des morgens hunne bedden voor brandewyn verkogt hebbende , des avonds in de bitterfte jammerklagten over 't gemis van die gerieflykheid uitborften.
Geheel andere aanmerkingen zouden 'er te maken vallen op eene fchatting , waar by ieder, hoofd voor hoofd , naar het beloop zyner bezittingen , of naar de vertooning van rykdom die hy in de wereld Kk veor-
514 Tegenwoordige Staat
iinoro- voordeed, werd aangeflagen : en indien <"'LD' 'er een weg te vinden ware , om aan baatzugt en eenzydigheid in het doen van de uitzettingen den pas af te fnyden , zoude het miffchien niet zo vreemd zyn te beweeren , dat dezelve de voorkeuze verdiende boven alle andere foorten van belaftingen. Geen impoft kan 'er beftaan, waar van de inzameling eenvouwdiger en minder koftbaar zyn zoude ; geen impoft kon beter zodanig worden ingerigt , dat zy , die boven 't bare noodwendige om te leven niets bezitten , ook niets betaal¬
den ; en de lchadelyke invloed der meefte fchattingen , ter verhoogïng van dagloonen en pryzen der waren , was by deze weinig te vreezen. Dan het is hier de plaats niet om ons in dit onderwerp verder in te laten , en daarom gaan wy liever over om te zien, op welke wyze thans , terwyl wy dit fchryven , dit middel worde geheven.
Reeds vele jaren herwaards is dit op dien voet gefchied, dat hetzelve, zo wel als dat van den jare 1621, den eigenlyken naam van Hoofdgeld dragen kan ; doch daar toen de ouderdom van zestien , en naderhand die van twaalf jaren ten perk gefteld was , waar by ieder aan de betaling onderhevig werd , is tegenwoordig niemand hier toe verpligt, dan die volle zeventien jaren vervuld heeft. Ook zyn 'er andere uitzonderingen buiten die van jongheid, gelyk béft uit de woorden zeiva
van OVERYSSEL. 51S
ve der Ordonnancie QO kan gezien wor-HooF*
. GELBi
den.
„ Van dezen Impoft zal niemand vry i, ofte exemt zyn , als vreemde Lieden s „ die geene vafte wooninge in deeze Provincie hebben , Kinderen onder de zeventien jaaren , oude Perfoonen boven „ de zeventig jaaren , welke het zelven om Gods wille zullen begeer en , Krygslieden in de Provincie Guarnifoen houdende , met haare Vrouwen , Kinde,, ren ende geheele Familien ; dog daar ,, onder niet begreepen Officieren ende haare Familien , tot Vaandrigs incluis, ,, wezende Ingezetenen van deze Provincie , en in dezelve aótueel woonendes ,, Voorts zullen hier van ook mede exj, empt zyn die geene, zo tot hier toe ,, Almoeffen hebben genoten , als mede 3, alle Gafthuizen , Leprooshuizen, Wees,, huizen ende andere diergelyke van Al,, moeffen levende , als mede de apoinc* tés."
Gelyk de bepaling van den ouderdom j zo is ook die van de op te brengen fomme verfchillende geweeft in onderfcheiden tyden. Zedert den jare 1765 geeft iedef perfoon zesendertig ftuiver. Te voren $ en wel, zo wy meenen, van den jare 3741. af , had men agtenveertig ftuivei' K k % moe-
(12) Deze is ingevoerd by Püblic. van R. en Sti van den 18. Apr. 1765. en ten aanzien van de redemtien by JMotific. der Gedep. Stat. van den 12. Nt* vemb. 1765. eniger mate veranderd, Zie d# Hiiifu Jaerlwken van 1765. bh 25G. tn 632,
5ió Tegenwoordige Staat
hoofd- moeten betalen : maar de óndervinding OELO' leerde dat dit te hoog was, en dit zoude de thans verminderde fomme ongetwylfeld nog zyn , indien niet eene zeer gematigde uitvoering de ftrengheid der wet merkelyk lenigde. De afkeerigheid van de taak om den armen de laatfte bete broods uit den mond te nemen , of ten minften van de moeite daar mede verbonden , fomtyds de vrees van den haat zyner medeburgeren op te wekken , maakt dat de pagters niet te veel aan den lande beloven , om buiten ftaat te zyn van by de invordering de hand te ligten, waar de onftandigheden hetzelve fchyncn te eifchen. Hier komt by , dat, daar te voren wel begrerq) pen was dat ten aanzien van dit middel v.'d^adf geene redemtie zoude plaats hebben (q) > Nov. 1764. thans aan de Steden en Kerspelen veroorloofd wordt hetzelve voor één of meerder jaren in redemtie te nemen, dat is voor eene bepaalde fomme af te kopen f13). Immers, hoewel die bepaling naar de onderftelde menigte der ingezetenen ingevolge de regifters gedaan wordt, ftrekt deze afkoop doorgaans tot merkelyke verligting van hun die denzelven aannemen ; eene zaak die beter zal te begrypen zyn , wanneer wy de omftandigheden, welken het opmaken van die regifters verzelden , eeniger mate zullen ontvouwd hebben.
Eene Kommiffie uit Ridderfchap en Steden,
(13) Zie 't aangehaalde in de de naaftvoorgaande aanteekening.
van OVERYSSE L. 51?
den , beftemd om dit middel op eenen hoofdbeter voet te brengen , gaf in den jare0ELB" 176+ , na de vereifchte magtiging bekomen te hebben (r) , laft tot het doen van Ky ^ , eene algemeene telling, waar van de uit-;?, e» st. komft ons in den aanvang dezes werks (s)^64tpr' gediend heeft, om de waarfchynlyke be. volking van de geheele Provincie te be-L rekenen. Wy zagen toen , dat die tel-w- r9-' ling een getal van ruim eenenzeventig duizend hoofden boven de zeventien jaren ( 14) , uitleverde : doch de Staten , bevindende dat dezelve op de meefte plaatzen niet naar behooren was gefchied, en dat vele perfonen en zelfs geheele huisgezinnen van de lyften waren afgebleven, befloten in 't naaftvolgende jaar tot eene nieuwe opfchryving van alle huisgezinnen en van de hoofden zig in dezelven bevindende , met bevel dat dezelve zoude gedaan worden door „ de Magiftraten van „ de Steden , of die geene , welke door dezelve daar toe wierden geauétorifeerd, ,, voorts Schouten en Richteren met de „ Volmagten , Gezwoorens, Zetters, Ses„ tienen, of andere Opzienderen der Kers„ pelen , of onder wat benaming ook an„ derfints mogten voorkomen, ende zulks alles onder eede , by de refpeclive Magiftraaten , Schouten ende Richteren Kk 3 na-
(14) Om alle misvatting voor te komen is het miffchien dienftig aan te merken, dat dit getal niet alleen de betalenden, maar alle de klagen van perfonen bevat, die den gezegden ouderdom bereiken.
513 Tegenwoordige Staat
Hoofu- namelyk op den eed by het aanvaarden WM'' hunner regeering of bediening gedaan ,
ende by de geaucforifeerden van dezela, ve Magiftraaten , voorts Volmagten , „ Gezworens , Zetters , Seftienen , of
andere Opzienders der Kerfpelen , op 9, den eed daar toe voor dezelve Magi3, flraten , Schouten of Richteren af te „ leggen ; dat namentlyk dezelve opfchry3, vinge zouden doen of airede hadden „ gedaan naar haare befte wetenfchap en 3, in conformiteit dezer ordonnancie op ,, het Hoofdgeld geëmaneerd , en daar j, van niemand zouden allaaten of hadden s, afgelaaten , uit wat oorsake het ook a, mogt zyn , welke daar op ingevolge 3, deeze ordonnantie behoorde te worden „ geplaatft ;" met byvoeging , dat de dus opgemaakte Regifters alle jaaren door 3, de refpeótive Magiftraten of derzelver 3, geauéïorifeerden en Schouten en Richte-
ren met adfiftentie als boven op den 3, voornoemden eed zouden worden ge3, revideert naar exigentie van zaaken." Ten zelfden tyde verminderde men het hoofdgeld , gelyk ftraks gezegd is , van agt tot op zes fchellingen , in de niet onredclyke verwagting , dat dit verligten van den laft eene grooter bereidwilligheid tot de betaling zoude voortbrengen , en dus eene naauwkeuriger opgave bevorderen : maar de uitflag beantwoordde liegt aan de opgevatte hoop ; want fchoon men by de tweede telling de lyften wel eenigzins VüfrgrqQt vond , verviel dit voordeel weder-
vm OVERYSSEL. 519
derom aanftonds by het nazien en 't ver-hoofb- : anderen van dezelven in het volgende jaar.GE!"B* 0it bewoog de Staatsvergadering in den jare 1767. tot eene derde algemeene opfchryving te befluiten , en ten aanzien van de wyze nog boven het te voren bygebragte te gelaften , dat de regifters door de Opzienders der Kerfpelen zouden gemaakt worden „ ten overftaan van de
Markenrigteren van ieder Buurfchap , „ of alwaar geen Markenrigtcr was van
eenen der voornaamfte Goedheeren van ,, die Boerfchap , en dat dezelve allo ge„ formeert zynde door hun ten eerften co „ zouden moeten worden overgegeven jj0^"^'2 J} aan de Gecommitteerde Goedheeren van g Maart „ defelve Carfpelen , welke die als dan de
met aftumtie van de Schouten of Rig- J,*>r„ ters zouden moeten revideren en naar bh 425. °" 3, bevindinge corrigeren (t)."
Het gevolg was ondertuflchen , niet tegenftaande deze meerder voorzorg, nog veel flegter dan te voren. Het regifter der hoofden was nu duizenden kleiner dan het by de vorige tellingen geweeft was. Komt iemand de zaak te vreemd voor om zonder bewys aangenomen te worden , hy kan dit vinden in het eerftvolgende ftuk, welk de Staten op dit onderwerp vaftftelden en lieten afkondigen. Hier by toch zeggen dezelven uitdrukkelyk, dat de nieuwe regifters, tegen hunne verwagting en tot hun groot ongenoegen , in ftede van aan 't oogmerk te voldoen, nog merkelyk verergerd, en vele perfonen en huisgeKk 4 zin-
5-2 o Tegenwoordige Staat
howd. zinnen , of geheel overgeflagen , of op de lyft der onvermogen den m plaats van op die der vermogenden gefield waren , zo dat de bedoelde gelykheid in het dragen van deze belafting verbroken was , en de financiën groot nadeel zouden 'moeten lyden. Men deed dan nogmaals eene pooging om dit te verhelpen, door een bevel , dat die regifters aanftonds naauwkeurig zouden herzien worden , door 't beramen van nieuwe maatregels op die herziening , en inzonderheid door eeds formulieren voor te fchryven , zo voor de makers van de lyften , als voor hun die volgens die Jyflren de inzameling 00 moeften verrigten (u): maar de vergroo-
fftsl tin§ der lvften > weike h'er uit geboren is Apr werd , was niet noemens waardig , 1 en wa. N' zedert heeft men deze zaak , zonder jVr* ir. nieuwe verordeningen , volgens den ou• 43° den voet laten voortgaan. Van agteren zoude het niet zeer moeilyk zyn , de reden van alle deze teleurüellingen aan te wyzen ; zeker veel minder , dan voldoende maatregels uit te vinden , om zig daar voor in 't vervolg te behoeden. Onderwyl zyn wy van oordeel, dat in het gebeurde niet te verfmaden lellen voor den ftaatkundigen opgefloten liggen.
Officie-geld.
By den voorflag, tot het heffen van eenen duizendften penning van den geheelen rykdom der ingezetenen , in den jare
i6z j«
van OVERYSSEL. 521
ïf52T. gedaan, was ook beraamd, dat al-officielen , die jaarlykfche wedden van 't LandGtL',• of van de Steden genoten , den vyfentwintigften penning daar van zouden betalen (v): doch het is ons zeer onwaar-_R^v)/ï> fchynlyk voorgekomen , om nu geenen«* st. 15.' beflisfender toon aan te nemen , dat ditJu •1 !I' toen werkelyk is ter uitvoer gebragt; en wy gelooven liever , dat deze fchatting eerR in den jare 1694 , ook te gelyk met den duizendften penning , werd ingevoerd. Dewyl die duizendfte penning, welke dikmaals in deze Provincie geheven is , terwyl wy dit fchryven geen plaats heeft, onthouden wy ons ook van meerder daaromtrent te zeggen. Ten aanzien van het Officie-geld werd toen bepaald , dat de amptenaren den twintigften penning van hunne bedieningen zouden betalen , en maakte men aanftonds eene Ordonnancie en een Regifter , waar uit te zien was welke fomme door ieder opgebragt moeft worden (w). Het lang ver- fw5 loop van tyd heeft daar in eenige vertj^/-.*- R> anderingen moeten te wege brengen ,17.19'.Apr. waar van 't verflag weinig belangryk zynl6^zoude : en daarom zullen wy hier alleenlyk eene lyft volgen laten van het gene hedendaags , wanneer dit middel zonder verhooging wierd ingevorderd , betaald zoude moeten worden ; na vooraf aangeteekend te hebben , dat Ridderfchap en Steden in later tyd befloten geene verzoekfehriften van amptenaren tot verminKk 5 de-
$2% Tegenwoordige Staat
omeiu dering in den aanflag in 't vervolg te zu$,ILi>■ len aannemen (x). fs)
Apr. 1759, Regifter van 't Officiegeld*
Provinciale Kommiilïen.
Admiraliteiten.
Te Amfterdam en op de Maas ieder ƒ 80 - o - o te zamen - - ƒ 160- ».» In 't Noorderkwartier - ƒ 75-0-0 In Friefland - - ƒ 70- o-© Binnenlandfche Deputatie , ƒ 100-0-0 ieder, tezamen , - - ƒ 600. 0-0 Generaliteit, ieder ƒ roo-o-o
te zamen - - ƒ 600. o-o Generaliteits Rekenkamer ieder
ƒ 100 e-o te zamen - ƒ 200- o-« Ooftindifche Kompagnie - ƒ 60 - o • o Raad van State - - ƒ 100- 0-0 Weftindifche Kompagnie - ƒ 20- 0-0
Ampten.
Amptman van Kolmfchate - ƒ 10- o-® . * 't Kapittel van
Deventer - - ƒ 10- 9 « — de Proofïdy en
Vikary van Oldenzaal - ƒ 10- o-© Bewaarder van Maftebroek - ƒ 20-0-0 Boden van de Staten ieder
ƒ J2-I0-0 te zamen . ƒ 37-10-0 ƒ1973.10.0
van O VER Y SS EL. 523
Burgemeefters in de drie groote Steden, te Deventer ieder ƒ io-o-o
te zamen - - ƒ 160- 0-0 te Kampen ieder ƒ 5-0-c
te zamen ƒ 7°- °-°
te Zwolle ieder ƒ 10-0-0 te zamen - - ƒ 160- o-» Chirurgyn van den Armen te
Zwolle - - - ƒ 3- °-® Dingwaarder en Lieutenant-ftad-
houder van de Leenen - ƒ 30-0-0 Droften van Zalland, Twente en Vollenhove ieder ƒ 100-0-0 te zamen - ƒ300- o-a
van Yflelmuiden en
Haksbergen ieder/35-0-0 te zamen - - ƒ 70 - o - o Dykgraaf van Zalland - ƒ 25 - o - a Gerigtfchryver van 't Schout-
ampt van Zwolle - ƒ 50- o-a Griffier der Staten - - ƒ100- 0-0
_ 0f Secretaris van de
Leenen - - - ƒ 7-10.0 Kameraar in der tyd der Stad
Deventer - - ƒ 25- a-o Kameraars der Stad Kampen, twee in getal , beneven twee Rentmeefters ieder ƒ 5-0-0 te zamen - ƒ 20- 0-0 Kamerbewaarder van de Staten ƒ 25- °-o Klerk ter Generaliteit ■ / 5°- °-°
ƒ 3068- o-a Kier-
524- Tegenwoordige Staat
O'rictE- Tranfport ƒ 3068- o-©
W!LÜ' Klerken van de Staten
Pe oudfte - - ƒ 6©. Q-o
De tweede ^ - - f 50- 0.0 De jongfte' - - ƒ 40. 0.9 Kollekteurs van 't Vuurftedegeld te Deventer - _ ƒ 40- 0.0 te Kampen - - ƒ 30- 0-0 te Zwolle - . ƒ 50- 0-0 Kommifen ter recherche
te Almelo - . - ƒ 27-10.0 te Blokzyl - - ƒ 5.0-0 op den Braam - - ƒ 15- 0-0 te Delden ƒ 15- 0-0
te Deventer drie ieder
ƒ 15-0-0 te zamen - ƒ 45- o.» te Enfchede - - ƒ 15- 0-0 aan den Hardenberg - ƒ 20-0-0 te HafTelt ,f 15- 0-0
te Kampen - - ƒ 5-0-0 te Öldenzaal - - ƒ 20- 0-0 te Ootmarfum - ƒ 20- 0-0 aan den Schuilenburg - ƒ 20-0-0 te Zwartfluis - - ƒ 7-0.0 te Zwolle vier ieder ƒ 15-0-0
te zamen - - ƒ 60- <»-© Kommifen (roulerende) te Enfchede , aan den Hardenberg , aan den Schuilenburg , en te Zwolle ieder ƒ 25-0-0 te zamen ƒ roo- o.© Kondukteur van de militie - ƒ 12-10-0
ƒ 3740- 0-0
Kon-
van OVERYSSEL. 525
Tranfport ƒ 3740- o-oomcatKontrarolleurs van de Kon- GELD" voien en Licenten te Deventer - - ƒ 22-10-0 te Zwolle - - ƒ 45- 0-0 Konvoimeefters
te Deventer - - ƒ 42-10-0 te HafTelt - - - ƒ 15- °-° te Zwolle - - ƒ 45- °-° Landfchryver des Droftampts
van Zalland - - ƒ 7-1®-» Medecynen Doktoren van de Steden,
Deventer - - ƒ ó- 0-0
Kampen twee ledei ƒ 12,-10-0 te zamen - - ƒ 25- °-%
Zwolle twee ieder ƒ 10-0-0
te zamen - - ƒ 20- 0-0 Ontvangers
van de Domeinen der Stad
Kampen - - ƒ 35- °-°
van 't Enffergeld - f 3-10.0
van de Geeftelykheid der Stad Kampen - - ƒ 25. o-a
Generalen van Zalland , Twente en Vollenhove ieder ƒ 1 co-0-0 te zamen ƒ 3°°- °-°
van Maftebroek - ƒ 80-0-0
van den Vyftigften penning ƒ 35-0-0
te Zwolle van de verponding in Stads vryheid - ƒ 7-10-0 Panders
vaa Twente - - ƒ T2- 0-0 ƒ 4466.10-0
van •
$26
SEÏ.D.
Tegenwoordige Staat
Tranfport ƒ 446"6"- io-o
14- 0-0
20- 0-0
van Zalland. - - ƒ Rentmeefters van Almelo - - ƒ
de Geeftelykheid van Vollenhove - - ƒ 10- o o
de Stad Kampen. Zie boven by de Kameraars.
't Kapittel te Deventer ieder ƒ 25-0-0 te zamen ƒ 50- 0-0
't Kapittel en Kloofter te
Oldenzaal - - ƒ 50- 0-0
't Konvent van Diepenveen ƒ 17-10-0
Meefter Geerts en Buskens
Klonfter - - f 7 - O- O
de Paftoryen en Vikaryen
goederen van Zalland - ƒ 25- o-a de Prooftdv des Kapittels
van Deventer
Sipkelo en Albergen St. Jans Kamp Twente Vollenhove Weerfelo Windesheim Zalland Rigters van Almelo Borne Delden Diepenheim Enfchede . Haksbergen Kedingen
ƒ
ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ
ƒ
ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ
11-
2020-
90-
■ 9 o
■ O O
90- 0-0
20- o-ö
20-
90-
7
25 357
302540-
0-0
0-0
10-0 0-0
O- O
10- O
0-0
O- O
0-0
ƒ S1QI- O-O
01-
lan OVER SYS SEL. $2*
Tranfport ƒ 5191 - o oofficib* Oldenzaal < - - ƒ 50 o o0"'* Ootmarlfura ƒ 50- 0.0
Schouten van
Dalfzen - . . ƒ 50 0-0 Friezenveen - - . ƒ 15. 0-0 Genemuiden - . ƒ 5-00 Giethoorn - - • ƒ 20- o o den Hardenberg - ƒ 30 0 0 Heino - - * ƒ 5. o o Hellendoorn - . ƒ 25. 0 0 Holten en Bath-
men . - ƒ 30- o o
Kamperveen - - ƒ 5- o o Kolmefchate - - ƒ 35- © o
de Kuinder en Blankenham. Deze plagt Officiegeld te betalen ; maar by Rpfol. van Ridd. en Sted. van den 14. Apr. 1764. is hy daar van over de jaren 1761. en 1762. ontheven , en deze vrydom is zedert altoos van tyd tot tyd op deszelfs verzoek toegeftaan. Zie nog de Refol. van Ridd. en Sted. van den 9. Apr. 1783. Olrt - - ƒ 30- o o
Onmen en den Ham - ƒ jo. o 9 Raalte - - ƒ 50- 0-0
Steenwyk , Steenwykerwold
en Scherwolde - ƒ 40- 0-0 Vollenhove en Blokzyl . ƒ 40 00 ƒ 5721 - o o Wan.
£28 Tegenwoordige !kaai
officie- Tranfport ƒ 5721 - 0-0
üïld. Wanneperveen , Dinkfter-
veen en Zwartefluis . ƒ 15. 0-0 Wyhe - . ƒ 50- 9.0
. Yflelham Paaflo en Olde-
markt - . - ƒ 40- 0-0
Ylfelmuidcn - ƒ 10 - o - o
r Zalk ■- - . ƒ 5- 0-0 Zwoller Kerfpel - ƒ 35- 0-0 NB. Indien de OntvangRen van dè reële middelen niet mede irt handen van de Schouten of Rigters zyn., moet het Officie-geld volgens Refnluttp van Ridderfchap en Steden van den 26. Aug. 1747. voor drie vyfde gedeelten betaald worden door de Ontvangers, en voor twee vyfde deelen door de Schouten of Rigters. Sekretariffen
van Deventer,'de oudfte - ƒ. 50- o-e de tweede . . ƒ 35- 0-0 de beide jongden ieder
ƒ 20-0-0 te zamen - ƒ 40- 0-0 van HafTelt - . ƒ 15- 0-0 van Kampen de oudfte - ƒ 50-0-0 de tweede . ƒ 35-0-0 de jongfte ƒ 25-0-0 van Steenwyk - ƒ 15- 0-0 van 't Droftampt van Vollenhove - - ƒ 7-10-o van de Stad Vollenhove - f 7-10-0 ƒ óijo- 0-0 van
yafi OVERYSSEL. 529
Tranfport ƒ 6156- p- O Officie-; van Zwolle drie , iéder Mt* ƒ 35-0-0 te zamen - ƒ 105- 0-0 Serviciemeefter te Deventer - ƒ 7-10-0 te Zwolle - ƒ 15- o o dus in 't geheel ƒ 6283-10 o
Wy zeiden , dat dit Regifter alleen dienen zoude om den aanflag van het enkelde Officie-geld aan te wyzen : en moeten 'er hier byvoegen, dat hetzelve verre den minRen tyd op dien voet, maar doorgaans met een vierde , halve , of drie vierde verhooging, en ook wel dubbeld wordt geheven. Deze overeenkom!! , met het gene ten opzigte van de Verponding plaats heeft , gaf miffchien aanleiding tot een befluit van Ridderfchap en Steden, voor ruim twintig jaren genomen, dat dit middel altoos te gelyk met de Verponding, en in de zelfde evenredigheid , verhoogd of afgezet zoude worden (x): doch voor-^j^™ gekomen omftandigheden hebben dit ver„* Gedefuu hinderd langen tyd Rand te houden ; en Im, op eene nader overweging heeft ook, gelykR&1 vm men natuurlyk onderftellen mag , doen be- v.' d?»,' grypen , dat deze twee belaftingen in der AVa daad te zeer onderling verfchilden, om in'5^7* eenig opzigt als gelykvormig behandeld te worden, als mede , dat in 't gemeen de natuur der middelen , welken blootelyk op jaarlyks te vernieuwen Konfenten der onderfcheiden Staatsleden ruften, niet toelaat ftandhoudende befluiten over dezelven te nemen,
LI Het ,
5-30 Tegenwoordige Staat
Opficis- Het Officie-geld wordt van de wedtiiau- den der Amptenaren afgetrokken , of regtftreeks door dezelven of door de Steden aan de Provinciale Ontvangers betaald ; zo dat men met betrekking tot de invordering zeggen kan, dat zy met de minft mogelyke onkoften , en ten aanzien van 's Lands kaffe, en ten aanzien van de betalers gefchiedt.
PaJJagie-geld.
De oudfte Ordonnancie op het Paffagiegeld is van den zevenentwintigften van Grasmaand des iaars 1667 , dc jongfte, thans in gebruik , van den zesden dier zieN?jeri.zei^e maand des jaars 1757. Van dejacrboek.'zQ (y) zullen wy, ten gevalle van hun xil d. b. ujt Q£. [joor (jeze provjncje rejzen j
vyf eerfte artikels, alleen hen rakende, uitfchryven.
3, I. De Pachter zal van ieder Perfoon , „ die , te water of te Lande , naar Hol„ land of andere Provintien , uit de ProaJ vintie Overyffel gevoerd word of ryd, „ ontvangen een gerecht vierde part van 3, 't geene die Perfoon voor Vragt-loon „ tegenwoordig moet geven , de Gabel3, len, op eenige plaatfen getrokken wor,3 dende, daer in niet gerekend , en te 3, Lande een zesde-part van de Vragt; 3, doch dat hetzelve voor ieder Perfoon 3, niet zal excederen zes ftuiver. Waer on„ der dan nog niet begrepen wórden zooj, danige Ingezetenen, welken met of zon-
„ der
van O VER YS S EL. 531
„ der gezelfchap naer hunne Goederen oFpassaoii;* j, Buitenplaetfen ryden buiten de Provintie,0ELn" „ zonder verder te reizen ; zullende voor „ ieder Perfoon op Harderwyk , Amers„ foort, Arnhem en Emmerik , worden 5, betaeld zes ftuivers: Borkulo, Grol drie „ ftuiver. Voor ieder Ingezeten van Dej, venter op Zutpben , van Kampen op 3, Elburg, en van Zwol op Hattum twee „ ftuivers."
,, II. Deze Impoft zal ontvangen wor3, den in de fteden Deventer , Kampen , 3, Zwol , Haflelt, voorts in de plaet„ fen Zwartfluis , Genemuiden , Vollen„ hove , Blokzyl en de Kuinder. En 9, zullen alle Burgers , reizende naer een „ andere Provintie , dezen Impoft zoo }, wel betalen als de vreemde Perfonen, 33 en die geenen , zoo te water naer Hol„ land den Yflèl afvaren, zullen het Pas33 fagie-geld te Kampen betalen."
„ III. Dat men in Schepen, Wagens of 3, Karren, op de Veeren, die particuüerlyfc „ afgehuurd worden , volftaen zal mogen 3, met zes ftuivers voor ieder Perfoon."
3, IV. Dat alle Perfonen , reizende met
hunne eigen Wagens , Karren of Schui„ ten , of hunne Goederen daer mede te
markt brengende, hier van vry en ex„ empt zullen blyven. Gelyk ook vry „ zullen blyven die geenen , die van bui-
ten de Provintie met gehuurd Rytuig „ of Paerden op een dag heen en weer „ in de Provintie komen , zonder daer te 53 vernachten."
LI 2 y, V,
532 Tegenwoordige' Staat
Pasjagiz- „ V. De Militie , zoo te Water, op °ELD' a Fcent of andere publieke ordre , in of' }f door de Provintie gevoerd word , zal insgelyks van dezen Jmpoft vry zyn. „ Edoch zullen alle Officiers, Soldaten of „ anderen , van de Militie dependerende fi en zonder patent in 't particulier reizende, gehouden zyn dezen Impoft mede te betalen."
Volgens het laatfte artikel dezer Ordonnancie , is de Pagter of zyn Bediende verpligt, dezelve by de invordering te vertoonen , wanneer dit van hem wordt geeifcht.
Ten befluire teekenen wy aan , dat tot
nader verklaring zedert nog door dg Gedeputeerden is verftaan ; „ dat de Ingea, zetenen dezer Provincie , buiten de „ Provincie rydende en die zelve dag reRcfl dcr >•> tournerende , in gelykheid van alle Gtd.im. „ Vreemden vry en exempt van het Pas. tjso.1,r' i, fagie-geld zullen weezen (z)."
Dlenftb oden-geld.
Het Reglement op dezen impoft, in den jare 1696. vaftgefteld , is , met de kort daar na gevolgde Ampliatie , nog heden het voorname rigtfnoer , volgens welk hetzelve wordt geheven (16); en dit gefchiedt op dezen voet.
Van ieder dienftbode, onder welke be-
na-
(16) Het Reglement is van den 6. O&ober 1696. tm de ^mpliatie op art. j. en 4. van den 14. ApxA
van OVERYSSEL
533
naming geene handwerksgezellen begrepen dtensteoworden , ten getale van vier toe, geeftDbN'GJS1'IS' men jaarlyks vier gulden ; maar van de överigen , die iemand boven dit getal in dienft heeft, wordt niets betaald.
Bakkers , brouwers , ambagtslieden , fchippers , voerlieden , viffchers , huislieden en die zig verder met den landbouw geneeren , en anderen van diergelyke -natuur , betalen niet meer dan voor éénen knegt of meid , hoe velen zy ook gebruiken mogen; doch daar tegen blyven zy ook tot die betaling gehouden, fchoon een eigen kind T welk den ouderdom van zeventien jaren bereikt heeft , de fa) plaats van dienftbode by hen beklede. off's'Z
Krygslieden (17) , binnen de Provin-1.W" cie bezetting houdende , zyn vry van de- I76*b) • ze belafting (a) , maar niet de gepenfi-^/ »*» oneerde of andere officieren , welken by£* o"*" verkiezing in dezelve wonen (b). 1749.
(17) Vergelyk hier mede het byge!«-agte nopens de betaling van 'C Hoofdgeld, bier voor bl. 515.